Besluitenlijst van de GR

Zitting van maandag 16 december 2019 om 19.00 uur tot 0:45 uur.

 

Aanwezig:

Elias De Wever: voorzitter

Geert Daems: burgemeester

Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten: schepenen

Rigo Huyskens, Jos Voet, Gust Van den Bruel (bijgestaan door vertrouwenspersoon overeenkomstig art.16 Decreet lokaal bestuur), Rist Heylen, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Tania Vrindts, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims, Katrien Monsecour, Geert Vermunicht: raadsleden

Walter Van de Moer: vertrouwenspersoon Gust Van den Bruel

Anita Van den Eynde: algemeen directeur

 

Vanaf punt A.10 vervoegt Dorien Van Opstal, raadslid de zitting.

Vanaf punt A.85 verlaat Katrien Monsecour, raadslid de zitting wegens belangenconflict.

 

 

Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.1.AGB Sport Hulshout. Retributiereglement, afname water en elektriciteit bij evenementen voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

KENNISNAME:

De gemeenteraad neemt kennis van het retributiereglement aangaande afname van water en elektriciteit bij evenementen voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 van AGB Sport Hulshout, goedgekeurd door de raad van bestuur van AGB Sport Hulshout. Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.2.Financiën. Goedkeuring toelagereglement voor de opvoeding van gehandicapte kinderen voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:unaniem
 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 aan de moeder of persoon, die thuis de verzorging en de opvoeding van een zwaar gehandicapt kind (waarvoor het bewijs van verhoogd kindergeld dient te worden voorgelegd waarop vermeld staat dat er ofwel minsten 6 punten werden toegekend in de drie pijlers samen, ofwel minstens 4 punten werden toegekend in pijler 1) op zich neemt, wiens leeftijd is begrepen tussen de ouderdom van 0 en 21 jaar en dat niet in een internaat geplaatst is, een toelage toe te kennen als tussenkomst voor de bijzondere zorgen welke deze gehandicapte kinderen vereisen. Het bedrag van de toelage bedraagt:

         voor het aanslagjaar 2020: € 182,

         voor het aanslagjaar 2021: € 186,

         voor het aanslagjaar 2022: € 190,

         voor het aanslagjaar 2023: € 194,

         voor het aanslagjaar 2024: € 198,

         voor het aanslagjaar 2025: € 202.

Artikel 2:

De gemeenteraad beslist voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 aan de moeder of persoon die instaat voor de de opvoeding van een zwaar gehandicapt kind, dat in een internaat geplaatst is, onder dezelfde voorwaarden zoals vermeld in artikel 1, een toelage toe te kennen. Het bedrag van de toelage bedraagt:

         voor het aanslagjaar 2020: € 91,

         voor het aanslagjaar 2021: € 93,

         voor het aanslagjaar 2022: € 95,

         voor het aanslagjaar 2023: € 97,

         voor het aanslagjaar 2024: € 99,

         voor het aanslagjaar 2025: € 101.

Artikel 3:

Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.3.Financiën. Goedkeuring toelagereglement afvalverwijdering voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:unaniem
 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist om voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een gemeentelijke toelage te verlenen in de vorm van:

1)      Het jaarlijks toekennen van een premie van € 30 aan personen ingeschreven in de gemeente, die lijden aan incontinentie en voldoen aan één van volgende voorwaarden:

a)      Hij/zij voldoet aan de medische voorwaarden met een score 3 of 4, voor het criterium incontinentie, van het afhankelijkheidsrooster vastgelegd in het Koninklijk Besluit van 2 juni 1998 tot vaststelling van de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging voor het incontinentiemateriaal. De toelage wordt toegekend op voorlegging van een attest van het ziekenfonds of van een geneesheer.

b)      Hij/zij ontvangt, voor de aankoop van incontinentiemateriaal, een tegemoetkoming van het Vlaams Agentschap voor personen met een handicap. (Voorheen Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een handicap, genoemd.) De toelage wordt toegekend op voorlegging van de beslissing, van het Vlaams Agentschap voor personen met een handicap, tot betaling van incontinentiemateriaal.

2)      Het jaarlijks toekennen van een premie van € 21 aan personen ingeschreven in de gemeente met een medische reden (vb. incontinentie, nierdialyse, stomapatiënten, …) na voorlegging van een medisch attest.

3)      Het jaarlijks toekennen van een premie van € 21 aan door Kind & Gezin erkende onthaalouders ingeschreven in de gemeente en na voorlegging van een attest van Kind & Gezin.

4)      Het jaarlijks toekennen van een premie van € 50,40 voor kinderdagverblijven en minichrèches binnen de gemeente en die ingestapt zijn in het DIFTAR systeem.

5)      Het jaarlijks toekennen van een premie van € 60 aan scholen gelegen in de gemeente en die ingestapt zijn in het DIFTAR systeem.

6)      Het jaarlijks toekennen van een premie van € 60 aan jeugdverenigingen erkend door de jeugdraad, opgericht binnen de gemeente en die ingestapt zijn in het DIFTAR-systeem.

Artikel 2:

De toelage bedoeld in artikel 1 1°, 2° en 3° zal aan het gezinshoofd toegekend worden als uit de bevolkingsgegevens blijkt dat het gezin in het subsidiejaar in de gemeente woont en aan de gestelde voorwaarden voldoet.

De toelage bedoeld in artikel 1 1° en 2° zal toegekend worden op voorwaarde dat hij/zij het gevraagde attest voorlegt. Indien het een minderjarige persoon betreft zal de toelage toegekend worden aan het gezinshoofd van het gezin waarvan hij/zij deel van uitmaakt.

Artikel 3:

De toelage bedoeld in artikel 2 3° zal toegekend worden, op voorwaarde dat hij/zij het gevraagde attest voorlegt vóór 15 april van het aanslagjaar. Voor de datum van indiening kan een gemotiveerde afwijking worden toegestaan door het College van Burgemeester en Schepenen.

Artikel 4:

Dit besluit treedt in werking vanaf 1 januari 2020 en blijft van kracht tot en met 31 december 2025.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.4.Financiën. Goedkeuring toelagereglement aankoop compostvaten voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:unaniem
 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist om voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 ambtshalve een gemeentelijke toelage te verlenen aan alle inwoners van de gemeente die overgaan tot de aankoop van een compostvat of compostbak.

De aankoop van een compostvat inclusief mengstaaf of compostbak zal financieel ondersteund worden zodat de verkoopprijs wordt vastgesteld op € 30,00 voor een compostvat en op € 45,00 voor een compostbak. De verkoop van het compostvat of de compostbak gebeurt tegen afgifte van een ontvangstbewijs.

Artikel 2

Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.5.Financiën. Goedkeuring toelagereglement voor hemelwaterinstallaties en infiltratievoorzieningen voor woningen voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:unaniem
 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist om een gemeentelijke toelage te verlenen voor hemelwaterinstallaties en infiltratievoorzieningen voor woningen voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

Artikel 2:

horizontale dakoppervlakte

de oppervlakte van de projectie van de buitenafmetingen van het dak op een horizontaal vlak

hemelwater

verzamelnaam voor regen, sneeuw en hagel, met inbegrip van dooiwater

hemelwaterput/ hemelwaterreservoir

reservoir voor het opvangen en stockeren van hemelwater

hemelwaterinstallatie

het geheel van hemelwaterput met eventueel bijhorend leiding- en pompsysteem, filters enz. met het oog op hergebruik van hemelwater

infiltratie

het doorsijpelen van hemelwater in de bodem

infiltratievoorziening

een buffervoorziening waarbij de vertraagde afvoer gebeurt door infiltratie

gewestelijke stedenbouwkundige verordening

besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater

gebouw

vergunde woning of vergund lokaal

lokaal

vergund gebouw waarvan een vereniging gebruik maakt voor haar activiteiten

‘bestaande’ woning

woning waarvoor een bouwvergunning werd verkregen vóór 07/09/1999, d.w.z. 10 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad van de algemene bouwverordening inzake hemelwaterputten

verbouwing

een bouwproject waarbij 60 % of meer van de buitenmuren wordt behouden

herbouw

een bouwproject waarbij minder dan 60 % van de buitenmuren wordt behouden

Artikel 3:

Toelage

§3.1Binnen de perken van de jaarlijks op de begroting voorziene en goedgekeurde kredieten, verleent het college van burgemeester en schepenen voor een bestaand gebouw of bij verbouwing van een bestaand gebouw, een toelage voor de aanleg van een hemelwaterinstallatie indien gebouwd na 31 december 2018. Deze hemelwaterinstallatie moet voldoen aan de voorwaarden in art. 4 §4.1.

§3.2Binnen de perken van de jaarlijkse op de begroting voorziene en goedgekeurde kredieten verleent het college van burgemeester en schepenen een toelage voor de aanleg van een hemelwaterinstallatie indien aangelegd na 31 december 2018 bij nieuwbouw of herbouw van een gebouw en als de aanleg niet verplicht is volgens de gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor hemelwaterputten e.a. (2013). Deze hemelwaterinstallatie moet voldoen aan de voorwaarden in art. 4 §4.1.

§3.3Binnen de perken van de jaarlijks op de begroting voorziene en goedgekeurde kredieten,

verleent het college van burgemeester en schepenen een toelage voor de aanleg van een infiltratievoorziening indien aangelegd na 31 december 2018 en als de infiltratievoorziening niet verplicht is volgens de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten e.a. (2018). Deze infiltratievoorziening moet voldoen aan de voorwaarden in art. 4 §3.1.g en §3.2. Deze toelage kan gecumuleerd worden met de toelage voorzien in §3.1. of §3.2

Artikel 4:

Toekenningsvoorwaarden voor toelage

§4.1De hemelwaterinstallatie en de infiltratievoorziening zoals bedoeld in artikel 3 dienen te voldoen aan de richtlijnen zoals deze bepaald zijn in ‘Krachtlijnen voor een geïntegreerd rioleringsbeleid in Vlaanderen’, meer bepaald de ‘code van goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen’ en in tweede instantie aan de technische voorwaarden van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening voor hemelwaterputten e.a. (2013). De belangrijkste voorwaarden die hierin vervat zitten zijn:

Hemelwaterinstallaties

1)      De minimale inhoud van de hemelwaterput dient in overeenstemming te zijn met de aangesloten dakoppervlakte, met een minimum van 3000 l, zoals aangegeven in onderstaande tabel.

horizontale dakoppervlakte

minimale tankinhoud

50 tot 60 m2

3000 l

61 tot 80 m2

4000 l

81 tot 100 m2

5000 l

101 tot 120 m2

6000 l

121 tot 140 m2

7000 l

141 tot 160 m2

8000 l

161 tot 180 m2

9000 l

181 tot 200 m2

10000 l

> 200 m2

5000 l per 100 m2

Indien de horizontale dakoppervlakte niet groter is dan 75 m², is de installatie van een hemelwaterput bij nieuwbouw of herbouw van een gebouw niet verplicht, maar wordt wel een gemeentelijke toelage toegekend indien voldaan wordt aan de in dit reglement gestelde voorwaarden.

2)      De volledige dakoppervlakte is aangesloten op de hemelwaterput. Een toelage bij een onvolledig aangesloten dakoppervlakte is slechts toegestaan mits grondige motivering.

3)      Het hergebruik van het in de hemelwaterput gecapteerde water is verplicht door middel van een aangesloten pompinstallatie met een minimale aansluiting van 1 WC en de wasmachine en minimaal één aftappunt. Een pompinstallatie is niet verplicht indien de verschillende aftappunten gravitair gevoed kunnen worden.

4)      Er mag geen directe verbinding gecreëerd worden tussen het drinkwaternet en het leidingennet aangesloten op de hemelwaterput. Hiertoe dient de hemelwaterput met drinkwater bijgevuld te worden door middel van een bijvulsysteem met onderbreking overeenkomstig de code van goede praktijk, ofwel dient een afzonderlijk leidingencircuit voorzien te worden voor hemelwater en drinkwater.

5)      De overloop van de hemelwaterput wordt bij voorkeur aangesloten op een infiltratievoorziening op eigen terrein.

6)      De overloop kan ook aangesloten worden op een openbare infiltratievoorziening, een waterloop, gracht of een ander oppervlaktewater. Wanneer deze afvoermogelijkheden niet aanwezig zijn of aansluiting hierop niet haalbaar is, mag de overloop van de hemelwaterput aangesloten worden op het gedeelte van de openbare riolering bestemd voor de afvoer van hemelwater. Als er geen openbare riolering bestemd voor afvoer van hemelwater aanwezig is,  mag het hemelwater op de gemengde openbare riolering aangesloten worden. Wel moeten tot aan het lozingspunt op de openbare riolering het hemelwater en afvalwater gescheiden worden.

Infiltratievoorzieningen

Infiltratievoorzieningen moeten voldoen aan de volgende eisen:

         Het buffervolume moet in verhouding staan tot het gerealiseerd infiltratiedebiet.

         Het buffervolume van de infiltratievoorziening moet minimaal 300 liter per begonnen 20 m² aangesloten verharde oppervlakte (grondoppervlakte en dakoppervlakte) bedragen. Wanneer waterdoorlatende klinkers worden gebruikt, kan de helft van de aangesloten verharde oppervlakte in rekening worden gebracht om het buffervolume te bepalen.

         De oppervlakte van de infiltratievoorziening moet minimaal 2 m² per begonnen 100 m² aangesloten verharde oppervlakte bedragen.

§4.2Op de infiltratievoorziening wordt minstens 50 m2 dakoppervlak of verharding aangesloten.

§4.3De hemelwaterinstallatie en/of infiltratievoorziening is gebouwd na 31 december 2007 volgens, of in overeenstemming gebracht met, de code van goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen en in tweede instantie met de gewestelijke stedenbouwkundige verordening.

§4.4Een (voor eensluidend verklaard) afschrift van de facturen dient door de bouwheer voorgelegd te worden.

Artikel 5:

Toelagebedrag

§5.1De toelage voor de aanleg van een hemelwaterinstallatie bedraagt:

         € 289 voor aanslagjaar 2020

         € 295 voor aanslagjaar 2021

         € 301 voor aanslagjaar 2022

         € 307 voor aanslagjaar 2023

         € 313 voor aanslagjaar 2024

         € 319 voor aanslagjaar 2025

§5.2 De toelage voor de aanleg van een infiltratievoorziening bedraagt:

-€ 289 voor aanslagjaar 2020

-€ 295 voor aanslagjaar 2021

-€ 301 voor aanslagjaar 2022

-€ 307 voor aanslagjaar 2023

-€ 313 voor aanslagjaar 2024

-€ 319 voor aanslagjaar 2025

§5.3       Het toelagebedrag kan nooit de bewezen kosten overstijgen.

Artikel 6:

Controle

Vooraleer over te gaan tot de uitbetaling van de toelage zal een door de gemeente gemachtigde instantie of ambtenaar zich er van vergewissen dat aan de voorwaarden van het toelagereglement voldaan is. Blijken deze voorwaarden niet nageleefd, dan zal de toelage niet uitgekeerd worden. Het is de eigenaar op alle momenten toegestaan om de nodige aanpassingen door te voeren om alsnog voor de toelage in aanmerking te komen.

Artikel 7:

Aanvraag tot toelage

De aanvraag tot het bekomen van een toelage wordt bij voorkeur ingediend vóór de aanleg van de installatie. Deze aanvraag dient ten laatste 1 jaar na de facturatie te worden ingediend. Bij laattijdigheid kan de subsidie niet meer bekomen worden.

De aanvrager kan voor vragen over de aanleg van installaties en infiltratievoorzieningen terecht bij de milieudienst van de gemeente:

Milieudienst Hulshout

Prof. Dr. Vital Celenplein 2

2235 Hulshout

Tel: 015/22.94.84

milieu@hulshout.be

Artikel 8:

De toelage wordt aan de eigenaar, gebruiker of huurder (mits toestemming van de eigenaar) van een gebouw gelegen op het grondgebied van Hulshout slechts éénmalig toegekend.

Artikel 9:

Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.6.Financiën. Goedkeuring toelagereglement voor milieu-en natuurprojecten voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:unaniem
 

Enig artikel:

De gemeenteraad beslist om het toelagereglement milieu- en natuurprojecten voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 goed te keuren. Het reglement luidt als volgt:

Toelagereglement milieu- en natuurprojecten

Artikel 1:

Doelstelling en definitie

Onder de hierna bepaalde voorwaarden en binnen de kredieten, voorzien op het jaarlijks goedgekeurde budget van de gemeente, kan een subsidie verleend worden aan milieu- en natuurprojecten in de gemeente Hulshout.

De projectsubsidies hebben als doel organisaties actief rond natuur en milieu te ondersteunen bij het opzetten van projecten die bijdragen tot de verbetering van het milieu. Het toekennen van subsidies voor milieu- en natuurprojecten gebeurt door het college van burgemeester en schepenen.

Definitie van een project: Een project is een, in de tijd en middelen begrensde, activiteit om iets te creëren/organiseren. Het onderscheidt zich door zijn eenmalige karakter van een programma of proces en een duidelijk doel.

Artikel 2:

Toepassingsgebied

Alle organisaties actief rond milieu en natuur komen in aanmerking voor de projectsubsidies. De subsidies gaan bij voorkeur naar natuurverenigingen. De beoordeling gebeurt echter op merites van het ingediende project en niet de aanvrager.

Artikel 3:

Projectvoorwaarden

3.1. Minimumvoorwaarden

Het voorgestelde project moet minstens voldoen aan volgende voorwaarden:

         Het project heeft een tijdelijk karakter.

         Plaatsvinden op grondgebied Hulshout of Hulshout moet als hoofdplaats fungeren.

         Project heeft geen louter commercieel doel.

         Project valt buiten de gewone, reguliere werking van de vereniging.

         Het project draagt bij aan de algemene kwaliteit van het milieu en de leefomgeving.

         Het project bevindt zich op plaatsen met openbaar of semi-openbaar karakter.

         Project voor verfraaiing van privétuinen komen niet in aanmerking

3.2. Criteria

Bij de beoordeling van het project worden verder o.a. volgende criteria in acht genomen:

         Participatie van de Hulshoutse inwoners (wanneer het project wordt voorgedragen door een vereniging, worden andere Hulshoutenaren dan de eigen leden bedoeld).

         De bestemming van het saldo, duidelijk omschreven in de projectaanvraag.

PROCEDURE

Artikel 4:

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag dient te bevatten:

         Gegevens van de organiserende vereniging(en).

         Projectomschrijving en doelstelling.

         Datum van de geplande activiteit.

         Aftoetsing aan de minimumvoorwaarden en de criteria, vermeld onder artikel 3.1 en 3.2 van dit reglement.

         Bindende opgave van de eventuele kostprijs voor de deelnemers.

         Begroting met vermelding van alle rechtstreekse en onrechtstreekse uitgaven en rechtstreekse en onrechtstreekse inkomsten, die aan het project verbonden zijn (de vaste kosten van de vereniging worden niet in aanmerking genomen).

         Communicatieplan omtrent de activiteit.

         Verklaring betreffende de bestemming van het saldo.

Artikel 5:

Communicatie rond het project

De aanvrager verbindt zich ertoe om, indien zijn project geselecteerd wordt, bij elke communicatie betreffende dit project het logo van de gemeente te publiceren alsook te vermelden dat het project ondersteund wordt door het gemeentebestuur van Hulshout.

Artikel 6:

Indienen aanvragen milieu- en natuurprojectsubsidies

Elke aanvraag moet gericht worden aan de milieudienst.

Vanaf 2021 dienen alle projectaanvragen steeds voor 15 oktober in het voorgaande jaar ingediend te worden. Voor projecten in 2020 geldt een overgangsmaatregel (zie artikel 12). Het niet tijdig indienen van het aanvraagdossier sluit de vereniging uit van subsidiëring.

Het reglement en de aanvraagformulieren zijn beschikbaar op de website van de gemeente Hulshout: www.hulshout.be.

Bij de aanvraag dienen steeds de nodige bewijsstukken gevoegd te worden.

Artikel 7:

Behandeling aanvragen van de milieu- en natuurprojectsubsidies

De gemeentelijke milieudienst onderzoekt de aanvragen op volledigheid. De ontvankelijke aanvragen worden vervolgens met een gemotiveerd advies van de milieudienst voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen. Het college van burgemeester en schepenen oordeelt over de subsidieaanvraag en beslist of een project in aanmerking komt voor subsidiëring. Dit ten laatste op 1 december van het jaar voorafgaand het jaar waarin het project zal doorgaan.

Beslissingen waarbij het gemeentebestuur afwijkt van het advies van de milieudienst, moeten worden gemotiveerd. Een vereniging die gemeentelijke subsidie aanvraagt, dient elke vorm van controle te aanvaarden. De vereniging die valse of bedrieglijke gegevens meedeelt, wordt voor het lopende en volgende jaar voor subsidiëring uitgesloten. Toegekende subsidies van het dienstjaar kunnen worden teruggevorderd. Voor eenzelfde project kunnen geen aanvragen ingediend worden bij verschillende gemeentelijke diensten.

UITBETALING

Artikel 8:

Maximumbedrag projectsubsidies

Aan een geselecteerd project kan een maximumbedrag toegekend worden dat ten hoogste 4000 euro bedraagt rekening houdend met het voorzien budget. Indien het totale gevraagde subsidiebedrag van de goedgekeurde projecten het voorziene budget overstijgt zal het budget evenredig verdeeld worden over de goedgekeurde projecten. Het voor het project bepaalde maximumbedrag kan integraal dan wel gedeeltelijk als subsidie worden uitgekeerd (telkens volgens de modaliteiten voorzien in artikel 10). In het laatste geval kan de resterende som, of een deel ervan, na een tussentijdse evaluatie nog worden uitgekeerd, indien zulks noodzakelijk blijkt.

Artikel 9:

Besteding gewone projectsubsidies

De aanvrager(s) mag de subsidie enkel aanwenden voor het doel waarvoor deze is toegekend. Er wordt zo veel mogelijk gestreefd naar medewerkers op vrijwillige, niet-bezoldigde basis en naar redelijke prijsbesteding. Items die tegen winst verkocht worden, mogen niet ingediend worden als kost.

Artikel 10:

Uitbetalingsmodaliteiten projectsubsidies

Binnen de maand na de goedkeuring van het gemeentelijke budget voor het werkingsjaar waarin de activiteit plaatsvindt, wordt een voorschot van 75% van de toegekende subsidie (op basis van de gebudgetteerde kosten) uitgekeerd. Het saldo van 25% van de toegekende subsidie wordt uitgekeerd na voorlegging van een projectverslag en de vereiste bewijsstukken, en dit ten laatste op 15 december.

Artikel 11:

Evaluatie & uitbetaling gewone projectsubsidies

De aanvrager(s) dient de aanwending van de subsidie te staven door voorlegging van een gedetailleerde rekening van de activiteit, gestaafd met facturen en onkostennota’s. Deze bewijsstukken, samen met een projectverslag, moeten ingediend worden bij de milieudienst binnen de 2 maanden na afloop van het project waarvoor de subsidie werd aangewend. Indien de organisator het toegekende subsidiebedrag niet volledig kan verantwoorden, dan wordt enkel het restbedrag uitbetaald of het teveel uitbetaalde bedrag teruggevorderd.

Artikel 12:

Overgangsmaatregelen 2020

In het kalenderjaar 2020 kunnen projecten voor het werkingsjaar 2020 ingediend worden tot 1/09/2020.

Uitbetalingsmodaliteiten 2020

Na goedkeuring van het project wordt een voorschot van 75% van de toegekende subsidie (op basis van de gebudgetteerde kosten) uitgekeerd. Het saldo van 25% van de toegekende subsidie wordt uitgekeerd binnen de 2 maanden na voorlegging van een projectverslag en de vereiste bewijsstukken, en dit ten laatste op 15 december.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.7.Financiën. Goedkeuring toelagereglement voor aankoop natuurgebieden voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:AMENDEMENT 1
9 stemmen voor: Gust Van den Bruel, Rist Heylen, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims en Katrien Monsecour
11 stemmen tegen: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Tania Vrindts, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 onthoudingen
ALGEMEEN
11 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Tania Vrindts, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 stemmen tegen
9 onthoudingen: Gust Van den Bruel, Rist Heylen, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims en Katrien Monsecour
Motivatie onthouding Rist Heylen: wegens afkeuring van artikel 20 (amendement)

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist om binnen de perken van de jaarlijks voorziene budgetten toelagen te verlenen aan natuurverenigingen voor de aankoop van gronden, met de bedoeling deze in te richten en te beheren als natuurgebied.

Artikel 2:

Voor deze subsidiëring komt vzw Natuurpunt, Kardinaal Mercierplein 1 te 2800 Mechelen in aanmerking.

Artikel 3:

Bovengenoemde vereniging maakt aan het gemeentebestuur een afschrift van haar statuten over en geeft onmiddellijk kennisgeving van eventuele wijzigingen in haar statuten.

Artikel 4:

De aankoop van gronden wordt niet financieel ondersteund als deze verworven worden van een andere natuurvereniging.

Artikel 5:

Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 bedraagt de toelage maximum het restbedrag dat de vereniging zelf moet dragen, na uitputting van de subsidiemogelijkheden op onder andere Europees, Vlaams en provinciaal vlak. De gecumuleerde subsidie van de verschillende overheden mag nooit de 100% van de aankoopsom overschrijden. Als aankoopbedrag wordt beschouwd de initiële aankoopprijs, zoals deze voorkomt in de aankoopakte, met in begrip van de notaris- en registratiekosten. De vereniging bewijst deze kosten aan het gemeentebestuur. Het schepencollege kan te allen tijde per aankoop een limiet stellen aan de toelage.

Artikel 6:

De aanvraag tot het bekomen van een toelage voor de aankoop van gronden dient ingediend te worden bij het college van burgemeester en schepenen.

De aanvraag moet vergezeld zijn van:

         een uittreksel uit het kadaster met de kadastrale omschrijving van de betreffende gronden.

         een kopij van het gewestplan waarop de betreffende gronden zijn aangeduid.

         een opgave van de oppervlakte en een raming van de totale kosten en opgave van de geplande beheerswerken en alle mogelijke inlichtingen ter motivatie van de aankoop.

Artikel 7:

De aanvraag dient ten laatste op 15 oktober van het lopende jaar ingediend worden bij het gemeentebestuur van Hulshout.

Artikel 8:

Binnen de veertig dagen na de datum van ontvangst deelt het gemeentebestuur de aanvrager mee, in een gemotiveerd schrijven, of de geplande aankoop voor toelage in aanmerking komt of niet.

Artikel 9:

Na de aankoop stelt het schepencollege, op basis van de door de vereniging ingediende stukken, het precieze bedrag van de toelage vast. Van dit besluit wordt de aanvragende vereniging in kennis gesteld.

Artikel 10:

Op basis van het besluit vermeldt in art. 8 wordt overgegaan tot uitbetaling van de toelage.

Artikel 11:

De bestemming en het gebruik van de verworven gronden moeten uitdrukkelijk in de aankoopakte omschreven worden.

Artikel 12:

De gronden, waarvan de aankoop te Hulshout financieel werd ondersteund, mogen niet worden vervreemd, noch aan het gebruik en de bestemming als natuurgebied worden onttrokken zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het schepencollege.

Deze laatste kan voorwaarden binden aan de eventuele toestemming.

Artikel 13:

Deze toelage wordt  toegekend voor de aankoop van:

1)      gronden die op het gewestplan zijn aangeduid als groengebied d.w.z. bosgebied (4.2), groengebied (4.3), natuurgebied (4.3.1), natuurgebied met wetenschappelijke waarde (4.3.2) of natuurreservaten, parkgebied (4.4) en bufferzones (4.5),

2)      gronden die deel uitmaken van een speciale Europese beschermingszone in het kader van de Vogelrichtlijngebied of Habitatrichtlijngebied,

3)      gronden die op de biologische waarderingskaart versie 2 (2010) geklasseerd staan als biologisch waardevol of biologisch zeer waardevol.

De gemeente kan de subsidie weigeren als de gronden enkel voldoen aan punt 3.

Artikel 14:

De vereniging welke voor de aankoop van gronden toelages verkregen heeft, dient, zo zij in de mogelijkheden verkeert, een aanvraag tot erkenning van de betreffende gronden als natuurreservaat in te dienen in toepassing van het KB van 23 februari 1981 tot regeling voor het Vlaamse gewest van de erkenning en de subsidiëring van natuurreservaten.

Artikel 15:

De betrokken vereniging is gehouden steeds het toezicht van gemeenteambtenaren toe te staan en in de beheerscommissie een afgevaardigde van het gemeentebestuur toe te laten.

Artikel 16:

Alle betwistingen aangaande dit reglement worden beslecht door het college van burgemeester en schepenen.

Artikel 17:

Op het einde van elk werkingsjaar dient de natuurvereniging, welke een toelage verkreeg voor aankoop van gronden zoals bedoeld in art. 1, een jaarverslag alsook een beheersplan voor de betreffende percelen voor te leggen aan het gemeentebestuur.

Artikel 18:

Bij niet-naleving van dit reglement kan het gemeentebestuur overgaan tot de gehele of gedeeltelijke terugvordering van de verleende toelage.

Artikel 19:

Dit reglement treedt in werking vanaf 01 januari 2020 en blijft van kracht tot 31 december 2025.  Het staat het gemeentebestuur evenwel vrij het reglement jaarlijks aan te passen, zo dit nodig wordt geacht.

Na 31 december van het aanslagjaar zal het gemeentebestuur, samen met de commissie zoals vermeld in art. 15, de resultaten van dit reglement evalueren en overwegen om de werking ervan te verlengen met eventuele aanpassingen.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.8.Financiën. Goedkeuring reglement tot toekenning van de toelagen voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:unaniem
 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist aan onderstaande organisaties elk jaar een toelage toe te kennen:

Algemene rekening   Omschrijving            Bedrag

0160/64930000Unicef€ 375

0160/64930000Rode Kruis Vlaanderen€ 375

Artikel 2:

Dit toelagereglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.9.Financiën. Goedkeuring controle op de toekenning en aanwending van sommige toelagen voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025

BESLUIT:unaniem
 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist om de controle op de toekenning en aanwending van sommige toelagen voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 goed te keuren.

Artikel 2:

De wet van 14 november 1983 is niet van toepassing op de gemeentelijke toelagen met een waarde lager dan € 1239,47.

De trekkers van deze toelagen zijn enkel onderworpen aan de bepalingen van de artikelen 3 en 7, eerste lid, 1°, van de hiervoor vermelde wet.

Deze toelage wordt toegekend als werkingstoelage.

Artikel 3:

De verkrijgers van toelagen tussen € 1.239,47 en € 24.789,35 worden vrijgesteld van de door de wet van 14 november 1983 voorgeschreven verplichtingen, behalve deze volgend uit de bepalingen van de artikels 3 en 7, eerste lid.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.10.Financiën. Goedkeuring retributiereglement van de verkoop van compost, potgrond en zout op het gemeentelijk recyclagepark voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:11 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Tania Vrindts, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 stemmen tegen
10 onthoudingen: Gust Van den Bruel, Rist Heylen, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims en Katrien Monsecour

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist om voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een retributie te vestigen op de verkoop van Vlaco-compost, Vlaco-potgrond en zout.

Artikel 2:

De retributie wordt vastgesteld op:

         € 2 per zak van 40 liter Vlaco-compost, af te halen op het gemeentelijk recyclagepark.

         € 4 per zak van 40 liter topdressing of fijne Vlaco-compost, af te halen op het gemeentelijk recyclagepark.

         € 4 per zak van 50 liter Vlaco-potgrond, af te halen op het gemeentelijk recyclagepark.

         € 0,40/kg strooizout, af te halen op het gemeentelijke recyclagepark in de aangeboden zakken/hoeveelheden.

Artikel 3:

De retributie is verschuldigd door de aankoper en dient vooraf te worden betaald aan de financieel directeur of zijn afgevaardigde tegen afgifte van een betalingsbewijs.

Artikel 4:

Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.11.Financiën. Goedkeuring retributiereglement op de controle van IBA's in beheer door particulier voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:13 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Rist Heylen, Tania Vrindts, Katrien Monsecour, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 stemmen tegen
8 onthoudingen: Gust Van den Bruel, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen en Stefaan Pelgrims
Motivatie onthouding Kurt Winkelmans: voor een ecologische maatregel beter geen bijdragen vragen.

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist om voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een retributie te heffen voor de controle van IBA’s door de gemeente of zijn aangestelde op privaat eigendom.

Artikel 2:

De retributie is verschuldigd door de persoon die via een attest van de burgemeester een vrijstelling wegens ecologische redenen wenst te bekomen voor de saneringsbijdrage.

Artikel 3:

Het bedrag van de retributie bedraagt € 50.

Artikel 4:

Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.12.Financiën. Goedkeuring retributiereglement voor het ophalen van groot huisvuil, steen-en betonpuin en snoeihout op afroeping voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:11 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Tania Vrindts, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 stemmen tegen
10 onthoudingen: Gust Van den Bruel, Rist Heylen, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims en Katrien Monsecour

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist om voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een retributie te heffen voor het ophalen van steen- en betonpuin, groot huisvuil, snoeihout en kleine boomstronken.  De retributie is verschuldigd door de uitbaters van de inrichtingen en de particulieren, indien zij op hun verzoek deze afvalstoffen laten ophalen.

Artikel 2:

Ieder gezin kan, per kalenderjaar, maximum twee aanvragen voor het ophalen van steen- en betonpuin of snoeihout en kleine boomstronken indienen. De aanvragen moeten gebeuren door de inwoner van de woning of de eigenaar van het terrein waar het materiaal dient te worden opgehaald.

Artikel 3:

De retributies worden als volgt vastgesteld:

1)      steen- en betonpuin:

          € 80 per rit bij een hoeveelheid van minder dan een halve vrachtwagen (tot 4m³);

          in het andere geval € 135 per rit;

2)      snoeihout en kleine boomstronken kunnen maximum 2 x per jaar opgehaald worden:

          € 50 per rit bij een hoeveelheid minder dan een halve vrachtwagen (tot 4 m³);

          in het andere geval € 100 per rit 

3)      groot huisvuil, gezinnen en bedrijven:

          € 35 per m³ of begonnen m³ per ophaalbeurt;

Artikel 4:

De verschuldigde retributies en bedragen dienen voorafgaand aan de ophaling te worden betaald.
Het kwijtschrift, dat onmiddellijk wordt afgeleverd, dient op elk verzoek van de gemeentelijk aangestelde getoond te worden.

Artikel 5:

De retributies zijn onmiddellijk eisbaar.

Artikel 6:

Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.13.Financiën. Goedkeuring retributiereglement voor het occasioneel leveren van afval op het recyclagepark voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:AMENDEMENT 1
unaniem
ALGEMEEN
11 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Tania Vrindts, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 stemmen tegen
10 onthoudingen: Gust Van den Bruel, Rist Heylen, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims en Katrien Monsecour

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist om een retributie te heffen op het occasioneel leveren van afval op het recyclagepark voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

Artikel 2:

Voor de brengmethode naar het recyclagepark worden volgende retributies vastgesteld:

         grof vuil/niet toewijsbaar afval:

          € 4,00 per 1/5 m³

          € 8,00 per 2/5 m³

          € 12,00 per 3/5 m³

          € 16,00 per 4/5 m³

          € 20,00 per 1 m³

         bouw- en sloopafval:

          steen- en betonpuin:

          € 3,00 per 1/5 m³

          € 6,00 per 2/5 m³

          € 9,00 per 3/5 m³

          € 12,00 per 4/5 m³

          € 15,00 per 1 m³

          roofing:

          € 5,00 per 1/5 m³

          € 10,00 per 2/5 m³

          € 15,00 per 3/5 m³

          € 20,00 per 4/5 m³

          € 25,00 per 1 m³

          kalkhoudende producten:

          € 4,00 per 1/5 m³

          € 8,00 per 2/5 m³

          € 12,00 per 3/5 m³

          € 16,00 per 4/5 m³

          € 20,00 per 1 m³

          groenafval:

          € 1,00 per 1/5 m³

          € 2,00 per 2/5 m³

          € 3,00 per 3/5 m³

          € 4,00 per 4/5 m³

          € 5,00 per 1 m³

          hakselbaar hout:

          € 1,00 per 1/5 m³

          € 2,00 per 2/5 m³

          € 3,00 per 3/5 m³

          € 4,00 per 4/5 m³

          € 5,00 per 1 m³

          houtafval:

          € 3,00 per 1/5 m³

          € 6,00 per 2/5 m³

          € 9,00 per 3/5 m³

          € 12,00 per 4/5 m³

          € 15,00 per 1 m³

          Harde kunststoffen:

          € 1,00 per 1/5 m³

          € 2,00 per 2/5 m³

          € 3,00 per 3/5 m³

          € 4,00 per 4/5 m³

          € 5,00 per 1 m³

          Professioneel AEEA:

          € 25,00 per professioneel toestel ingeleverd door een particulier of Hulshoutse vereniging.

Alle retributies zijn verschuldigd vanaf de begonnen hoeveelheid.

Artikel 3:

Voor de brengmethode naar het recyclagepark worden volgende retributies vastgesteld:

          Asbesthoudend afval:

          € 6,00 per 1/5 m³

          € 12,00 per 2/5 m³

          € 18,00 per 3/5 m³

          € 24,00 per 4/5 m³

          € 30,00 per 1 m³

De vastgestelde retributie voor asbesthoudend afval is per gezin verschuldigd voor de hoeveelheden die 1 m³ per gezin per jaar overschrijden.

Artikel 4:

De hiervoor vastgestelde retributies zijn verschuldigd door de aanbrenger van de afvalstoffen.

Artikel 5:

De retributie wordt contant geheven op het ogenblik van het aanvoeren van het afval.

Artikel 6:

Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.14.Financiën. Goedkeuring retributiereglement voor de bestrijding processierupsen op privaat domein voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:ALGEMEEN
11 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Tania Vrindts, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 stemmen tegen
10 onthoudingen: Gust Van den Bruel, Rist Heylen, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims en Katrien Monsecour

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist om voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een retributie te vestigen op het bestrijden van de eikenprocessierupsen op het privaat domein.

Artikel 2:

Voor het bestrijden van de eikenprocessierupsen op het privaat domein volgende retributiebedragen vast te stellen:

         Curatieve behandeling van de bomen door afbranden of wegzuigen uitgevoerd door de gemeente of door de firma aangesteld door de gemeente:

          € 25 voor de eerste boom en € 12,5 per bijkomende boom indien de te behandelen bomen manueel worden behandeld.

Artikel 3:

De vastgestelde retributie wordt ten laste gelegd van de aanvrager – natuurlijke persoon of rechtspersoon – van de tussenkomst.

Artikel 4:

Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.15.Financiën. Goedkeuring retributiereglement voor het aanvragen van een omgevingsvergunning, voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:11 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Tania Vrindts, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 stemmen tegen
10 onthoudingen: Gust Van den Bruel, Rist Heylen, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims en Katrien Monsecour

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist om een retributie te heffen op de aanvraag tot het bekomen van een omgevingsvergunning voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025. 

Artikel 2:

De retributie is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die de aanvraag indient.

Artikel 3:

De retributie op de aanvraag van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden wordt als volgt vastgesteld:

1)      Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden of voor het bijstellen van een verkaveling, zonder wegenaanleg:

a)      aanslagjaar 2020: € 60, verhoogd met € 20 per lot.

b)      aanslagjaar 2021: € 61, verhoogd met € 20 per lot.

c)       aanslagjaar 2022: € 62, verhoogd met € 20 per lot.

d)      aanslagjaar 2023: € 63, verhoogd met € 20 per lot.

e)      aanslagjaar 2024: € 64, verhoogd met € 20 per lot.

f)        aanslagjaar 2025: € 65, verhoogd met € 20 per lot.

2)      Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden of voor het bijstellen van een verkaveling, met wegenaanleg:

a)      aanslagjaar 2020: € 121, verhoogd met € 20 per lot.

b)      aanslagjaar 2021: € 123, verhoogd met € 20 per lot.

c)       aanslagjaar 2022: € 125, verhoogd met € 20 per lot.

d)      aanslagjaar 2023: € 128, verhoogd met € 20 per lot.

e)      aanslagjaar 2024: € 131, verhoogd met € 20 per lot.

f)        aanslagjaar 2025: € 134, verhoogd met € 20 per lot.

Bovenstaande tarieven worden telkens verhoogd met de kosten van het openbaar onderzoek en de kosten van de in  te winnen adviezen.

Artikel 4:

De retributie voor het indienen van een melding wordt als volgt vastgesteld:

3)      Voor het indienen van een melding van stedenbouwkundige handelingen of de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit:

a)      aanslagjaar 2020: € 31

b)      aanslagjaar 2021: € 32

c)       aanslagjaar 2022: € 33

d)      aanslagjaar 2023: € 34

e)      aanslagjaar 2024: € 35

f)        aanslagjaar 2025: € 36

4)      Voor het indienen van een melding van de overdracht van een vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit

a)      aanslagjaar 2020: € 31

b)      aanslagjaar 2021: € 32

c)       aanslagjaar 2022: € 33

d)      aanslagjaar 2023: € 34

e)      aanslagjaar 2024: € 35

f)        aanslagjaar 2025: € 36

Artikel 5:

De retributie voor de aanvragen van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit wordt als volgt vastgesteld:

5)      voor de aanvraag van een omgevingsvergunning waarvoor de medewerking van een architect vereist is

a)      aanslagjaar 2020:  € 60, verhoogd met € 60 per woongelegenheid te vertrekken vanaf de 2de woongelegenheid, eventuele bestaande woongelegenheden meegerekend.

b)      aanslagjaar 2021:  € 61, verhoogd met € 61 per woongelegenheid te vertrekken vanaf de 2de woongelegenheid, eventuele bestaande woongelegenheden meegerekend.

c)       aanslagjaar 2022:  € 62, verhoogd met € 62 per woongelegenheid te vertrekken vanaf de 2de woongelegenheid, eventuele bestaande woongelegenheden meegerekend.

d)      aanslagjaar 2023:  € 63, verhoogd met € 63 per woongelegenheid te vertrekken vanaf de 2de woongelegenheid, eventuele bestaande woongelegenheden meegerekend.

e)      aanslagjaar 2024:  € 64, verhoogd met € 64 per woongelegenheid te vertrekken vanaf de 2de woongelegenheid, eventuele bestaande woongelegenheden meegerekend.

f)        aanslagjaar 2025:  € 65, verhoogd met € 65 per woongelegenheid te vertrekken vanaf de 2de woongelegenheid, eventuele bestaande woongelegenheden meegerekend.

6)      voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor verhardingen, infrastructuur of technische werken

a)      aanslagjaar 2020: € 60

b)      aanslagjaar 2021: € 61

c)       aanslagjaar 2022: € 62

d)      aanslagjaar 2023: € 63

e)      aanslagjaar 2024: € 64

f)        aanslagjaar 2025: € 65

7)      voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor terreinaanlegwerken

a)      aanslagjaar 2020: € 60

b)      aanslagjaar 2021: € 61

c)       aanslagjaar 2022: € 62

d)      aanslagjaar 2023: € 63

e)      aanslagjaar 2024: € 64

f)        aanslagjaar 2025: € 65

8)      voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor handelingen aan en rond gebouwen, functiewijzigingen of wijzigingen van het aantal woongelegenheden, waarvoor de medewerking van een architect niet vereist is.

a)      aanslagjaar 2020: € 31 verhoogd met € 31 per woongelegenheid te vertrekken vanaf de 2de woongelegenheid, eventuele bestaande woongelegenheden meegerekend.

b)      aanslagjaar 2021: € 32 verhoogd met € 32 per woongelegenheid te vertrekken vanaf de 2de woongelegenheid, eventuele bestaande woongelegenheden meegerekend.

c)       aanslagjaar 2022: € 33 verhoogd met € 33 per woongelegenheid te vertrekken vanaf de 2de woongelegenheid, eventuele bestaande woongelegenheden meegerekend.

d)      aanslagjaar 2023: € 34 verhoogd met € 34 per woongelegenheid te vertrekken vanaf de 2de woongelegenheid, eventuele bestaande woongelegenheden meegerekend.

e)      aanslagjaar 2024: € 35 verhoogd met € 35 per woongelegenheid te vertrekken vanaf de 2de woongelegenheid, eventuele bestaande woongelegenheden meegerekend.

f)        aanslagjaar 2025: € 36 verhoogd met € 36 per woongelegenheid te vertrekken vanaf de 2de woongelegenheid, eventuele bestaande woongelegenheden meegerekend.

9)      voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor het plaatsen van publiciteitsinrichtingen

a)      aanslagjaar 2020: € 31

b)      aanslagjaar 2021: € 32

c)       aanslagjaar 2022: € 33

d)      aanslagjaar 2023: € 34

e)      aanslagjaar 2024: € 35

f)        aanslagjaar 2025: € 36

10)  voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor een nieuwe ingedeelde inrichting of activiteit

a)      van klasse 1

i)        aanslagjaar 2020: € 606

ii)       aanslagjaar 2021: € 618

iii)     aanslagjaar 2022: € 630

iv)     aanslagjaar 2023: € 643

v)       aanslagjaar 2024: € 656

vi)     aanslagjaar 2025: € 669

b)      van klasse 2

i)        aanslagjaar 2020: € 118

ii)       aanslagjaar 2021: € 120

iii)     aanslagjaar 2022: € 122

iv)     aanslagjaar 2023: € 124

v)       aanslagjaar 2024: € 126

vi)     aanslagjaar 2025: € 129

11)  voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor een verandering van een ingedeelde inrichting of activiteit die na de verandering ingedeeld blijft als inrichting of activiteit

a)      van klasse 1

i)        aanslagjaar 2020: € 606

ii)       aanslagjaar 2021: € 618

iii)     aanslagjaar 2022: € 630

iv)     aanslagjaar 2023: € 643

v)       aanslagjaar 2024: € 656

vi)     aanslagjaar 2025: € 669

b)      van klasse 2

i)        aanslagjaar 2020: € 118

ii)       aanslagjaar 2021: € 120

iii)     aanslagjaar 2022: € 122

iv)     aanslagjaar 2023: € 124

v)       aanslagjaar 2024: € 126

vi)     aanslagjaar 2025: € 129

12)  voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de omzetting van een milieuvergunning die is ingediend vanaf 10 september 2002 en verleend is voor een termijn van 20 jaar, in een omgevingsvergunning van onbepaalde duur.

a)      van klasse 1

i)        aanslagjaar 2020: € 606

ii)       aanslagjaar 2021: € 618

iii)     aanslagjaar 2022: € 630

iv)     aanslagjaar 2023: € 643

v)       aanslagjaar 2024: € 656

vi)     aanslagjaar 2025: € 669 

b)      van klasse 2

i)        aanslagjaar 2020: € 118

ii)       aanslagjaar 2021: € 120

iii)     aanslagjaar 2022: € 122

iv)     aanslagjaar 2023: € 124

v)       aanslagjaar 2024: € 126

vi)     aanslagjaar 2025: € 129

13)  Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor het hernieuwen van een milieuvergunning

a)      van klasse 1

i)        aanslagjaar 2020: € 606

ii)       aanslagjaar 2021: € 618

iii)     aanslagjaar 2022: € 630

iv)     aanslagjaar 2023: € 643

v)       aanslagjaar 2024: € 656

vi)     aanslagjaar 2025: € 669 

b)      van klasse 2

i)        aanslagjaar 2020: € 118

ii)       aanslagjaar 2021: € 120

iii)     aanslagjaar 2022: € 122

iv)     aanslagjaar 2023: € 124

v)       aanslagjaar 2024: € 126

vi)     aanslagjaar 2025: € 129

14)  voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor het hernieuwen van een omgevingsvergunning voor een bestaande ingedeelde inrichting of activiteit

a)      van klasse 1

i)        aanslagjaar 2020: € 606

ii)       aanslagjaar 2021: € 618

iii)     aanslagjaar 2022: € 630

iv)     aanslagjaar 2023: € 643

v)       aanslagjaar 2024: € 656

vi)     aanslagjaar 2025: € 669 

b)      van klasse 2

i)        aanslagjaar 2020: € 118

ii)       aanslagjaar 2021: € 120

iii)     aanslagjaar 2022: € 122

iv)     aanslagjaar 2023: € 124

v)       aanslagjaar 2024: € 126

vi)     aanslagjaar 2025: € 129

15)  voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor het hernieuwen van een omgevingsvergunning voor ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst, tenzij de wijziging of aanvulling van de indelingslijst tot gevolg heeft dat een project-MER of een omgevingsveiligheidsrapport moet worden opgesteld, of een passende beoordeling moet worden uitgevoerd

a)      van klasse 1

i)        aanslagjaar 2020: € 606

ii)       aanslagjaar 2021: € 618

iii)     aanslagjaar 2022: € 630

iv)     aanslagjaar 2023: € 643

v)       aanslagjaar 2024: € 656

vi)     aanslagjaar 2025: € 669

b)      van klasse 2

i)        aanslagjaar 2020: € 118

ii)       aanslagjaar 2021: € 120

iii)     aanslagjaar 2022: € 122

iv)     aanslagjaar 2023: € 124

v)       aanslagjaar 2024: € 126

vi)     aanslagjaar 2025: € 129

16)  Voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor een verzoek tot bijstelling of vraag tot afwijking van de milieuvoorwaarden die gelden voor een ingedeelde inrichting of activiteit

a)      Ingediend door de exploitant van de ingedeelde inrichting of activiteit

i)        van klasse 1

1)      aanslagjaar 2020: € 606

2)      aanslagjaar 2021: € 618

3)      aanslagjaar 2022: € 630

4)      aanslagjaar 2023: € 643

5)      aanslagjaar 2024: € 656

6)      aanslagjaar 2025: € 669

ii)       van klasse 2

1)      aanslagjaar 2020: € 118

2)      aanslagjaar 2021: € 120

3)      aanslagjaar 2022: € 122

4)      aanslagjaar 2023: € 124

5)      aanslagjaar 2024: € 126

6)      aanslagjaar 2025: € 129

b)      Betrokken burger  of vereniging

i)        van klasse 1

1)      aanslagjaar 2020: € 118

2)      aanslagjaar 2021: € 120

3)      aanslagjaar 2022: € 122

4)      aanslagjaar 2023: € 124

5)      aanslagjaar 2024: € 126

6)      aanslagjaar 2025: € 129

ii)       van klasse 2

1)      aanslagjaar 2020: € 31

2)      aanslagjaar 2021: € 32

3)      aanslagjaar 2022: € 33

4)      aanslagjaar 2023: € 34

5)      aanslagjaar 2024: € 35

6)      aanslagjaar 2025: € 36

c)       Andere hoedanigheid:
De bevoegde dienst van de gemeente, de toezichthouder, leidend ambtenaar van een adviesinstantie, de provinciale en gewestelijke omgevingsvergunningscommissie zijn vrijgesteld.

17)  Mededeling met de vraag tot omzetting van een milieuvergunning, die werd ingediend vanaf 10 september 2002 en werd verleend voor een termijn van 20 jaar, naar een omgevingsvergunning van onbepaalde duur

a)      van klasse 1

i)        aanslagjaar 2020: € 606

ii)       aanslagjaar 2021: € 618

iii)     aanslagjaar 2022: € 630

iv)     aanslagjaar 2023: € 643

v)       aanslagjaar 2024: € 656

vi)     aanslagjaar 2025: € 669

b)      van klasse 2

i)        aanslagjaar 2020: € 118

ii)       aanslagjaar 2021: € 120

iii)     aanslagjaar 2022: € 122

iv)     aanslagjaar 2023: € 124

v)       aanslagjaar 2024: € 126

vi)     aanslagjaar 2025: € 129

Bovenstaande tarieven worden telkens verhoogd met de kosten van het openbaar onderzoek en de kosten van de in  te winnen adviezen.

Wanneer een aanvraag voor een omgevingsvergunning onder meerdere categorieën valt, wordt de hoogste retributie aangerekend. 

Artikel 6:

De retributie voor de aanvragen van een omgevingsvergunning voor kleinhandelsactiviteiten wordt als volgt vastgesteld:

         aanslagjaar 2020: € 121

         aanslagjaar 2021: € 123

         aanslagjaar 2022: € 125

         aanslagjaar 2023: € 128

         aanslagjaar 2024: € 131

         aanslagjaar 2025: € 134

Wanneer een aanvraag voor een omgevingsvergunning onder meerdere categorieën valt, wordt de hoogste retributie aangerekend. 

Artikel 7:

De retributie voor de aanvragen van een omgevingsvergunning voor vegetatiewijzigingen wordt als volgt vastgesteld:

         aanslagjaar 2020: € 60

         aanslagjaar 2021: € 61

         aanslagjaar 2022: € 62

         aanslagjaar 2023: € 63

         aanslagjaar 2024: € 64

         aanslagjaar 2025: € 65

Wanneer een aanvraag voor een omgevingsvergunning onder meerdere categorieën valt, wordt de hoogste retributie aangerekend. 

Artikel 8:

Er is geen retributie verschuldigd voor het aanvragen van een omgevingsvergunning, wanneer het een aanvraag betreft tot het plaatsen van fotovoltaïsche zonnepanelen, zonneboilers, kleinschalige particuliere windmolens, een installatie voor warmtekrachtkoppeling, een warmtepomp of gelijkaardige milieuvriendelijke ingrepen zonder daarbij enige andere vergunningsplichtige ingreep aan te vragen.

Artikel 9:

Er is geen retributie verschuldigd voor een aanvraag tot een uitsluitend tijdelijk ingedeelde inrichting of activiteit.

Artikel 10:

Er is geen retributie verschuldigd voor aanvragen die onontvankelijk of onvolledig worden verklaard.

Artikel 11:

De hoogte van de retributie wordt berekend door de gemeente.

De retributie moet worden betaald binnen de 30 dagen na ontvangst van het schrijven waarin de gemeente verzoekt om de retributie te betalen, door middel van een storting op het rekeningnummer vermeld in een schrijven van het gemeentebestuur.

Artikel 12:

Bij gebrek aan betaling in der minne zal de retributie burgerrechtelijk ingevorderd worden.

Artikel 13:

Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.16.Financien. Goedkeuring retributiereglement voor het aanvragen, het opzoeken, het samenstellen en het afleveren van een stedenbouwkundig of planologisch attest en stedenbouwkundige inlichtingen en uittreksels voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:11 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Tania Vrindts, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 stemmen tegen
10 onthoudingen: Gust Van den Bruel, Rist Heylen, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims en Katrien Monsecour

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist om het retributiereglement voor het aanvragen, het opzoeken, het samenstellen en het afleveren van een stedenbouwkundig of planologisch attest en stedenbouwkundige inlichtingen en uittreksels voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 goed te keuren.

Artikel 2:

Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2020.

Artikel 3:

De retributie is verschuldigd door de persoon die het stuk of de inlichting vraagt of een aanvraag indient.

Artikel 4:

De retributie wordt voor de aanvragen van een stedenbouwkundig of planologisch attest of van stedenbouwkundige inlichtingen of uittreksels als volgt vastgesteld:

1° een stedenbouwkundig attest:

- aanslagjaar 2020: 60 EUR

- aanslagjaar 2021: 61 EUR

- aanslagjaar 2022: 63 EUR

- aanslagjaar 2023: 64 EUR

- aanslagjaar 2024: 65 EUR

- aanslagjaar 2025: 66 EUR

2° een planologisch attest:

- aanslagjaar 2020: 182 EUR

- aanslagjaar 2021: 185 EUR

- aanslagjaar 2022: 189 EUR

- aanslagjaar 2023: 193 EUR

- aanslagjaar 2024: 197 EUR

- aanslagjaar 2025: 200 EUR

3° stedenbouwkundige inlichtingen:

- aanslagjaar 2020: 91 EUR

- aanslagjaar 2021: 93 EUR

- aanslagjaar 2022: 94 EUR

- aanslagjaar 2023: 96 EUR

- aanslagjaar 2024: 98 EUR

- aanslagjaar 2025: 100 EUR

4° een stedenbouwkundig uittreksel:

- aanslagjaar 2020: 60 EUR

- aanslagjaar 2021: 61 EUR

- aanslagjaar 2022: 63 EUR

- aanslagjaar 2023: 64 EUR

- aanslagjaar 2024: 65 EUR

- aanslagjaar 2025: 66 EUR

5° een uittreksel uit het vergunningenregister:

- aanslagjaar 2020: 31 EUR

- aanslagjaar 2021: 31 EUR

- aanslagjaar 2022: 32 EUR

- aanslagjaar 2023: 32 EUR

- aanslagjaar 2024: 33 EUR

- aanslagjaar 2025: 34 EUR

6° een uittreksel uit het plannenregister:

- aanslagjaar 2020: 31 EUR

- aanslagjaar 2021: 31 EUR

- aanslagjaar 2022: 32 EUR

- aanslagjaar 2023: 32 EUR

- aanslagjaar 2024: 33 EUR

- aanslagjaar 2025: 34 EUR

7° een ander soort stedenbouwkundige informatie dan vermeld onder 1°, 2°, 3°, 4°, 5° en 6°:

- aanslagjaar 2020: 91 EUR

- aanslagjaar 2021: 93 EUR

- aanslagjaar 2022: 94 EUR

- aanslagjaar 2023: 96 EUR

- aanslagjaar 2024: 98 EUR

- aanslagjaar 2025: 100 EUR

Artikel 5:

De retributie moet betaald worden bij het afleveren van het stuk of de inlichting. Indien het stuk wordt verzonden, moet de retributie betaald worden binnen de 30 dagen na ontvangst van het stuk door middel van storting op het rekeningnummer vermeld in een schrijven van het gemeentebestuur.

Artikel 6:

Bij gebrek aan betaling in der minne zal de retributie burgerrechtelijk ingevorderd worden.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.17.Financiën. Goedkeuring retributiereglement op de afgifte van conformiteitsattesten voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:11 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Tania Vrindts, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 stemmen tegen
10 onthoudingen: Gust Van den Bruel, Rist Heylen, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims en Katrien Monsecour

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist het retributiereglement op de afgifte van conformiteitsattesten voor de aanslagjaren 2020 tem 2025 goed te keuren.

Artikel 2:

De retributie is vastgesteld als volgt:

         Voor een conformiteitsattest voor een kamerwoning : € 12,50 per kamer, met een minimum van € 62,50 en een maximum van € 1.250,00;

         Voor een conformiteitsattest voor een zelfstandige woning : € 62,50.

Artikel 3:

Van deze retributie zijn vrijgesteld :

         Woningen die ingehuurd worden door een sociaal verhuurkantoor

         De afgifte van een conformiteitsattest voor een kamerwoning afgeleverd overeenkomstig artikel 9 & 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 oktober 2003 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers

         De afgifte van een conformiteitsattest voor een woning afgeleverd overeenkomstig artikel 21 § 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 oktober 1998 betreffende de kwaliteitsbewaking, het recht van voorkoop en het sociaal beheersrecht op woningen

Artikel 4:

De retributie is verschuldigd door de persoon die het stuk vraagt.

Artikel 5:

De retributie moet betaald worden bij het afleveren van het stuk. Indien het stuk wordt verzonden, moet de retributie betaald worden binnen de 30 dagen na ontvangst van het stuk door middel van storting op het rekeningnummer vermeld in een schrijven van het gemeentebestuur.

Artikel 6:

Bij gebrek aan betaling in der minne zal de retributie burgerrechtelijk ingevorderd worden.

Artikel 7:

De Woondienst van de gemeente is gemachtigd tot opmaak van technische verslagen en adviezen in het kader van de conformiteit.  De conformiteitsattesten dienen bekrachtigd te worden door het College van Burgemeester en Schepenen.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.18.Financiën. Goedkeuring retributiereglement voor het uitvoeren van werken door de technische dienst voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:11 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Tania Vrindts, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 stemmen tegen
10 onthoudingen: Gust Van den Bruel, Rist Heylen, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims en Katrien Monsecour

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist het retributiereglement voor het uitvoeren van werken door de technische dienst voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 goed te keuren.

Artikel 2:

Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 wordt ten behoeve van de gemeente onder de navolgende voorwaarden een retributie gevorderd voor het verhalen van de kosten die voortvloeien uit opdrachten van de hulpdiensten of uit andere werkzaamheden.

Artikel 3:

De tarieven worden als volgt vastgelegd:

         Werkuren arbeider op alle werkdagen (inclusief zaterdag) tussen 6.00 en 22.00 uur:

          voor aanslagjaar 2020: € 38,00/uur

          voor aanslagjaar 2021: € 38,75/uur

          voor aanslagjaar 2022: € 39,55/uur

          voor aanslagjaar 2023: € 40,30/uur

          voor aanslagjaar 2024: € 41,10/uur

          voor aanslagjaar 2025: € 41,95/uur

         Kostprijs huren kraan met operator:

          voor aanslagjaar 2020: € 752/dag

          voor aanslagjaar 2021: € 767/dag

          voor aanslagjaar 2022: € 782/dag

          voor aanslagjaar 2023: € 798/dag

          voor aanslagjaar 2024: € 814/dag

          voor aanslagjaar 2025: € 830/dag

         Kostprijs aanleg en/of uitbreiding van een oprit in betonstraatstenen:

          voor aanslagjaar 2020: € 115/m²

          voor aanslagjaar 2021: € 118/m²

          voor aanslagjaar 2022: € 120/m²

          voor aanslagjaar 2023: € 122/m²

          voor aanslagjaar 2024: € 125/m²

          voor aanslagjaar 2025: € 127/m²

         Kostprijs aanleg infiltreerbare berm met grastegels:

          voor aanslagjaar 2020: € 115/m²

          voor aanslagjaar 2021: € 118/m²

          voor aanslagjaar 2022: € 120/m²

          voor aanslagjaar 2023: € 122/m²

          voor aanslagjaar 2024: € 125/m²

          voor aanslagjaar 2025: € 127/m²

         Administratieve kost per dossier:

          voor aanslagjaar 2020: € 43

          voor aanslagjaar 2021: € 44

          voor aanslagjaar 2022: € 45

          voor aanslagjaar 2023: € 46

          voor aanslagjaar 2024: € 47

          voor aanslagjaar 2025: € 48

Artikel 4:

Tijdens de niet-reguliere werktijden worden de tarieven als volgt vastgelegd:

         Werkuren arbeider op alle werkdagen (inclusief zaterdag) tussen 22.00 – 06.00 u:

          voor aanslagjaar 2020: € 47,50/uur

          voor aanslagjaar 2021: € 48,44/uur

          voor aanslagjaar 2022: € 49,44/uur

          voor aanslagjaar 2023: € 50,38/uur

          voor aanslagjaar 2024: € 51,38/uur

          voor aanslagjaar 2025: € 52,44/uur

         Werkuren arbeider op zon- en feestdagen:

          voor aanslagjaar 2020: € 76,00/uur

          voor aanslagjaar 2021: € 77,50/uur

          voor aanslagjaar 2022: € 79,10/uur

          voor aanslagjaar 2023: € 80,60/uur

          voor aanslagjaar 2024: € 82,20/uur

          voor aanslagjaar 2025: € 83,90/uur

Artikel 5:

Indien één of meerder personen onvoorzien opgeroepen te worden, worden de tarieven uit artikel 4 vermeerderd met:

         voor aanslagjaar 2020: € 152,00 per opgeroepen persoon

         voor aanslagjaar 2021: € 155,00 per opgeroepen persoon

         voor aanslagjaar 2022: € 158,20 per opgeroepen persoon

         voor aanslagjaar 2023: € 161,20 per opgeroepen persoon

         voor aanslagjaar 2024: € 164,40 per opgeroepen persoon

         voor aanslagjaar 2025: € 167,80 per opgeroepen persoon

Artikel 6:

De retributie is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon en betaalbaar door betaling in handen van de financieel directeur die hiervoor kwijting zal geven of door overschrijving op het rekeningnummer van het gemeentebestuur van Hulshout. De retributie is betaalbaar na toezending van de rekening.

Artikel 7:

Dit retributiereglement treedt in werking vanaf 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.19.Financiën. Goedkeuring retributiereglement op het ruimen van grachten op private eigendom voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:11 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Tania Vrindts, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 stemmen tegen
10 onthoudingen: Gust Van den Bruel, Rist Heylen, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims en Katrien Monsecour

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist het retributiereglement voor het ruimen van grachten op private eigendom voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 goed te keuren.

Artikel 2:

De retributie is verschuldigd door de persoon die gebruik wenst te maken van deze dienst of die artikel 214 van het gemeentelijk politiereglement niet naleeft en waarbij de gemeente het noodzakelijk acht om over te gaan tot de ambtshalve ruiming van de gracht (art. 216); 

Artikel 3:

De retributie wordt vastgesteld op:

         Kostprijs ruimen:

          machinale ruiming: € 2,50 per lm

          manuele ruiming: € 10 per lm

         Kostprijs voor het verwijderen, afvoeren en laten verwerken van het specie uit de gracht:

          Groenafval: € 4,00/lm

          Slib cat. 1: € 1,50/lm

          Slib cat. 2: € 2,00/lm

          Slib cat. 3: € 4,50/lm

          Slib cat. 4: € 5,00/lm

          Slib cat. 5: € 6,00/lm

Bij een noodzakelijke ruiming uitgevoerd door de gemeente zal de retributie achteraf worden verrekend, nadat de aangelande is aangemaand om de noodzakelijke werken alsnog uit te voeren.

Artikel 4:

De retributie moet betaald worden voor de uitvoering van de werken en er moet rekening gehouden worden met navermelde voorwaarden:

Vrije doorgang op eigendom en naast gracht.

Het slib wordt op de oever gedeponeerd of afgevoerd volgens de bepalingen van het VLAREA.

Verwijderen en terugplaatsen van aanplantingen en andere obstakels zijn niet inbegrepen in de werken.

Artikel 5:

Dit besluit treedt in werking vanaf 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.20.Financiën. Goedkeuring retributiereglement op de standplaatsen op de openbare weg voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:AMENDEMENT 1
10 stemmen voor: Gust Van den Bruel, Rist Heylen, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims en Katrien Monsecour
11 stemmen tegen: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Tania Vrindts, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 onthoudingen
ALGEMEEN
11 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Tania Vrindts, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 stemmen tegen
10 onthoudingen: Gust Van den Bruel, Rist Heylen, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims en Katrien Monsecour

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist het retributiereglement betreffende de standplaatsen op de openbare weg voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 goed te keuren.

Artikel 2:

Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2020.

Artikel 3:

Met ingang vanaf 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt, ten laste van eenieder die voor de uitoefening van zijn handel of beroep, en afgezien van de aard der koopwaar of der inrichting, gebruik maakt van een standplaats op de openbare plaatsen en wegen, een plaatsrecht geheven van € 1,10 per strekkende meter en per dag, met een minimum van € 25,00 per dag.

Handelaars waarvan het handelspand of de handelsuitbating gelegen is in de werfzone ten gevolge van wegenwerken op het grondgebied van Hulshout kunnen tijdens de periode van deze wegenwerken gebruik maken van een standplaats op de openbare weg tegen de helft van het plaatsrecht ter compensatie van de nadelen die zij ondervinden van de betrokken wegenwerken.

Dit reglement is niet van toepassing op de standplaatsen bij gelegenheid van markten of foren, en evenmin voor de standplaatsen op de openbare weg die ter gelegenheid van foren worden verpacht, in overeenstemming met de voorwaarden bepaald bij afzonderlijk raadsbesluit.

Artikel 4:

De uitbater zal vóór het in gebruik nemen van zijn standplaats aan het gemeentebestuur een aanvraag indienen betreffende het bekomen van een machtiging tot het uitoefenen van een ambulante activiteit. Deze aanvraag bevat:

         de aard van de producten of diensten die hij gemachtigd is te verkopen.

         de plaats.

         de datum en duur van de verkoop.

         het aantal benutte strekkende meters.

Artikel 5:

Het opmeten van het aantal strekkende meters geschiedt door de zorgen van het gemeentebestuur.

Artikel 6:

Het plaatsrecht is verschuldigd vanaf de dag dat de standplaats in gebruik genomen wordt.

Artikel 7:

Deze retributie is verschuldigd op voorlegging van een factuur.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.21.Financiën. Goedkeuring retributiereglement op de standplaatsen op de private eigendom langsheen de openbare weg voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:AMENDEMENT 1
10 stemmen voor: Gust Van den Bruel, Rist Heylen, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims en Katrien Monsecour
11 stemmen tegen: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Tania Vrindts, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 onthoudingen
ALGEMEEN
11 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Tania Vrindts, Geert Vermunicht en Elias De Wever
10 stemmen tegen: Gust Van den Bruel, Rist Heylen, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims en Katrien Monsecour
0 onthoudingen

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist het retributiereglement betreffende de standplaatsen op de private eigendom langsheen de openbare weg voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 goed te keuren.

Artikel 2:

Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2020.

Artikel 3:

Met ingang vanaf 1 januari 2020 en eindigend op 31 december 2025 wordt, ten laste van eenieder die voor de uitoefening van zijn handel of beroep, en afgezien van de aard der koopwaar of der inrichting, gebruik maakt van een standplaats op de openbare plaatsen en wegen, een plaatsrecht geheven van € 0,65 per strekkende meter en per dag, met een minimum van € 12,50 per dag.

Handelaars waarvan het handelspand of de handelsuitbating gelegen is in de werfzone ten gevolge van

wegenwerken op het grondgebied van Hulshout kunnen tijdens de periode van deze wegenwerken gebruik maken van een standplaats op de private eigendom langsheen de openbare weg tegen de helft van het plaatsrecht ter compensatie van de nadelen die zij ondervinden van de betrokken wegenwerken.

Dit reglement is niet van toepassing op de standplaatsen bij gelegenheid van markten of foren, en evenmin voor de standplaatsen op de openbare weg die ter gelegenheid van foren worden verpacht, in

overeenstemming met de voorwaarden bepaald bij afzonderlijk raadsbesluit.

Artikel 4:

De uitbater zal vóór het in gebruik nemen van zijn standplaats aan het gemeentebestuur een aanvraag

indienen betreffende het bekomen van een machtiging tot het uitoefenen van een ambulante activiteit. Deze aanvraag bevat:

         de aard van de producten of diensten die hij gemachtigd is te verkopen

         de plaats

         de datum en duur van de verkoop

         het aantal benutte strekkende meters

Artikel 5:

Het opmeten van het aantal strekkende meters geschiedt door de zorgen van het gemeentebestuur.

Artikel 6:

Het plaatsrecht is verschuldigd vanaf de dag dat de standplaats in gebruik genomen wordt.

Artikel 7:

Deze retributie is verschuldigd op voorlegging van een factuur.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.22.Financiën. Goedkeuring retributiereglement op de standplaatsen op het openbaar domein, ter gelegenheid van manifestaties ter bevordering van de lokale handel en het lokale gemeenschapsleven voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:11 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Tania Vrindts, Geert Vermunicht en Elias De Wever
8 stemmen tegen: Gust Van den Bruel, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen en Stefaan Pelgrims
2 onthoudingen: Rist Heylen en Katrien Monsecour
Motivatie stem tegen Laura Kunnen: Alle events van verenigingen of lokale handel moeten gesteund worden. Dus er had beter subsidie gestaan i.p.v. retributie.

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist het retributiereglement op de standplaatsen op het openbaar domein, ter gelegenheid van manifestaties ter bevordering van de lokale handel en het lokale gemeenschapsleven voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 goed te keuren.

Artikel 2:

De retributie wordt gevestigd op het gebruik van het openbaar domein ter gelegenheid van manifestaties ter bevordering van de lokale handel en het lokale gemeenschapsleven, in de zin van artikel 5, 2° van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten.

Artikel 3:

De retributie is verschuldigd door de gebruiker van het openbaar domein.

Artikel 4:

Het tarief van de retributie wordt als volgt vastgesteld:

a) € 0,50 per dag per m² voor standhouders van  socio-culturele, jeugd- of sportverenigingen, voor zover de gelegenheidsactiviteiten ingericht worden ter bevordering van de lokale handel of het lokale gemeenschapsleven.

b) € 1 per dag per m² voor handelaars of particulieren voor zover de gelegenheidsactiviteiten ingericht worden ter bevordering van de lokale handel of het lokale gemeenschapsleven.

Artikel 5:

De retributie dient twee weken vóór de inname van het openbaar domein te worden betaald. Indien de betalingstermijn niet kan worden nageleefd wegens laattijdige toelating, zal de retributie ter plaatse contant worden geïnd.

Artikel 6:

Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.23.Financiën. Goedkeuring retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2022.

BESLUIT:11 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Tania Vrindts, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 stemmen tegen
10 onthoudingen: Gust Van den Bruel, Rist Heylen, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims en Katrien Monsecour

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist om een retributie te heffen op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2022.

Artikel 2: Algemeen

Er wordt aan de eigenaar van elke nutsvoorziening een retributie aangerekend op de gemeentelijke dienstverlening en het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein naar aanleiding van werken aan permanente nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein, in uitvoering en met toepassing van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen.

Permanente nutsvoorzieningen zijn :

         alle installaties (zoals kabels, leidingen, buizen,…), inclusief hun aanhorigheden (zoals kabel-, verdeel-, aansluit-, e.a. kasten , palen, masten, toezichts-, verbindings-, e.a. putten…) dienstig voor het transport van elektriciteit, gas, gasachtige producten, stoom, drink-, hemel- en afvalwater, warm water, brandstof,

         telecommunicatie,

         radiodistributie en kabeltelevisie,

         de transmissie van enigerlei data, ongeacht of een privé-gebruiker al dan niet op die installaties kan aangesloten worden,

         alle trein- en tramsporen die zich bevinden op de openbare weg worden eveneens aanzien als nutsvoorzieningen.

De retributie is niet verschuldigd indien de werken worden uitgevoerd samen met of onmiddellijk voorafgaand aan wegen- of rioleringswerken uitgevoerd door de gemeente of indien het werken zijn die uitgevoerd worden op verzoek van de gemeente.

Artikel 3: Retributie naar aanleiding van sleufwerken

De retributie naar aanleiding van sleufwerken is verschuldigd per dag en per lopende meter openliggende sleuflengte voor alle sleufwerken.  Zij bedraagt voor werken in rijwegen 2,14 euro, voor werken in voetpaden 1,64 euro en voor werken in aardewegen 0,99 euro. 

Op deze basisbedragen wordt, in analogie met de niet-periodieke tarieven, een indexatie toegepast.

Een begonnen dag geldt voor een volledige dag.

Elk deel van een lopende meter wordt als een volledige lopende meter in rekening gebracht.

Artikel 4: Retributie voor dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen, kleine onderhoudswerken en ter compensatie van diverse heffingen en belastingen.

Voor de hinder veroorzaakt door de dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken met een sleufoppervlakte van maximum 3 m², wordt per kalenderjaar een retributie geheven van 1,00 euro per op het grondgebied van de gemeente aanwezig aansluitingspunt.

Ter compensatie van diverse heffingen en belastingen in hoofde van zowel de distributienetbeheerder als haar werkmaatschappij wordt een retributie voorzien van 0,50 euro per aanwezig aansluitingspunt op het grondgebied van de gemeente.

Op deze basisbedragen wordt, in analogie met de niet-periodieke tarieven, een indexatie toegepast.

Deze retributies zijn verschuldigd vóór het einde van ieder jaar. In dit kader doet iedere nutsmaatschappij vóór 15 december van ieder jaar opgave van het aantal aansluitingspunten op het grondgebied van de gemeente.

Artikel 5: Inning

De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de facturen. 

Artikel 6: Definitief karakter

Dit retributiereglement wordt toegezonden aan de toezichthoudende overheid.

Het retributiereglement wordt overeenkomstig artikel 286 van het decreet lokaal bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.

Artikel 7:

Onderhavig retributiereglement gaat in vanaf 1 januari 2020 voor een termijn eindigend op 31 december 2022.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.24.Financiën. Goedkeuring retributiereglement op het gebruik van de gemeentelijke sportinfrastructuur voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:11 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Tania Vrindts, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 stemmen tegen
10 onthoudingen: Gust Van den Bruel, Rist Heylen, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims en Katrien Monsecour

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist het retributiereglement op het gebruik van de gemeentelijke sportinfrastructuur voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 goed te keuren.

Artikel 2:

De tarieven voor het gebruik van de gemeentelijke sportinfrastructuur worden als volgt vastgesteld:

1)Nieuwe turnzaal Strepestraat

€ 7,5 per uur of € 37,50 per dag.

2)Atletiekpiste

€ 2.880 per jaar

Artikel 3:

De hogervermelde tarieven voor het gebruik van de gemeentelijke infrastructuur worden ingevorderd als een retributie en zijn betaalbaar binnen de dertig dagen na  toezending van de rekening. De invordering zal geschieden door de financieel directeur.

Artikel 4:

In geval van annulatie zal 20% annulatievergoeding als dekking van de reservatie- en administratiekosten worden aangerekend.

Artikel 5:

Dit retributiereglement treedt in werking vanaf 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.25.Financiën. Goedkeuring retributiereglement op afname van elektriciteit bij publieke evenementen voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:11 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Tania Vrindts, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 stemmen tegen
10 onthoudingen: Gust Van den Bruel, Rist Heylen, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims en Katrien Monsecour

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist het retributiereglement op afname elektriciteit bij publieke evenementen voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 goed te keuren.

Artikel 2:

De retributie wordt gevestigd ten laste van de uitbaters van publieke evenementen, waaronder de foorkramers op de kermissen, die een beroep doen op de gemeente voor elektriciteitsvoorziening.

Artikel 3:

a) Het bedrag van de belasting voor een stopcontact van 32A bedraagt per dag:

- voor aanslagjaar 2020: € 18,15

- voor aanslagjaar 2021: € 18,50

- voor aanslagjaar 2022: € 18,90

- voor aanslagjaar 2023: € 19,25

- voor aanslagjaar 2024: € 19,65

- voor aanslagjaar 2025: € 20,05

b) Het bedrag van de belasting voor een stopcontact van 63A bedraagt per dag:

- voor aanslagjaar 2020: € 30,30

- voor aanslagjaar 2021: € 30,90

- voor aanslagjaar 2022: € 31,50

- voor aanslagjaar 2023: € 32,15

- voor aanslagjaar 2024: € 32,80

- voor aanslagjaar 2025: € 33,45

Artikel 4:

De retributie is verschuldigd door de uitbater en dient voorafgaandelijk betaald te worden bij de financieel directeur of zijn afgevaardigde tegen afgifte van een ontvangstbewijs, of door storting op een financiële rekening van het gemeentebestuur.

Artikel 5:

Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.26.Financiën. Goedkeuring retributiereglement op het gebruik van polyvalante zaal De Vloeikens voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:11 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Tania Vrindts, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 stemmen tegen
10 onthoudingen: Gust Van den Bruel, Rist Heylen, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims en Katrien Monsecour

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist het retributiereglement op het gebruik van polyvalente zaal De Vloeikens voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 goed te keuren. 

Artikel 2:

De tarieven voor het gebruik van de polyvalente zaal De Vloeikens, Vloeikensstraat 18 te Hulshout worden als volgt vastgesteld:

         € 15 voor vergaderingen.

         € 50 voor activiteiten van maximaal vijf uur (geen vergadering).

         € 140 per andere activiteit per dag.

Deze tarieven worden telkens verhoogd met de effectieve kosten voor het gebruik van de nutsvoorzieningen.

Artikel 3:

De gemeenteraad geeft opdracht aan het college van burgemeester en schepenen om de tarieven voor de nutsvoorzieningen vast te stellen en jaarlijks aan te passen volgens de op dat moment geldende markt-conforme tarieven.

Artikel 4:

De hogervermelde tarieven voor het gebruik van de gemeentelijke infrastructuur worden ingevorderd als een retributie en zijn betaalbaar binnen de dertig dagen na toezending van de rekening. De invordering zal geschieden door de financieel directeur.

Artikel 5:

Indien men meer dan twee maanden voor het begin van de maand van de gemaakte reservatie deze wenst te annuleren kan dit gratis.  In het andere geval, met andere woorden binnen deze termijn, zal 20% annulatievergoeding (berekend op het tarief in artikel 2 bepaald bij de reservatie) als dekking van de reservatie- en administratiekosten worden aangerekend.

Artikel 6:

Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2020.

Artikel 7:

Een afschrift van deze beslissing zal aan de hogere overheid worden toegezonden.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.27.Financiën. Goedkeuring retributiereglement op toeristisch promotiemateriaal voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:11 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Tania Vrindts, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 stemmen tegen
10 onthoudingen: Gust Van den Bruel, Rist Heylen, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims en Katrien Monsecour

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist het retributiereglement op toeristisch promotiemateriaal voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 goed te keuren.

Artikel 2:

De retributie is verschuldigd door de aanvrager van het materiaal.

Artikel 3:

De retributie wordt vastgesteld op:

         Wandelnetwerk De Merode: 8 euro

         Wandelnetwerk Kempense Netevallei: 8 euro

         Fietsknooppunten Kempen: 9,95 euro

         Brochure ‘Wandelen in Hulshout’: 3 euro

De verkoopprijs is gelijk aan de aankoopprijs, inclusief BTW, die het gemeentebestuur heeft betaald. Het gemeentebestuur zal, indien zij hierom gevraagd wordt, de verkoopprijs staven aan de hand van de aankoopfacturen.

Artikel 4:

De retributie moet betaald worden op het ogenblik van de aankoop van het toeristisch promotiemateriaal.

Artikel 5:

Bij gebreke aan betaling in der minne zal de retributie burgerrechtelijk ingevorderd worden.

Artikel 6:

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.28.Financiën. Goedkeuring retributiereglement voor het aanplakken van affiches op gemeentelijke plakborden voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:11 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Tania Vrindts, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 stemmen tegen
10 onthoudingen: Gust Van den Bruel, Rist Heylen, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims en Katrien Monsecour

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist het retributiereglement voor het aanplakken van affiches op gemeentelijke plakborden voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 goed te keuren.

Artikel 2:

De retributie voor het aanplakken van affiches bedraagt:

         2 euro per A1 affiche.

         1 euro per A2 affiche.

         € 0,50 euro per A3 affiche.

         € 0,50 euro per A4 affiche.

Er wordt geen retributie gevorderd wanneer reglementair aangeplakte affiches onleesbaar zijn geworden door overplakking of beschadiging door derden en dienen herplakt te worden.

Artikel 3:

De retributie dient bij het afleveren van de affiches op de dienst Welzijn contant betaald te worden.  Een ontvangstbewijs wordt afgeleverd.

Artikel 4:

Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.29.Financiën: Goedkeuring retributiereglement voor het verwijderen van niet-reglementaire aanplakkingen op de gemeentelijke plakborden voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:11 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Tania Vrindts, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 stemmen tegen
10 onthoudingen: Gust Van den Bruel, Rist Heylen, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims en Katrien Monsecour

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist het retributiereglement voor het verwijderen van niet-reglementaire aanplakkingen op de gemeentelijke plakborden voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 goed te keuren.

Artikel 2:

De retributie is verschuldigd door de verantwoordelijke voor deze niet-reglementaire aanplakking of, zo deze niet gekend is, door de organisator van de activiteit, zoals deze vermeld op de affiche.  Ook de handelsnaam, het logo of embleem worden als identificatie aanvaard.

Artikel 3:

De retributie wordt vastgesteld op 100 euro.

Artikel 4:

Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.30.Financiën. Goedkeuring retributiereglement voor de gemeentelijke speelpleinwerking voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:unaniem
 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist het retributiereglement voor de gemeentelijke speelpleinwerking voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 goed te keuren.

Artikel 2:

Voor deelname aan de gemeentelijke speelpleinwerking is een retributie verschuldigd door de persoon die de inschrijving van het kind dat wenst deel te nemen aan de speelpleinwerking heeft geregeld.

Artikel 3:

De retributie wordt voor de inwoners van de gemeente per gezin en per dag als volgt vastgesteld:

             1) dagactiviteit

Vanaf 1 januari 2020 tot en met 31 december 2021:

          € 5 voor het 1ste kind

          € 4,50 vanaf het 2de kind.

          Personen van buiten de gemeente betalen een retributie van € 6 per dag per kind.

Vanaf 1 januari 2022 tot en met 31 december 2023:

          € 5,50 voor het 1ste kind

          € 5 vanaf het 2de kind.

          Personen van buiten de gemeente betalen een retributie van € 6,50 per dag per kind.

Vanaf 1 januari 2024 tot en met 31 december 2025:

          € 6 voor het 1ste kind

          € 5,50 vanaf het 2de kind

          Personen van buiten de gemeente betalen een retributie € 7 per dag per kind.

Inwoners met een vrijetijdspas verkrijgen 50% korting op hun inschrijvingsgeld.

             2) daguitstappen: van € 5 tot € 30.

Artikel 4:

Het bedrag van de retributie wordt geïnd via de beschikbare betaalmethoden in de TicketGangmodule.

Artikel 5:

Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.31.Financiën. Goedkeuring dienst- en retributiereglement Gemeentelijke Openbare Bibliotheek voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:19 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Gust Van den Bruel, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Tania Vrindts, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 stemmen tegen
2 onthoudingen: Rist Heylen en Katrien Monsecour

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist het dienst- en retributiereglement Gemeentelijke Openbare Bibliotheek voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 goed te keuren.

Artikel 2:

Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 wordt het dienstreglement als volgt vastgesteld:

"DIENSTREGLEMENT GEMEENTELIJKE OPENBARE BIBLIOTHEEK

Hoofdstuk 1: De instelling

Artikel 1:

De openbare bibliotheek heeft als opdracht de informatie, ontwikkeling, opvoeding en ontspanning van de hele bevolking te behartigen. De bibliotheek is een basisvoorziening waar elke burger terecht kan met zijn vragen over kennis, cultuur, informatie en ontspanning. Ze bemiddelt actief bij het beantwoorden van deze vragen. De openbare bibliotheek is actief inzake cultuurverspreiding en cultuurparticipatie.

Artikel 2:

De openbare bibliotheek is toegankelijk voor iedereen. Haar collectie boeken en tijdschriften staat ter beschikking van de gebruikers.

Hoofdstuk 2: De openingstijden

Artikel 3:

De openingstijden van de bibliotheek zijn als volgt:

Maandag 16u00 – 20u00

Dinsdag18u00 – 20u00

Woensdag11u30 – 20u00

Vrijdag 14u30 – 17u00

Zaterdag10u00 – 12u00

Hoofdstuk 3: De inschrijving

Artikel 4:

Elke bezoeker die wenst gebruik te maken van het aanbod van de bibliotheek en boeken, tijdschriften, audiovisuele materialen, internet of andere informatiedragers in de openbare bibliotheek wenst te raadplegen of voor eigen gebruik buitenshuis te lenen, heeft het recht en de plicht zich te laten inschrijven als lid, op vertoon van zijn geldig identiteitsbewijs. Indien geen geldig identiteitsbewijs kan worden voorgelegd, moet degene die zich wil laten inschrijven iemand anders borg laten staan. De identiteitskaart geldt als lidmaatschapskaart.

Artikel 5:

Het lidmaatschap is gratis tot en met de leeftijd van 17 jaar, en vanaf de leeftijd van 60 jaar. Ook voor leden die alleen het internet wensen te raadplegen op de beschikbare pc’s is het lidmaatschap gratis. Vanaf de leeftijd van 18 jaar tot en met de leeftijd van 59 jaar wordt voor het lidmaatschap een jaarlijkse bijdrage gevraagd zoals bepaald in het retributiereglement.

Inwoners die in het bezit zijn van een vrijetijdspas / European Disability Card krijgen een korting van 50% op bovenstaande bijdrage voor het lidmaatschap van de bibliotheek.

Artikel 6:

De gebruiker moet zich voor de inschrijving persoonlijk aanmelden. De lidmaatschapskaarten zijn strikt persoonlijk en kunnen in geen geval door derden benut worden. De gebruiker mag zijn materialen zelf of door iemand anders laten terugbrengen. De materialen mogen ook binnen gebracht worden in de inleverbus (zie artikel 7). De gebruiker mag zijn uitgeleende materialen ook per post terugzenden maar de gebruiker blijft verantwoordelijk voor deze materialen, mochten ze verloren gaan bij de post. Bij niet ontvangst, betekent dit dat de gebruiker deze materialen toch zal moeten vergoeden als bij verlies.

Artikel 7:

Materialen die na sluitingstijd worden ingeleverd via de inleverbus, zullen de eerste werkdag na inlevering verwerkt worden. Materialen van eenzelfde kaart die niet ingeleverd worden, worden niet automatisch verlengd. Eventuele kosten voor boetes, aanmaningen of beschadigingen dienen bij een volgend bezoek aan de bibliotheek te worden vereffend. De vastgestelde schade van werken die ingeleverd worden via de inleverbus kan niet betwist worden. De lener is hier zelf verantwoordelijk voor.

Artikel 8:

Door zich in te schrijven verklaart men zich akkoord met het reglement. Bij de inschrijving wordt een exemplaar van het reglement overhandigd. Het reglement kan ook steeds online geraadpleegd worden. Door het betreden van de bibliotheek en gebruik te maken van bibliotheekdiensten, verklaart ook de toevallige gebruiker zich akkoord met de bepalingen van dit reglement.

Artikel 9:

De persoonlijke gegevens die in de computer worden ingevoerd zijn vertrouwelijk en worden enkel voor de bibliotheekwerking gebruikt. Iedere ingeschreven lener heeft recht op inzage en verbetering van zijn identiteitsgegevens en die van de aan zijn zorg toevertrouwde minderjarigen (zoals bepaald door de wet van 8/12/1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer). (Mail-) adreswijzigingen dienen zo snel mogelijk door de lener doorgegeven te worden. Indien een mailadres opgegeven is, wordt automatisch voor de uitleentermijn verstrijkt een herinneringsboodschap gestuurd. Deze herinnering is een extra service, die geen aanleiding kan geven tot kwijtschelden van de laattijdigheidsvergoeding, mocht de gebruiker de mail niet aangekregen hebben.

De lenerhistoriek wordt automatisch bijgehouden in het systeem en wordt enkel voor de goede bibliotheekwerking gebruikt. Uw lenerhistoriek wordt niet bijgehouden op uw schriftelijk verzoek.

Tijdens activiteiten en workshops, georganiseerd door de bibliotheek, kunnen beelden gemaakt worden, die kunnen gebruikt worden voor promotionele doeleinden. Op uw schriftelijk verzoek wordt het beeldmateriaal niet gebruikt.

Artikel 10:

Het verlies of de diefstal van een lidmaatschapskaart moet onmiddellijk meegedeeld worden. Een nieuwe lidmaatschapskaart wordt aangemaakt, mits een vergoeding zoals bepaald in het retributiereglement te betalen bij aanvraag van de nieuwe lidmaatschapskaart. Dit geldt voor leners die geen identiteitskaart hebben.

Hoofdstuk 4: De uitleendienst

Artikel 11:

Om van de uitleendienst gebruik te maken, dient de gebruiker zijn lidmaatschapskaart of identiteitskaart voor te leggen. Zonder deze is geen uitlening mogelijk.

Artikel 12:

Bij de ontlening krijgt men een bewijs van ontlening mee waarop staat wat men ontleend heeft en wanneer het materiaal teruggebracht moet worden. Het is het enige bewijs dat in geval van discussie wordt aanvaard.

Artikel 13:

Op een gewone lidmaatschapskaart kunnen maximaal 10 objecten worden uitgeleend, zelf samen te stellen uit boeken, tijdschriften, audiovisuele materialen,…

Artikel 14:

Het uitlenen van materialen kan worden geweigerd, wanneer een verschuldigde boete niet na een bepaalde periode (bij het verstuurd hebben van een vierde aanmaning) betaald werd.

Artikel 15:

De uitleentermijn bedraagt voor alle werken 3 weken. Het uitgeleende materiaal dient teruggebracht te zijn ten laatste op de datum die door de uitleenadministratie geregistreerd wordt. De lener dient zelf rekening te houden met eventuele feestdagen die in deze periode vallen. De sluitingsdagen, zoals feestdagen, brugdagen, vakantiedagen, staan minstens 3 weken voor sluiting op de website van de gemeente aangekondigd en staan ook minstens 3 weken voor sluiting duidelijk zichtbaar op het ticket van de lener.

Artikel 16:

Een verlenging van de uitleentermijn kan aangevraagd worden, voor de geregistreerde vervaldatum. Verlengen kan drie maal en wordt alleen toegestaan als geen andere gebruiker de betrokken materialen heeft gereserveerd. Er kan ook telefonisch, via internet of via mail verlengd worden mits de materialen door geen andere gebruikers gereserveerd werden. Dit kan geweigerd worden indien de gebruiker reeds twee openstaande boetes heeft. Een verlenging gebeurt enkel op uitdrukkelijk verzoek van de lener. Het is dus de leners verantwoordelijkheid wanneer hij nieuwe materialen ontleent om wat nog op de lidmaatschapskaart stond te laten verlengen.

Artikel 17:

Voor de uitlening van waardevolle werken of materialen kan een ontvangstbewijs gevraagd worden. Deze werken of materialen kunnen herkend worden aan het label ‘waardevol werk’.

Artikel 18:

Het reserveren van boeken, tijdschriften, audiovisuele materialen,... kan aangevraagd worden mits betaling van de administratiekosten per eenheid, van zodra het aangevraagde materiaal ter beschikking is. De gebruiker wordt hiervan schriftelijk, via mail of telefonisch op de hoogte gebracht. Het gereserveerde werk dient afgehaald te worden ten laatste 1 week na de kennisgeving. Daarna vervalt de reservatie. De administratiekosten hiervoor worden bepaald in het retributiereglement.

Artikel 19:

Een aankoopsuggestie kan doorgegeven worden aan het bibliotheekpersoneel door het invullen van een aankoopsuggestieformulier. De bibliothecaris is door deze voorstellen niet gebonden, maar houdt er rekening mee voor zover ze in het aankoopbeleid van de bibliotheek passen.

Artikel 20:

Na het verstrijken van de uitleentermijn worden automatisch maningsgelden geïnd. Het bedrag van de maningsgelden wordt bepaald in het retributiereglement. (zie verder hoofdstuk 10)

Artikel 21:

Na de vierde aanmaning worden de ontleende werken van de lidmaatschapskaart gehaald en afgevoerd uit de catalogus. Waar nodig worden deze titels terug aangekocht. De materialen worden dus als verloren beschouwd en de kosten worden op de lidmaatschapskaart gezet. Deze verschuldigde bedragen worden doorgestuurd naar de dienst Financiën van de gemeente.

Artikel 22:

Het lidmaatschap geeft recht op de voordelen van het interbibliothecair leenverkeer ingesteld tussen de openbare bibliotheken. Eventuele kosten worden teruggevorderd van de lener zoals bepaald in het retributiereglement.

Artikel 23:

Alleen wie een kwartier voor sluitingstijd in de bibliotheek aanwezig is, kan nog aanspraak maken op bediening.

Artikel 24:

De bibliotheek aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid bij beschadiging van apparatuur bij de leden als gevolg van het lenen en gebruiken van elektronische informatiedragers. Indien elektronische apparatuur van de leden beschadigd raakt als vermeend gevolg van het lenen van toepasselijke informatiedragers is de bibliotheek onder geen enkele voorwaarde gebonden tot het vergoeden van de eventuele schade van welke aard ook. Indien er door het installeren van een elektronische informatiedrager een wijziging in bepaalde computerbestanden wordt aangebracht, kan de bibliotheek hiervoor niet aansprakelijk gesteld worden.

Hoofdstuk 5: Raadpleging ter plaatse

Artikel 25:

De encyclopedieën, referentiewerken, … die niet voor uitlening zijn vrijgegeven, kunnen enkel ter plaatse geraadpleegd worden. Ook kranten en het laatste nummer van een tijdschrift kunnen niet uitgeleend worden.

Artikel 26:

Audiovisuele materialen (AVM) mogen niet op een andere drager overgenomen worden, noch gebruikt worden in een publieke ruimte.

Hoofdstuk 6: Internet en PC-gebruik

Artikel 27:

Het gebruik van het internet en administratieve pc in de bibliotheek is uitsluitend toegankelijk voor leden in het bezit van hun persoonlijke geldige identiteitskaart of lidmaatschapskaart en na ondertekening van het register.

Artikel 28:

De raadpleging van internet en het gebruik van de administratieve pc is gratis en is toegelaten vanaf 10 jaar. Onder de 10 jaar gebeurt dit onder begeleiding van een volwassene of mits schriftelijke toestemming van ouder of voogd.

Artikel 29:

Gebruikers dienen zich vooraf te melden aan de balie en het internetregister te tekenen. Daarna krijgt de gebruiker een  pc uit het computernetwerk toegewezen. Plaatsnemen aan een andere pc is niet toegelaten.

Artikel 30:

Een bibliotheekmedewerker kan helpen bij het opstarten. De bibliotheekmedewerkers helpen graag met algemene zoeksuggesties. Het bibliotheekpersoneel is evenwel niet beschikbaar om gebruikers individueel op te leiden tot internet- of pc-gebruik.

Artikel 31:

De gebruiker kan informatie via bemiddeling van het bibliotheekpersoneel uitprinten. De prijs van een print wordt bepaald in het retributiereglement. Er mag enkel geprint worden op papier afgeleverd door het bibliotheekpersoneel. Elke pagina waartoe een printopdracht gegeven werd, moet betaald worden.

Artikel 32:

Het gebruik van een gegevensdrager kan alleen met toestemming van een bibliotheekmedewerker.

Artikel 33:

De pc’s zijn individuele werkstations. Het storen van andere gebruikers wordt niet toegestaan. Gebruikers, leners of bibliotheekbezoekers moeten elkaar in privacy laten werken.

Artikel 34:

Internetraadpleging en het gebruik van de administratieve pc is mogelijk tijdens de openingsuren van de bibliotheek. De apparatuur wordt 15 minuten voor sluitingstijd uitgeschakeld.

Artikel 35:

In volgorde van aanmelding kan gedurende een half uur gewerkt worden aan de computers. Indien geen andere gebruikers zich aanbieden voor het verstrijken van de beschikbare tijd kan deze tijdsduur verlengd worden.

Artikel 36:

Om redenen van beveiliging, privacy en efficiëntie is het gebruik beperkt tot het zoeken van informatie op het internet en het overnemen van gegevens op papier. Wie de instellingen van de computers wijzigt, of de instellingen van de computers probeert te wijzigen, wordt geschorst tot het gebruik van de computers.

Artikel 37:

Volgende zaken zijn uitgesloten:

•Het gebruik van internet voor illegale of commerciële doeleinden.

•Het bezoeken van erotische of pornografische websites.

•Het kopiëren zonder toestemming van gegevens waarop auteursrechten berusten of andere inbreuken op het copyright.

•Het schenden van computerbeveiligingssystemen.

•Het vernietigen, veranderen of aanpassen van computergebaseerde informatie.

•Het vernietigen, veranderen, aanpassen of beschadigen van apparatuur, software of gegevens die toebehoren aan de bibliotheek of aan andere gebruikers.

•Het gebruik van eigen software, hardware,…

•Het aansluiten van andere toestellen op de bibliotheekcomputers.

Artikel 38:

Het niet naleven van de richtlijnen of het misbruiken van de computer of de toegang tot het internet leidt tot sancties, al naargelang de aard van de inbreuk.

•Tijdelijke of definitieve uitsluiting van het gebruik van computers.

•Tijdelijke of definitieve uitsluiting uit de bibliotheek.

•Het vergoeden van de veroorzaakte schade.

•Bij ernstige vergrijpen: juridische vervolging.

Artikel 39:

De bibliotheek is niet verantwoordelijk voor het niet of onvolledig beschikbaar zijn van het internet of de printer. De bibliotheek behoudt zich het recht voor om bepaalde sites af te schermen.

Hoofdstuk 7: Verantwoordelijkheid van de gebruiker

Artikel 40:

De bibliotheek is ingericht volgens het openkaststelsel. De gebruiker moet dus zelf zijn materialen kiezen. Hij is verplicht de orde te bewaren door de materialen die hij uit het rek neemt om in te zien, weer op hun juiste plaats op het rek te zetten.

Artikel 41:

De gebruiker moet bij ontvangst de boeken, documenten en audiovisuele materialen nazien, en mogelijke beschadigingen voor de uitleenregistratie laten vaststellen door het personeel. Zo niet wordt aangenomen dat het uitgeleende materiaal in goede staat is ontvangen.

Artikel 42:

Elke beschadiging, verlies of diefstal van uitgeleende materialen dient door de gebruiker vergoed te worden. Het bedrag van de vergoeding wordt door de bibliothecaris vastgesteld. Het kan nooit het bedrag van de handelswaarde (nieuw exemplaar), vermeerderd met de verwerkingskosten (opnieuw ingeven, barcode toewijzen, kaften…)  zoals bepaald in het retributiereglement overschrijden. Indien het exemplaar niet meer te verkrijgen is in de reguliere handel omdat het fonds uitgeput is, kan de gebruiker verplicht worden om (binnen een termijn van zes maanden) eenzelfde exemplaar terug te bezorgen aan de bibliotheek.

Artikel 43:

Het is verboden in materialen van de bibliotheek aantekeningen te maken, ook niet met potlood. Elke aantekening zal beschouwd worden als een beschadiging, waarvoor de reglementaire schadevergoeding gevraagd zal worden.

Artikel 44:

Bij beschadiging of verlies van een deel van meerdelige werken kan de gebruiker verplicht worden tot vergoeding van het gehele werk (meerdelige boekuitgaven, reeksen, audiovisuele uitgaven,…)

Artikel 45:

Bij beschadiging of verlies van doosjes, hoesjes, handleidingen of brochures van audiovisuele materialen (die handleiding, registratienummers of … bevat) dient de gebruiker de handelswaarde (nieuw exemplaar) te vergoeden vermeerderd met de verwerkingskosten (opnieuw ingeven, barcode toewijzen,…) zoals bepaald in het retributiereglement.

Artikel 46:

Bij betaling van de schadevergoeding wordt een betalingsbewijs aan de gebruiker overhandigd. Wanneer een lener binnen de 3 maanden én met betalingsbewijs een als verloren beschouwd materiaal terug binnen brengt, dan wordt de vergoeding (verminderd met de aangerekende verwerkingskosten) terugbetaald.

Artikel 47:

In geen geval mag het uitgeleende materiaal aan derden worden geleend. De gebruiker draagt altijd persoonlijk de verantwoordelijkheid voor de boeken, tijdschriften en audiovisuele materialen die op zijn lidmaatschapskaart geregistreerd staan.

Hoofdstuk 8: Bijzondere bepalingen

Artikel 48:

Het bibliotheekpersoneel kan de toegang ontzeggen aan leners of gebruikers die het reglement niet naleven of de orde verstoren. De bibliothecaris is gemachtigd een gebruiker tijdelijk uit te sluiten. Het college van burgemeester en schepenen is gemachtigd een definitieve uitsluiting uit te spreken op voorstel en na grondige motivatie van de bibliothecaris. 

Artikel 49:

Er mag niet worden gerookt, noch voedsel noch drank verbruikt worden. Er mogen geen hinderende voorwerpen (skeelers, skateboards, steps, etc…) worden binnengebracht. Dieren, uitgezonderd assistentie-honden,  zijn ook niet toegelaten in de bibliotheek.

Artikel 50:

Alle tassen, koffers en dergelijke, met uitzondering van kleine handtassen, moeten bij het binnenkomen in de daartoe bestemde vestiaire geplaatst worden, op eigen verantwoordelijkheid. De bibliotheek kan niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele diefstal van bezittingen van de gebruiker. Het personeel mag te allen tijde vragen tassen of andere opbergmogelijkheden te controleren.

Artikel 51:

De leden kunnen via bemiddeling van bibliotheekpersoneel gebruik maken van een fotokopieerapparaat. De verantwoordelijkheid voor de kopie berust evenwel volledig bij de gebruikers, elke kopie dient betaald te worden tegen de vergoedingen zoals bepaald in het retributiereglement.

Artikel 52:

Het is verboden boeken, documenten, audiovisuele materialen of andere materialen uit de bibliotheek te gebruiken voor publicatie of uitzending. De bibliotheek aanvaardt hierin geen enkele verantwoordelijkheid.

Artikel 53:

In geval van misbruik heeft de bibliothecaris het recht het uitgeleende materiaal op te vorderen, ook al is de uitleentermijn nog niet verstreken.

Artikel 54:

Klachten en betwistingen kunnen enkel schriftelijk ingediend worden bij de bibliothecaris.

Artikel 55:

Alle onvoorziene gevallen worden door de bibliothecaris geregeld of er kan een klacht ingediend worden bij de klachtenambtenaar van de gemeente.

Hoofdstuk 9: Scholenservice

Artikel 56:

Leerkrachten en studenten uit pedagogische richtingen kunnen een ‘lerarenkaart’ krijgen. Hiermee kunnen per uitleentermijn maximaal 20 objecten worden uitgeleend.

Artikel 57:

Er mogen maximum 10 themaboeken’ (Sint, Kerst, Pasen, seizoenen, etc…) per persoon meegenomen worden zodat elke leerkracht of opvoeder de kans heeft rond de thema’s te werken.

Artikel 58:

Klassen kunnen ook klassikale bibliotheekbezoeken doen buiten de reguliere openingsuren. Dit wordt geregeld met de bibliothecaris. Zij krijgen een gratis klaskaart en kunnen een totaal van 100 materialen per beurt per klas ontlenen waarvan 5 AVM-materialen. De klaskaart is gekoppeld aan de persoonsgegevens van de aanvrager, die hierdoor ook zelf verantwoordelijk is voor de ontleende materialen. Bij verandering van school/werk moet de bibliotheek verwittigd worden.

Artikel 59:

Klassen, scholen, leerkrachten, opvoeders,… zijn ook altijd zelf verantwoordelijk voor de uitgeleende materialen. Boeken die beschadigd of verloren zijn, zullen steeds moeten vergoed worden vooraleer andere materialen ontleend kunnen worden.

Hoofdstuk 10: Speciale doelgroepen

Artikel 60:

Vrijwilligers en stagiaires van de bibliotheek moeten geen lidgeld betalen. Ze kunnen ook gratis alle materialen van de bibliotheek ontlenen, met een maximum van 3 AVM-materialen per uitleentermijn. Onder vrijwilligers begrijpen we ook de leden van de beheerraad van de bibliotheek.

Artikel 61:

Personeelsleden van de gemeente Hulshout hebben recht op gratis lidmaatschap van de bibliotheek. Leengeld op AVM-materialen dient wel betaald te worden.

Artikel 62:

Opvoeders, onthaalmoeders, kinderopvangcentra, rusthuizen, jeugdverenigingen of andere verenigingen en instellingen kunnen een ‘lidmaatschapskaart voor instellingen of verenigingen’ krijgen en pakketten ontlenen. Hier staat geen vast maximum aantal werken op, noch een vaste uitleentermijn, maar wordt er op maat gewerkt en afspraken gemaakt met de bibliothecaris. De aanvrager is verantwoordelijk voor de uitgeleende materialen. Boeken die beschadigd of verloren zijn, zullen steeds moeten vergoed worden vooraleer er andere materialen ontleend kunnen worden.

Artikel 63:

Deze speciale doelgroepen blijven onderhevig aan alle andere artikels van het dienstreglement.

Hoofdstuk 11: Boetes en aanmaningsbrieven

Artikel 64:

De boetes en boetebrieven worden als volgt aangerekend en verstuurd:

1ste aanmaningsbrief komt na 13 dagen

1ste boete komt na 14 dagen (dubbel boetegeld)

2de  boete komt na 21 dagen

2de aanmaningsbrief komt na 27 dagen

3de boete komt na 28 dagen

4de boete komt na 35 dagen

3de aanmaningsbrief komt na 41 dagen

5de boete komt na 42 dagen

6de boete komt na 49 dagen

4de aanmaningsbrief komt na 55 dagen (Procedure: aangetekende zending zoals vermeld in artikel 21 van het dienstreglement van de bibliotheek.)"

Artikel 3:

Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 wordt het retributiereglement als volgt vastgesteld:

"RETRIBUTIEREGLEMENT GEMEENTELIJKE OPENBARE BIBLIOTHEEK

Hoofdstuk 1: Retributie inschrijving als gebruiker

Artikel 1:

Het lidmaatschap is gratis tot en met de leeftijd van 17 jaar en vanaf de leeftijd van 60 jaar. Scholen, instellingen, vrijwilligers van de bibliotheek, leden beheerraad bibliotheek, stagiaires en gemeentepersoneel hebben recht op gratis lidmaatschap. Vanaf 18 jaar tot en met de leeftijd van 59 jaar wordt voor het lidmaatschap een jaarlijkse bijdrage van € 2,50 gevraagd. Inwoners die in het bezit zijn van een vrijetijdspas krijgen een korting van 50% op bovenstaande bijdrage, zijnde € 1,25. Voor personen die uitsluitend gebruik wensen te maken van de internetpc’s is er een gratis (internet-)abonnement, waarop geen uitleningen kunnen worden geregistreerd.

Artikel 2:

Aan personen zonder gekend domicilie in België wordt bij de inschrijving een eenmalige waarborg van € 50 gevraagd. Deze waarborg zal bij de stopzetting van het lidmaatschap, wanneer alle materialen onbeschadigd ingeleverd werden en alle openstaande rekeningen betaald zijn, onmiddellijk en volledig worden terugbetaald.

Hoofdstuk 2: Retributie voor een lidmaatschapskaart

Artikel 3:

Elke lener die geen identiteitskaart of Kids-ID heeft,  ontvangt eenmalig bij een eerste inschrijving een lidmaatschapskaart. Bij verlies van deze lidmaatschapskaart kan een nieuwe aangevraagd worden en wordt er een nieuwe lidmaatschapskaart gemaakt tegen betaling van € 2,50.

Hoofdstuk 3: Retributie voor ontlenen van bibliotheekmaterialen

Artikel 4:

Het ontlenen van bibliotheekmaterialen is kosteloos, uitgezonderd AVM (fictie) en cd-roms. AVM (non-fictie) is gratis uitleenbaar. 

Artikel 5:

Het leengeld voor is vastgesteld als volgt:

- DVD-fictie€ 1,00per stukper periode van 3 weken

- CD-rom€ 0,40per stukper periode van 3 weken

Hoofdstuk 4: Retributie voor reserveren materialen

Artikel 6:

Uitgeleende items kunnen tegen een vergoeding van € 1,00 per item gereserveerd worden. De lener wordt dan telefonisch, per mail of per brief op de hoogte gebracht dat zijn werk klaar ligt.

Hoofdstuk 5: Retributie voor interbibliothecair leenverkeer

Artikel 7:

Materialen die niet voorhanden zijn in onze collectie, kunnen bij andere openbare bibliotheken worden aangevraagd. Hiervoor betaalt de gebruiker bij de aanvraag € 5 per aangevraagd item.

Hoofdstuk 6: Retributie voor overschrijden van de uitleentermijn

Artikel 8:

Wie uitgeleende werken of materialen laattijdig terugbrengt, betaalt- onafhankelijk van het verzenden van een aanmaning- per week volgende retributie:

- Boek, tijdschrift, stripverhaal,...€ 0,20

- Audiovisueel materiaal,...€ 1,00

Artikel 9:

Boetes en maningsbrieven of -mails (=rappels, boetebrieven) worden als volgt verstuurd en aangerekend:

1ste aanmaningsbrief komt na 13 dagen

1ste boete komt na 14 dagen (dubbel boetegeld)

2de  boete komt na 21 dagen

2de aanmaningsbrief komt na 27 dagen

3de boete komt na 28 dagen

4de boete komt na 35 dagen

3de aanmaningsbrief komt na 41 dagen

5de boete komt na 42 dagen

6de boete komt na 49 dagen

4de aanmaningsbrief komt na 55 dagen

De administratieve kosten voor een eerste en tweede schriftelijke aanmaning zijn à rato van € 1,00 per aanmaning per lener, ook al worden ze in eenzelfde enveloppe verstuurd of worden ze verstuurd via mail.

De administratieve kosten voor een vierde schriftelijke en dus aangetekende aanmaning zijn à rato van € 10,00 per aanmaning per lener, ook al worden ze in eenzelfde enveloppe verstuurd.

De leners hebben nog tien dagen de tijd hun materialen in te leveren na het versturen van een aangetekende zending (poststempel als bewijs). Indien deze termijn terug overschreden wordt, voeren we deze af uit de catalogus. Waar nodig kopen we deze titels terug aan. De materialen worden dus als verloren beschouwd en de kosten van deze materialen worden op de lidmaatschapskaart gezet. Deze verschuldigde bedragen worden doorgestuurd naar de dienst Financiën van de gemeente.

Artikel 10:

Indien geen gevolg wordt gegeven aan de reglementaire maningen, zullen de nodige juridische stappen worden ondernomen om de nalatige bibliotheekgebruiker te dwingen tot het betalen van de van de geleende materialen en/of tot het betalen van een schadevergoeding.

Artikel 11:

Het verschuldigde bedrag zal dan via de financiële dienst van de gemeente worden teruggevorderd. De bibliotheekkaart wordt dan tevens geblokkeerd tot de nodige kosten met de bibliotheek vereffend zijn.

Hoofdstuk 7: Retributie voor beschadigingen en verlies

Artikel 12:

Bij het ontlenen van de materialen moet de gebruiker ze controleren en mogelijke beschadigingen voor de uitleenregistratie doen vaststellen door het personeel. Zo niet wordt aangenomen dat het uitgeleende in goede staat is ontvangen.

Artikel 13:

Bij verlies of totale beschadiging is de lezer de aankoopprijs verhoogd met € 5,00 verwerkingskosten verschuldigd. De lezer kan ook zelf zorgen voor een nieuw identiek vervangexemplaar, dat binnen een maand na vaststelling aan de bibliotheek geleverd moet worden. Vervolgens is de lener slechts € 5,00  verwerkingskosten verschuldigd.

Artikel 14:

Indien het werk verschillende onderdelen bevat of bij materialen waarvan de afzonderlijke delen niet apart te verkrijgen zijn, is de lener bij beschadiging van één of meerdere delen de waarde van het hele werk verschuldigd.

Artikel 15:

Voor werken die niet meer verkrijgbaar zijn, wordt bovendien door de bibliothecaris een toeslag bepaald en aangerekend. Tevens kan de bibliothecaris de gebruiker verplichten binnen een termijn van zes maanden te zorgen voor een (tweedehands) vervangexemplaar.

Artikel 16:

Bij gedeeltelijke beschadiging, waarbij het item na herstelling nog bruikbaar is, geldt een retributie van € 2 + de effectief gemaakte kosten.

Artikel 17:

In geval van gedeeltelijke beschadiging blijft de bibliotheek ook na vergoeding eigenaar van het materiaal.

Artikel 18:

In geval van diefstal wordt steeds aangifte gedaan bij de politie. Aan computerkrakers wordt onmiddellijk de toegang tot de bibliotheek ontzegd en van deze inbreuk wordt ook aangifte gedaan bij de politie. Schade aan bibliotheekmateriaal en –apparatuur, en software wordt op de betrokkene verhaald.

Hoofdstuk 8: Retributie voor prints en kopieën

Artikel 19:

De gebruiker dient zich te vergewissen van de eventuele auteursrechterlijke bescherming van de overgenomen gegevens. Alleen de gebruiker is verantwoordelijk in geval van niet-naleving. Met inachtneming van de wetgeving op het kopiëren kunnen leners kopiëren of printen in zwart/wit aan volgende tarieven:

- A4 per blad zwart/wit€ 0,10

- A3 per blad zwart/wit€ 0,20

Artikel 20:

De gebruiker dient zich te vergewissen van de eventuele auteursrechterlijke bescherming van de overgenomen gegevens. Alleen de gebruiker is verantwoordelijk in geval van niet-naleving. Met inachtneming van de wetgeving op het kopiëren kunnen leners kopiëren of printen in kleur aan volgende tarieven en mits bemiddeling door een baliemedewerker.

- A4 per blad kleur€ 1,00

Hoofdstuk 9: Retributie voor internet

Artikel 21:

Internetgebruik is gratis voor de leners. Men moet lid zijn van de bibliotheek om te kunnen internetten. Personen die uitsluitend het internet wensen te raadplegen, kunnen een gratis lidmaatschap afsluiten. Zij kunnen echter geen uitleningen laten registreren.

Hoofdstuk 10: Retributie voor scholen, instellingskaarten

Artikel 22:

Een aparte lidmaatschapskaart op naam van de school/klas wordt gratis overhandigd.

Artikel 23:

Klassen kunnen ook gratis 5 audiovisuele materialen gedurende 3 weken ontlenen.

Hoofdstuk 11: Retributie voor verkoop

Artikel 24:

Volgende retributies worden vastgesteld voor verkoop van:

- Herbruikbare bibtassen€ 0,50 / stuk

- Afgevoerde boeken, tijdschriften, strips€ 0,50 / stuk

- Afgevoerde AVM-materialen€ 1,00 / stuk

Artikel 25:

De retributies voor de verkoop van fiets- en wandelkaarten of andere toeristische brochures worden vastgelegd door de dienst toerisme.

Hoofdstuk 12: Retributie voor activiteiten

Artikel 26:

Voor bepaalde activiteiten zal een deelnameprijs worden gevraagd. Deze deelnameprijs zal per activiteit door de bibliothecaris worden vastgesteld. Inwoners die in het bezit zijn van een vrijetijdspas krijgen een korting van 50% op de deelnameprijs, indien vermeld bij de aankondiging van de activiteit of lessenreeks."

Artikel 4:

Deze beslissing wordt tijdig overgemaakt aan het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur.

Artikel 5:

Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.32.Financiën. Goedkeuring retributiereglement voor de gemeentelijke sportactiviteiten voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:19 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Gust Van den Bruel, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Tania Vrindts, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 stemmen tegen
2 onthoudingen: Rist Heylen en Katrien Monsecour

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist de retributie inzake sportactiviteiten voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 als volgt vast te stellen:

Zwemlessen:

         € 4 tot € 5 per kind, per les voor inwoners

         € 4,5 tot € 5,5 per kind, per les voor niet-inwoners

Sportkampen:

         Volledige dag:

          € 13 tot € 20 per kind, per dag voor inwoners

          € 14 tot € 21 per kind, per dag voor niet-inwoners

         Halve dag:

          € 6 tot € 10 per kind, per halve dag voor inwoners

          € 7 tot € 11 per kind, per halve dag, voor niet-inwoners

Uitstappen :

         € 3  tot € 40

Jeugdactiviteiten/ sportdagen:

         € 2 tot € 40

Wekelijkse lessen voor volwassenen:

         € 3 tot € 6 per les voor inwoners

         € 4 tot € 7 per les voor niet-inwoners

Wekelijkse lessen voor senioren ( 65+) :

         € 2,5 tot € 5 per les voor inwoners

         € 3 tot € 5,5 per les voor niet-inwoners

Artikel 2:

De retributie is verschuldigd door de deelnemer of de persoon die de inschrijving van het kind dat wenst deel te nemen aan de sportactiviteiten heeft geregeld.

Artikel 3:

Het bedrag van de retributie wordt op volgende wijze geïnd:

         het bedrag van de retributie ontstaan door deelname aan zwemlessen wordt gefactureerd.

         Het bedrag van de retributie ontstaan door deelname aan sportkampen, uitstappen, jeugdactiviteiten en sportdagen worden geïnd via de beschikbare betaalmethoden in de TicketGangmodule.

         Het bedrag van de retributie ontstaan door deelname aan de wekelijkse lessen worden contant per les betaald of via de beschikbare betaalmethoden in de TicketGangmodule.

         Inwoners met een vrijetijdspas verkrijgen 50% korting op hun inschrijvingsgeld als het aangegeven staat bij de activiteit / lessenreeks.

Artikel 4:

Het retributiereglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.33.Vrijetijdspas. Goedkeuring reglement.

BESLUIT:unaniem
 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist om het reglement van de vrijetijdspas van 27 april 2015 op te heffen.

Artikel 2:

De gemeenteraad beslist om het reglement van de vrijetijdspas als volgt vast te stellen:

"Reglement vrijetijdspas"

Artikel 1 - Doelstelling:

Vrije tijd is een basisrecht voor elk individu. Om iedereen dit basisrecht te gunnen, wil het gemeente- en OCMW-bestuur ervoor zorgen dat elke inwoner kan participeren aan het vrijetijdsleven in onze gemeente. Via een vrijetijdspas, dewelke gebruikt kan worden voor gemeentelijke activiteiten, worden er kansen geboden aan het brede publiek om van cultuur, sport, bibliotheek, toerisme en jeugdwerk te kunnen proeven.

Artikel 2 - Doelgroepen:

De aanvrager van de vrijetijdspas is inwoner van Hulshout en moet aantonen dat hij/zij tot één van de volgende categorieën behoort:

         Categorie 1: gerechtigd op een verhoogde tegemoetkoming van de ziekte- en invaliditeitsverzekering.

         Categorie 2: u ontvangt van het OCMW:

een leefloon.

een financiële steun aan een persoon die is ingeschreven in het vreemdelingenregister met een machtiging tot verblijf voor onbeperkte tijd en die omwille van zijn nationaliteit niet kan beschouwd worden als een gerechtigde op maatschappelijke integratie.

een maatschappelijke steun die geheel of gedeeltelijk door de federale staat ten laste wordt genomen.

         Categorie 3:

u hebt een medische erkenning van de FOD Sociale Zekerheid:

een vermindering van het verdienvermogen tot één derde of minder van wat een valide persoon door een of ander beroep op de algemene arbeidsmarkt kan verdienen.

een vermindering van de zelfredzaamheid met tenminste 7 punten.

en/of u ontvangt van de FOD Sociale Zekerheid:

een tegemoetkoming als persoon met een handicap op basis van een blijvende arbeidsongeschiktheid van 66%.

een bijkomende kinderbijslag voor kinderen die getroffen zijn door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van minstens 66%.

een tegemoetkoming voor hulp van derden.

een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden.

een inkomensvervangende tegemoetkoming.

een integratietegemoetkoming.

         Categorie 4: u ontvangt van de Rijksdienst voor Pensioenen (RVP):

een tegemoetkoming als persoon met een handicap op basis van een blijvende arbeidsongeschiktheid van 66% (een aanvullende tegemoetkoming of een tegemoetkoming ter aanvulling van het gewaarborgd inkomen).

een inkomensgarantie voor ouderen (IGO).

een gewaarborgd inkomen voor bejaarden.

een tegemoetkoming voor hulp van derden.

         Categorie 5: u ontvangt een tegemoetkoming van de Vlaamse zorgverzekering.

         Categorie 6: personen met schuldenoverlast:

budgetbegeleiding of budgetbeheer bij het OCMW.

collectieve schuldenregeling.

         Categorie 7: bij vaststelling van nood na rechtenonderzoek door het OCMW.

         Categorie 8: u bent in bezit van een European Disability Card.

         Categorie 9: bij vaststelling van nood via Welzijnsschakel of Huis van het Kind.

Artikel 3 - Voorwaarden:

Het recht op een vrijetijdspas wordt aangetoond door voorlegging van een geldig attest van bepaalde of van onbepaalde duur op het moment van de aanvraag.

         Categorie 1: een geldig attest van uw mutualiteit.

         Categorie 2: een geldig attest van het OCMW.

         Categorie 3: een geldig attest van het FOD Sociale Zekerheid.

         Categorie 4: een geldig attest van de Rijksdienst voor Pensioenen.

         Categorie 5: een geldig attest van de zorgkas.

         Categorie 6: een geldig attest van het OCMW of de collectieve schuldbemiddelaar.

         Categorie 7: een geldig attest van het OCMW

         Categorie 8: In bezit zijn van een European Disability Card.

         Categorie 9: bij vaststelling van nood via Welzijnsschakel of Huis van het Kind of VZW Lokaal Welzijn.

Artikel 4 - Financiële ondersteuning:

De vrijetijdspas geeft recht op een korting van 50% op de deelnameprijzen, inkomkaarten of lidgelden van de vrijetijdsdiensten jeugd, sport, cultuur, bibliotheek, senioren, personen met een handicap, toerisme.

Bij bepaalde activiteiten kan het bestuur de gemotiveerde beslissing nemen om geen of een aangepaste korting toe te passen.

De vrijetijdspas geeft eveneens korting bij de provinciale domeinen van de provincie Antwerpen.

Artikel 5 - Procedure:

De aanvraag voor een vrijetijdspas kan ingediend worden op volgende locaties:

         Sociale dienst OCMW Hulshout.

         Vrijetijdsdiensten gemeente Hulshout (jeugd, sport, bibliotheek).

         Onthaalloket gemeentehuis.

De aanvraag omvat een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier en het benodigde attest als bewijs dat de persoon onder de betreffende categorie valt.

De vrijetijdspas is gratis. Kinderen tot 12 jaar staan bij vermeld op de vrijetijdspas van één van de ouders. 

Tussen 12 en 18 jaar ontvangen ze een eigen vrijetijdspas.

Artikel 6 - Behandeling van de aanvraag:

De jeugddienst verzamelt en controleert de aanvragen en stuurt de vrijetijdspas - na goedkeuring van de aanvraag - binnen de 2 weken op aan de aanvrager of het OCMW.

Volgende categorieën ontvangen automatisch een vrijetijdspas: categorie 2 en 6.

De vrijetijdspas is 1 kalenderjaar geldig en moet jaarlijks vernieuwd worden.

Bij gebruik van de vrijetijdspas dient de gebruiker eveneens zijn identiteitskaart te tonen.

Artikel 7:

Bij misbruik heeft het gemeentebestuur het recht de vrijetijdspas en de daaraan verbonden voordelen in te trekken. "

Artikel 3:

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

Artikel 4:

Dit reglement is van toepassing op volgende retributiereglementen:

         16 december 2019: Gemeenteraadsbeslissing over het dienst- en retributiereglement van de Gemeentelijke Openbare Bibliotheek voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

         16 december 2019: Gemeenteraadsbeslissing over het retributiereglement voor de gemeentelijke speelpleinwerking voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

         16 december 2019: Gemeenteraadsbeslissing over het retributiereglement voor gemeentelijke sportactiviteiten voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.34.Financiën. Goedkeuring retributiereglement voor de procedure tot verandering van voorna(a)m(en) voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:13 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Rist Heylen, Tania Vrindts, Katrien Monsecour, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 stemmen tegen
8 onthoudingen: Gust Van den Bruel, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen en Stefaan Pelgrims

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist om voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een retributie te vestigen op de procedure tot verandering van voorna(a)m(en).

Artikel 2:

De gemeenteraad beslist de retributie vast te leggen op € 49 ingeval de verandering van de voorna(a)m(en) wordt toegestaan.

Artikel 3:

Aanvragen tot voornaamswijziging voor vreemdelingen die de Belgische nationaliteit aanvragen en niet over een voornaam beschikken, worden gratis behandeld.

Artikel 4:

De vastgestelde retributie wordt ten laste gelegd van de aanvrager, natuurlijke persoon of rechtspersoon, van de tussenkomst.

Artikel 5:

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.35.Financiën. Goedkeuring retributiereglement voor het bekomen van een naam- of gedenkplaat op het grafmonument op de strooiweide voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:13 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Rist Heylen, Tania Vrindts, Katrien Monsecour, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 stemmen tegen
8 onthoudingen: Gust Van den Bruel, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen en Stefaan Pelgrims

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een retributiereglement vast te stellen voor het bekomen van een gedenkplaat op de grafzuil op de strooiweide, graveren en plaatsen van de plaat inbegrepen.

Het bedrag van de retributie bedraagt: - voor aanslagjaar 2020: € 91

- voor aanslagjaar 2021: € 93

- voor aanslagjaar 2022: € 94

- voor aanslagjaar 2023: € 96

- voor aanslagjaar 2024: € 98

- voor aanslagjaar 2025: € 100

Artikel 2:

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

Artikel 3:

De retributie wordt geheven op het ogenblik van de afgifte van het naamplaatje.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.36.Financiën. Goedkeuring reglement inzake concessie op het behouden van begraafplaatsen bij de periodieke omwenteling der graven voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:11 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Tania Vrindts, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 stemmen tegen
10 onthoudingen: Gust Van den Bruel, Rist Heylen, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims en Katrien Monsecour

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025, dat tijdelijke begraafplaatsen in de gewone parken bij de periodieke omwenteling der graven, behouden kunnen worden tot een volgende omwenteling, mits betaling van een bedrag van:              

- voor aanslagjaar 2020: € 606

- voor aanslagjaar 2021: € 618

- voor aanslagjaar 2022: € 630

- voor aanslagjaar 2023: € 643

- voor aanslagjaar 2024: € 656

- voor aanslagjaar 2025: € 669

Het graf wordt ontgraven en op een andere plaats op het kerkhof herbegraven. Voor de gewone begravingen is dit aansluitend op het park van de gewone begravingen en voor de concessies (kan eventueel aangekocht worden) is dit aansluitend op het park van de begravingen met een concessie.

Artikel 2:

Het verschuldigd bedrag wordt betaald in handen van de financieel directeur. Het kwijtschrift dat onmiddellijk wordt afgeleverd, dient op elk verzoek van de gemeentebeambten vertoond te worden.

Artikel 3:

Het bedrag voor deze overeenkomst wordt eisbaar op het ogenblik van de vraag tot het behouden van het grafmonument.

Artikel 4:

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.37.Financien. Goedkeuring tariefreglement inzake de concessies op de gemeentelijke begraafplaatsen voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:11 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Tania Vrindts, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 stemmen tegen
10 onthoudingen: Gust Van den Bruel, Rist Heylen, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims en Katrien Monsecour

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist het tariefreglement inzake grafconcessies voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 vast te stellen als volgt:

Artikel 2

De retributie wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 als volgt vastgesteld:

a) perceel grond:

-initiële concessie voor een periode van 25 jaar wordt toegestaan aan de prijs van:

- € 910 voor aanslagjaar 2020

- € 928 voor aanslagjaar 2021

- € 947 voor aanslagjaar 2022

- € 966 voor aanslagjaar 2023

- € 985 voor aanslagjaar 2024

- € 1005 voor aanslagjaar 2025

- verlenging van de initiële concessie voor een periode van 10 jaar wordt toegestaan aan de prijs van:

- € 364 voor aanslagjaar 2020

- € 371 voor aanslagjaar 2021

- € 379 voor aanslagjaar 2022

- € 386 voor aanslagjaar 2023

- € 394 voor aanslagjaar 2024

- € 402 voor aanslagjaar 2025

b) nis in columbarium

- initiële concessie voor een periode van 25 jaar wordt toegestaan aan de prijs van:

- € 910 per nis voor aanslagjaar 2020

- € 928 per nis voor aanslagjaar 2021

- € 947 per nis voor aanslagjaar 2022

- € 966 per nis voor aanslagjaar 2023

- € 985 per nis voor aanslagjaar 2024

- € 1005 per nis voor aanslagjaar 2025

- verlenging van de initiële concessie voor een periode van 10 jaar wordt toegestaan aan de prijs van:

- € 364 per nis voor aanslagjaar 2020

- € 371 per nis voor aanslagjaar 2021

- € 379 per nis voor aanslagjaar 2022

- € 386 per nis voor aanslagjaar 2023

- € 394 per nis voor aanslagjaar 2024

- € 402 per nis voor aanslagjaar 2025

c) kuil op het urnenveld:

- initiële concessie voor een periode van 25 jaar worden toegestaan aan de prijs van:

- € 303 per kuil voor aanslagjaar 2020

- € 309 per kuil voor aanslagjaar 2021

- € 315 per kuil voor aanslagjaar 2022

- € 321 per kuil voor aanslagjaar 2023

- € 328 per kuil voor aanslagjaar 2024

- € 334 per kuil voor aanslagjaar 2025

- verlenging van de initiële concessie voor een periode van 10 jaar wordt toegestaan aan de prijs van:

- € 364 per kuil voor aanslagjaar 2020

- € 371 per kuil voor aanslagjaar 2021

- € 379 per kuil voor aanslagjaar 2022

- € 386 per kuil voor aanslagjaar 2023

- € 394 per kuil voor aanslagjaar 2024

- € 402 per kuil voor aanslagjaar 2025

Artikel 3

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

Artikel 4

Hogervermelde tarieven worden voor niet-inwoners, uitgezonderd overeenkomstig de omschrijving in het algemeen politiereglement betreffende personen die in de bevolkings- of vreemdelingenregisters van Heist-op-den-Berg ingeschreven zijn en tot de kerkelijke omschrijving van de parochie St. Mattheus Hulshout behoren, vermenigvuldigd met een factor 2 behalve voor de niet-inwoners die minstens hun halve leven in Hulshout ingeschreven geweest zijn.

Artikel 5

Het verschuldigde bedrag moet betaald worden door de aanvrager van de concessie en is betaalbaar door betaling in handen van de financieel beheerder die hiervoor kwijting zal geven of door overschrijving op rekeningnummer van het gemeentebestuur van Hulshout binnen de dertig dagen na toezending van de rekening. Het kwijtschrift dat onmiddellijk wordt afgeleverd, dient op elk verzoek van de gemeentebeambten vertoond te worden.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.38.Financiën. Goedkeuring reglement voor toekenning van geboortepremie en adoptiepremie tot 18 jaar voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:AMENDEMENT 1
8 stemmen voor: Gust Van den Bruel, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen en Stefaan Pelgrims
11 stemmen tegen: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Tania Vrindts, Geert Vermunicht en Elias De Wever
2 onthoudingen: Rist Heylen en Katrien Monsecour
ALGEMEEN
11 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Tania Vrindts, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 stemmen tegen
10 onthoudingen: Gust Van den Bruel, Rist Heylen, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims en Katrien Monsecour

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 aan de moeder of aan de adopterende ouder (indien de adoptie slechts door één persoon gebeurde), die bij de geboorte of de adoptie van een kind in de gemeente Hulshout gedomicilieerd is, een geboorte-/adoptiepremie uit te betalen.

Artikel 2:

Het bedrag van de premie bedraagt bij:

a) de geboorte/adoptie van het eerste kind: - € 81 voor aanslagjaar 2020

- € 82 voor aanslagjaar 2021

- € 84 voor aanslagjaar 2022

- € 86 voor aanslagjaar 2023

- € 87 voor aanslagjaar 2024

- € 89 voor aanslagjaar 2025

b) de geboorte/adoptie van een tweede kind: - € 96 voor aanslagjaar 2020

- € 98 voor aanslagjaar 2021

- € 100 voor aanslagjaar 2022

- € 102 voor aanslagjaar 2023

- € 104 voor aanslagjaar 2024

- € 106 voor aanslagjaar 2025

c) de geboorte/adoptie van een derde en vierde kind: - € 111 voor aanslagjaar 2020

- € 113 voor aanslagjaar 2021                                                                                                  - € 116 voor aanslagjaar 2022

- € 118 voor aanslagjaar 2023

- € 120 voor aanslagjaar 2024

- € 123 voor aanslagjaar 2025

d) de geboorte/adoptie van een vijfde en volgende kinderen: - € 142 voor aanslagjaar 2020

- € 145 voor aanslagjaar 2021

- € 148 voor aanslagjaar 2022

- € 151 voor aanslagjaar 2023

- € 153 voor aanslagjaar 2024

- € 157 voor aanslagjaar 2025

Artikel 3:

De adoptiepremie wordt toegekend voor de adoptie voor een kind tot maximum 18 jaar.

Artikel 4:

De premies worden toegekend op schriftelijke aanvraag van het gezinshoofd of adopterende persoon. De aanvraag dient te gebeuren voor 1 februari van het jaar volgend op de geboorte/adoptie

Artikel 5:

De premies worden uitbetaald aan de moeder van de nieuwgeboren(e) of aan de adopterende persoon.

De uitbetaling zal per kwartaal geschieden.

Artikel 6:

De kinderen die levenloos ter wereld komen na een zwangerschap van ten minste 180 dagen geven recht op deze geboortepremie, na voorlegging van een medisch attest door een geneesheer.

Artikel 7:

Bovenstaande beslissing zal uitgevoerd worden binnen de perken van desbetreffende goedgekeurde begrotingskredieten, noodzakelijk voor de vereffening van de uitgaven.

Artikel 8:

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.39.Financiën. Goedkeuring belastingreglement voor de selectieve inzameling van PMD en het gebruik van biozakken en papieren zakken voor gft-inzameling voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:11 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Tania Vrindts, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 stemmen tegen
10 onthoudingen: Gust Van den Bruel, Rist Heylen, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims en Katrien Monsecour

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist om voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 ten behoeve van de gemeente een contantbelasting te heffen op het verstrekken van PMD zakken en op het verstrekken van biozakken en papieren zakken voor gft-inzameling.

Artikel 2:

Zijn van de belasting vrijgesteld, de onroerende goederen of gedeelten van onroerende goederen bestemd voor een dienst van openbaar nut, wier activiteiten niet op het maken van winst gericht zijn.  Deze vrijstelling geldt niet voor de gedeelten betrokken door aangestelden ten privaten titel en voor hun persoonlijk gebruik.

Artikel 3:

De ophaling en verwijdering van PMD zal enkel gebeuren in de blauwe zakken, tegen betaling van een contantbelasting van € 6 per rol, bij de aflevering ervan.  Het betreft hier rollen van 24 zakken, af te leveren  aan diegene die erom verzoekt en tegen afgifte van een ontvangstbewijs.

Artikel 4:

De zakken voor PMD kunnen eveneens aangekocht worden bij de diverse verdelende handelaars.  Een ontvangstbewijs in de vorm van een kasticket zal worden afgeleverd.

Artikel 5:

Voor het proper houden van de gft-containers, zijn biozakken verkrijgbaar tegen betaling van een contantbelasting van € 6 per rol. De biozak-rollen bevatten ofwel 50 zakken van 10l ofwel 10 zakken van 120l. De papieren zakken zijn verkrijgbaar tegen betaling van een contantbelasting van €6 per pakket van 80 stuks.

Artikel 6:

De belasting wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd en wordt een kohierbelasting.

Artikel 7:

Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.40.Financiën. Goedkeuring contantbelasting op ophaling en verwerking van afval, volgens principe "vervuiler betaalt" voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:11 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Tania Vrindts, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 stemmen tegen
10 onthoudingen: Gust Van den Bruel, Rist Heylen, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims en Katrien Monsecour

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist om voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een belasting te vestigen op het ophalen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen en met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen via het DIFTAR-systeem.

Onder huisvuil of restafval wordt verstaan:

De afvalstoffen die als huisvuil zijn omschreven in het Uitvoeringsplan huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval, en hiermee vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen.

Onder GFT wordt verstaan:

De afvalstoffen die als gft-afval zijn omschreven in het Vlarema en het Uitvoeringsplan huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval, en hiermee vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen.

Artikel 2:

De belasting is hoofdelijk verschuldigd door:

         de referentiepersoon van elk gezin als zodanig ingeschreven in de bevolkingsregisters of in het vreemdelingenregister en die geïnitialiseerd is als ophaalpunt van huisvuil en/of GFT en als dusdanig gekend is als afvalproducent gebruik makend van container(s) voorzien van een elektronische gegevensdrager, verder omschreven als “gezin”.

         de referentiepersoon van elk gezin die op het grondgebied van de gemeente om het even welke woning of woongelegenheid in gebruik heeft, hetzij tijdelijk, hetzij als tweede verblijf of zich het gebruik ervan voorbehoudt zonder nochtans ingeschreven te zijn in de bevolkingsregisters of in het vreemdelingenregister en die geïnitialiseerd is als ophaalpunt van huisvuil en/of GFT en als dusdanig gekend is als afvalproducent gebruik makend van container(s) voorzien van een elektronische gegevensdrager, verder omschreven als “gezin”.

         ieder natuurlijk persoon en rechtspersoon die als hoofd- en of bijkomende activiteit op het grondgebied van de gemeente een commerciële, industriële, landbouw- of dienstverlenende activiteit uitoefent en die geïnitialiseerd is als ophaalpunt van huisvuil en/of GFT en als dusdanig gekend is als afvalproducent gebruik makend van container(s) voorzien van een elektronische gegevensdrager, verder omschreven als “bedrijf”.

         verenigingen, scholen, gemeenschapshuizen, rusthuizen, kerkfabrieken, openbare en semi-openbare instellingen, …  die geïnitialiseerd zijn als ophaalpunt van huisvuil en/of GFT en als dusdanig gekend zijn als afvalproducent gebruik makend van container(s) voorzien van een elektronische gegevensdrager.

Artikel 3:

Het huisvuil en GFT worden aangeboden in respectievelijk grijze en groene container(s) die door de gemeente via IOK Afvalbeheer ter beschikking worden gesteld. Deze containers zijn eigendom van IOK Afvalbeheer. De container bevat een ingebouwde elektronische gegevensdrager waardoor de identiteit van de normale gebruiker is gekend. De containers behoren toe aan de fysieke locatie (gebouw, infrastructuur of domein) van het aansluitpunt.

Per aansluitpunt zijn de volgende toekenningsregels voor de containers van toepassing:

Zowel voor GFT als voor huisvuil is het maximaal toekenbaar volume voor een gezin en een bedrijf 240 liter.

Voor huisvuil:

         het standaard volume voor de container is 120 L of 240 L

         mits afdoende motivering kan hier van afgeweken worden als volgt:

          de nodige containers van 40 L voor aansluitpunten met specifieke bewoning:

          appartement of studio

          aanéénsluitende bebouwing

          serviceflats

          bejaardenwoning

          verder dan 150m afgelegen van de reguliere ophaalronde

          een container van 1100 L voor de volgende aansluitpunten:

          gemeenschapshuizen en woonzorgcentrum

          parochiezalen

          begraafplaatsen

          jeugd-, cultuur-, sport- en andere verenigingen

          kerkfabrieken

          scholen

          openbare en semi-openbare instellingen

          verhuring voor evenementen

Voor GFT:

         het standaard volume voor de container is 120 L

         mits afdoende motivering kan hier van afgeweken worden als volgt:

          de nodige containers van 40 L voor aansluitpunten met specifieke bewoning:

          appartement of studio

          aanéénsluitende bebouwing

          serviceflats

          bejaardenwoning

          verder dan 150 m afgelegen van de reguliere ophaalronde

          een container van 1100 L voor de volgende aansluitpunten:

          gemeenschapshuizen en woonzorgcentrum

          parochiezalen

          begraafplaatsen

          jeugd-, cultuur-, sport- en andere verenigingen

          kerkfabrieken

          scholen

          openbare en semi-openbare instellingen

          gemeentelijke diensten

Afwijkingen op deze toekenningsregels kunnen enkel worden toegestaan door het college van burgemeester en schepenen.

Artikel 4:

De eerste betalingsuitnodiging voor de vooraf te betalen provisie zal worden opgestuurd door IOK Afvalbeheer in opdracht van de financieel directeur vanaf de initiatiedatum.

De eerste betalingsuitnodiging bedraagt 70 EUR per aansluitpunt. Per aansluitpunt met één of meerdere containers van 1100 L bedraagt het bedrag van de eerste betalingsuitnodiging 320 EUR.

Artikel 5:

De hierna gedefinieerde contantbelastingen in de artikelen  6,7, 8, 9 en 10 worden in mindering gebracht van de vooraf betaalde provisie op het ogenblik zoals vermeld in deze artikelen.

Van zodra het drempelbedrag is overschreden wordt een nieuwe betalingsuitnodiging verstuurd door IOK Afvalbeheer in opdracht van de financieel directeur.

Het drempelbedrag bedraagt 10 EUR per aansluitpunt. Per aansluitpunt met één of meerdere containers van 1100 L bedraagt het drempelbedrag 60 EUR.

Het bedrag van de nieuwe betalingsuitnodiging zal berekend worden voor het geraamde gebruik van het DIFTAR-systeem voor het volgende jaar gebaseerd op de historiek van het aansluitpunt van de afgelopen 3 maanden. Indien de historiek korter is dan 3 maanden, dan is het bedrag van de nieuwe betalingsuitnodiging berekend volgens artikel 4.

Artikel 6:

Een vast belastingbedrag is verschuldigd voor:

         de gescheiden ophaling aan huis van afvalfracties, zoals huisvuil, GFT, papier en karton, glas, grof huisvuil, en de verwerking en de recyclage daarvan;

         de toegang tot het recyclagepark en voor de verwerking van verschillende niet betalende fracties ontvangen op het recyclagepark;

         de algemene reinheid van de gemeente Hulshout.

Dit bedrag bedraagt per aansluitpunt 3 EUR per maand, en wordt verrekend op de provisie.

Evenwel voor de terbeschikkingstelling van een GFT-container van 40l of 120l is een bijkomende belasting ten bedrage van 2 EUR per maand verschuldigd die eveneens wordt verrekend op de provisie. Dit bedrag verhoogt met 2 EUR per maand per container indien de belastingplichtige  beschikt over meerdere GFT-containers van 120l.

Voor de terbeschikkingstelling van een grote container van 1100L (zowel beschikbaar voor restafval als voor GFT-afval) is hier bovenop een bijkomende belasting ten bedrage van 6 EUR per maand verschuldigd die wordt verrekend op de provisie.

Artikel 7:

Voor de ophaling en verwerking van het aangeboden afval is naast de in voorgaand artikel vermelde belasting, een contantbelasting per kilogram gewogen gewicht verschuldigd.

De contantbelasting per kilogram gewogen gewicht wordt na elke lediging in mindering gebracht van de vooraf betaalde provisie en is vastgesteld op:

         0,28 EUR per kilogram aangeboden huisvuil;

         0,14 EUR per kilogram aangeboden GFT.

Alle bedragen worden per lediging afgerond op 2 cijfers na de komma.

Artikel 8:

Bij vervanging of herstelling van containers en/of elektronische gegevensdrager en/of onderdelen die door toedoen van de containergebruiker onbruikbaar zijn geworden, wordt voor de vervanging of herstelling volgende contantbelasting aangerekend:

Overzicht vervangings- en herstellingskosten

Soort interventie 

40l

120l

240l

1100l

wiel met wielas

nvt

4,39 EUR

4,44 EUR

nvt

Deksel met dekselas

6,93 EUR

3,38 EUR

4,69 EUR

nvt

Beugel

4,09 EUR

nvt

nvt

nvt

Romp

22,31 EUR

20,91 EUR

26,16 EUR

nvt

Slot

35,00 EUR

35,00 EUR

35,00 EUR

35,00 EUR

vervanging elektronische gegevensdrager

7,34 EUR

7,34 EUR

7,34 EUR

7,34 EUR

vervanging container met elektronische gegevensdrager

33,34 EUR

28,68 EUR

35,30 EUR

242,99 EUR

 

 

Bovenvermelde contantbelastingen worden in mindering gebracht van de vooraf betaalde provisie op het ogenblik van vervanging en/of herstelling.

Deze contantbelastingen zijn niet verschuldigd wanneer de containerhouder het bewijs levert dat het verlies of de beschadiging van de container niet werd veroorzaakt door of het resultaat is van enige nalatigheid van zijnentwege.

Artikel 9:

Bij omruiling van een container op vraag van de containergebruiker, wordt een contantbelasting van 10,00 EUR aangerekend. Dit bedrag wordt in mindering gebracht van de vooraf betaalde provisie op het ogenblik van de omruiling.

Bij nieuwe containergebruikers of bij wijziging van de gezinssituatie waardoor een ander volume aan inzamelrecipiënten wenselijk is, zal (zullen), bij wijze van overgangsmaatregel, de container(s) op verzoek éénmalig gratis worden omgeruild.

Artikel 10:

Indien de containergebruiker verzoekt om een container met slot, dan wordt een contantbelasting van 35,00 euro aangerekend. Deze contantbelasting wordt in mindering gebracht van de provisie op het ogenblik van de ingebruikname van de container met slot.

Artikel 11:

De afmelding van de referentiepersoon van een gezin, bedrijf, vereniging, school, gemeenschapshuis, woonzorgcentrum, kerkfabriek, openbare en semi-openbare instelling,… naar aanleiding van een verhuis, overlijden, stopzetting of gelijkaardige omstandigheid moet uitdrukkelijk gebeuren. Pas dan wordt het DIFTAR-systeem afgesloten en wordt het, na afrekening van de verschuldigde belastingen, nog beschikbare bedrag van de vooraf betaalde provisie door IOK Afvalbeheer in opdracht van de financieel directeur teruggestort op het rekeningnummer van de belastingplichtige. De containers worden voor verder gebruik geblokkeerd.

Artikel 12:

Een tijdelijke containergebruiker is een inrichter van evenementen e.d. aan wie op zijn/haar vraag gedurende minstens 1 dag en maximum 1 maand één of meerdere containers ter beschikking worden gesteld door IOK Afvalbeheer in opdracht van de gemeente voor het inzamelen en verwerken van huisvuil dat op het evenement ontstaat.

Voor de plaatsing (het leveren en het afhalen) van een tijdelijke container wordt aan de inrichter van een evenement een contantbelasting aangerekend.

Overzicht plaatsingstarieven per tijdelijke container:

Containertype

huisvuil

240L container

10,00 EUR

1100L container

25,00 EUR

Bijkomend wordt voor de ophaling en verwerking van de ingezamelde hoeveelheden en voor een eventuele herstelling of vervanging een contantbelasting aangerekend door IOK Afvalbeheer in opdracht van de financieel directeur aan de inrichter van een evenement en dit volgens de tarieven vastgelegd in artikelen 7 en 8.

Artikel 13:

Als de contante inning niet kan worden uitgevoerd, wordt de belasting een kohierbelasting.

Artikel 14:

De vestiging en de invordering van de belasting evenals de regeling van de geschillen ter zake, gebeurt volgens de modaliteiten vervat in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen procedure van de provincie- en gemeentebelasting, zoals herhaaldelijk gewijzigd.

Artikel 15:

Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2020.

Artikel 16:

Een afschrift van dit reglement zal ter kennisgeving worden overgemaakt aan IOK Afvalbeheer, OVAM en de afdeling Handhaving - Milieu-inspectie van het Departement Omgeving.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.41.Financiën. Goedkeuring belasting op de inname van het openbaar domein ten gevolge van bouw- en andere werken voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:11 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Tania Vrindts, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 stemmen tegen
10 onthoudingen: Gust Van den Bruel, Rist Heylen, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims en Katrien Monsecour

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025, ten behoeve van de gemeente, een belasting te heffen op de ingenomen oppervlakte van het openbare domein ten laste van diegenen die:

a)materiaal, materieel, evenals voertuigen (die in werkende toestand breder zijn dan 3 meter) die niet geparkeerd worden conform de verkeerswetgeving, nodig voor de uitvoering van geplande werken, plaatst of laat plaatsen, ten gevolge van bouwwerken;

b)bij bouw- of verbouwingswerken, een deel van het openbaar domein afsluit of laat afsluiten.

Artikel 2:

De belastingvoet wordt als volgt vastgesteld:

-€ 3,00 per m² voor de eerste 5 dagen voor werken van korte duur (maximaal 5 dagen);

-€ 6,00 per m² per maand voor de eerste zes maanden;

-€ 12,00 per m² per maand voor de volgende zes maanden;

-€ 19,00 per m² per maand voor vanaf de dertiende maand;

Een gedeelte van een maand geldt voor een volle maand, behoudens voor de eerste vijf dagen.

Artikel 3:

De belasting wordt vastgesteld volgens de ingenomen oppervlakte van het openbaar domein.

Voor het berekenen van deze oppervlakte, wordt elk deel van een vierkante meter voor één eenheid gerekend.

Artikel 4:

Op het eerste verzoek van het gemeentebestuur moet, binnen de 24 uren, de ingenomen oppervlakte worden vrijgemaakt, zoniet zullen deze werken uitgevoerd worden door of in opdracht van de gemeente en worden de kosten verhaald op de aanvrager, en indien deze niet bekend is op de bouwheer.

Artikel 5:

De aanvraag tot inname van het openbaar domein dient gericht te worden aan het gemeentebestuur van Hulshout ten minste 21 kalenderdagen voor de geplande inname. Een aanvraagformulier kan afgehaald worden op de technische dienst van het gemeentebestuur of kan opgevraagd worden op de website www.hulshout.be van de gemeente.

Zij vermeldt alle elementen (o.a. naam en adres aanvrager, opdrachtgever, adres werken, aard werken, eigenaar van de weg, voorziene periode, plan of schets, …). Tevens dient de belastingplichtige aangifte te doen van al de elementen  die noodzakelijk zijn voor het berekenen van de belasting.

Artikel 6:

Van de belasting zijn vrijgesteld de inname van het openbaar domein ten gevolge van:

a)het oprichten of verbouwen van woongelegenheden door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal               Wonen of door haar gewestelijke en/of plaatselijke bouwmaatschappijen;

b)werken die uitgevoerd worden door of in opdracht van openbare besturen, en daarmee gelijkgestelde instellingen, alsook de instellingen van openbaar nut;

c)de restauratie van als monument geklasseerde gebouwen, van gebouwen gelegen in een als stadsgezicht beschermde zone en van niet-geklasseerde historische panden, als dusdanig door het college van burgemeester en schepenen erkend.

Artikel 7:

Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 5 gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd.

Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.

De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

Artikel 8:

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan de verschuldigde belasting.  Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd.

Artikel 9:

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. De belastingschuldigen ontvangen kosteloos een aanslagbiljet.

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.

Artikel 10:

Deze belasting treedt in werking vanaf 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.42.Financiën. Goedkeuring belasting op tweede verblijven voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:AMENDEMENT 1
unaniem
ALGEMEEN
11 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Tania Vrindts, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 stemmen tegen
10 onthoudingen: Gust Van den Bruel, Rist Heylen, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims en Katrien Monsecour

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een belasting te vestigen op de tweede verblijven.

Artikel 2:

Als tweede verblijf wordt beschouwd, elke woongelegenheid waarvan degene die er kan verblijven, voor deze woongelegenheid niet ingeschreven is in de bevolkingsregisters, ongeacht het feit of het gaat om landhuizen, bungalows, appartementen, grote of kleine weekendhuizen of buitengoederen, optrekjes, chalets en alle andere vaste woongelegenheden, met inbegrip van de met chalets gelijkgestelde caravans.

Als tweede verblijf worden niet beschouwd:

         het lokaal uitsluitend bestemd voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit.

         de tenten en woonaanhangwagens.

         verplaatsbare caravans, tenzij deze tenminste zes maanden van het belastingjaar opgesteld blijven om als woongelegenheid aangewend te worden.

Artikel 3:

De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die eigenaar is van het tweede verblijf.

Artikel 4:

Het bedrag van de belasting bedraagt: - voor aanslagjaar 2020: € 506 per tweede verblijf

- voor aanslagjaar 2021: € 516 per tweede verblijf

- voor aanslagjaar 2022: € 526 per tweede verblijf

- voor aanslagjaar 2023: € 537 per tweede verblijf

- voor aanslagjaar 2024: € 548 per tweede verblijf

- voor aanslagjaar 2025: € 559 per tweede verblijf

Artikel 5:

De belasting is ondeelbaar en voor het ganse belastingjaar verschuldigd door de eigenaar op 01 januari van het belastingjaar.

Artikel 6:

De belastingplichtige moet ten laatste op 31 januari van het belastingjaar bij het gemeentebestuur aangifte doen van elk tweede verblijf dat hij in de gemeente bezit.

De aangifte moet gedaan worden op het formulier dat door het gemeentebestuur wordt toegestuurd of dat kan bekomen worden bij de financiële dienst van het gemeentebestuur.

De belastingplichtige is vrijgesteld van aangifteplicht indien hij voor het vorig aanslagjaar werd aangeslagen en indien de belastbare toestand ongewijzigd is gebleven.

Artikel 7:

Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 6 gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd.

Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.

De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

Artikel 8:

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan de verschuldigde belasting. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd.

Artikel 9:

Wanneer eenzelfde situatie aanleiding kan geven tot de toepassing van deze verordening en de belastingverordening op de terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven, is alleen de verordening op de terreinen voor openluchtrecreatieve verblijven van toepassing.

Artikel 10:

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. De belastingschuldigen ontvangen kosteloos een aanslagbiljet.

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.

Artikel 11:

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.43.Financiën. Goedkeuring belasting op afgifte van administratieve stukken voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:unaniem
 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 ten behoeve van de gemeente een indirecte belasting te vestigen op het afleveren van administratieve stukken.

Artikel 2:

De belasting is verschuldigd door de personen aan wie deze stukken door de gemeente op hun verzoek of ambtshalve worden uitgereikt.

Artikel 3:

Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld als volgt:

a)1. Op de afgifte van de elektronische identiteitskaarten (KB 01.09.2004) of elektronische                                   

        vreemdelingenkaarten:

               Voor alle gewone procedures: 

€ 1,00 gemeentetaks voor de eerste nieuwe identiteitskaart, uit te reiken aan personen van 12 jaar oud verhoogd met de kosten aangerekend door de federale overheid;

€ 2,00 gemeentetaks voor alle andere uit te reiken nieuwe identiteitskaarten, verhoogd met de kosten aangerekend door de federale overheid;

€ 2,00 gemeentetaks voor het vervangen van de kartonnen vreemdelingenkaart, verhoogd met de kosten aangerekend door de federale overheid;

2. Op de afgifte van de elektronische identiteitskaarten of elektronische vreemdelingenkaarten:

Voor alle spoedprocedures:

€ 3,00 gemeentetaks voor de eerste nieuwe identiteitskaart of vreemdelingenkaart uit te reiken aan personen vanaf 12 jaar oud verhoogd met de kosten aangerekend door de Federale Overheid,  met volledig transport door Group  4.

€ 4,00 gemeentetaks voor alle andere uit te reiken nieuwe identiteitskaarten of vreemdelingenkaarten verhoogd met de kosten aangerekend door de Federale Overheid,  met volledig transport door Group  4.

3.Op de afgifte van een kids-ID (gewone procedure): € 0,00 gemeentetaks verhoogd met het bedrag aangerekend door de Federale Overheid .

Op de afgifte van een kids-ID (alle spoedprocedures):  € 0,00 gemeentetaks verhoogd met het bedrag aangerekend door de Federale Overheid, met volledig transport door Group4

   b)1. Op de afgifte van de reispassen (paspoorten) vanaf de leeftijd van 18 jaar

volgens de normale procedure, geldig voor vijf jaar:

€ 2,50 gemeentetaks verhoogd met de kosten aangerekend door de federale overheid.

2. Op de afgifte van reispassen (paspoorten en paspoorten van 64 blz) vanaf de

leeftijd van 18 jaar  volgens de dringende procedure, geldig voor vijf jaar:

€ 2,50 gemeentetaks verhoogd met de kosten aangerekend door de federale overheid.

3. Op de afgifte van reispassen (paspoorten) onder de leeftijd van 18 jaar volgens

de normale procedure, geldig voor vijf jaar: € 0,00 gemeentetaks verhoogd met de kosten aangerekend door de federale overheid.

4. Op de afgifte van reispassen (paspoorten) onder de leeftijd van 18 jaar volgens

de dringende procedure, geldig voor vijf jaar: € 0,00 gemeentetaks verhoogd met de kosten aangerekend door de federale overheid.

c)Op de afgifte van een rijbewijs in kaartmodel zoals bedoeld in artikel 64 bis van het KB van 23              

juni 2010:

- afgifte van een rijbewijs:

€ 2 gemeentetaks verhoogd met de kosten van de Federale Overheid

- afgifte van een nieuw eerste rijbewijs (art. 49):

€ 2 gemeentetaks verhoogd met de kosten van de Federale Overheid

- afgifte van een duplicaat van een rijbewijs:

€ 2 gemeentetaks verhoogd met de kosten van de Federale Overheid

- omwisseling van een rijbewijs:

€ 2 gemeentetaks verhoogd met de kosten van de Federale Overheid

- afgifte van een rijbewijs via spoedprocedure op de eerste werkdag volgend op de dag van de              

                 afgifte van een degelijk ingevulde aanvraag: 

€ 2 gemeentetaks verhoogd met de kosten van de Federale Overheid

- afgifte van een voorlopig rijbewijs:

€ 2 gemeentetaks verhoogd met de kosten van de Federale Overheid

Artikel 4:

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

Artikel 5:

De belasting wordt geheven op het ogenblik van de afgifte van het belastbare stuk.

Artikel 6:

Wanneer de inning niet kan worden uitgevoerd wordt de belasting ingekohierd.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.44.Financiën. Goedkeuring retributie op het maken van fotokopieën en voor het ontvangen van de dagorde voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:unaniem
 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist een retributie te heffen op het maken van fotokopieën voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025, tegen een tarief van:

€ 0,05 per kopie voor A4-formaat bestuursdocumenten

€ 0,10 per kopie voor A4-formaat

€ 0,07 per kopie A4-formaat recto-verso bestuursdocumenten

€ 0,20 per kopie A4-formaat recto-verso

€ 0,10 per kopie voor A3-formaat bestuursdocumenten

€ 0,20 per kopie voor A3-formaat

€ 0,13 per kopie A3-formaat recto-verso bestuursdocumenten

€ 0,40 per kopie A3-formaat recto-verso

Artikel 2:

Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 wordt een retributie van € 10 geheven voor de toezending van de dagorde van de gemeenteraad.

Artikel 3:

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

Artikel 4:

De retributies zijn verschuldigd door de personen die de fotokopieën of de toezending van de dagorde vragen.

Artikel 5:

De retributie moet betaald worden bij de aanvraag.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.45.Financiën. Goedkeuring vaststellen van de kosten van de aangetekende herinneringsbrief inzake de invordering van de gemeentebelastingen voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:unaniem
 

Artikel 1:

De kosten voor het verzenden van de aangetekende herinneringsbrief naar aanleiding van de invordering van een gemeentebelasting worden, voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025, vastgesteld volgens de geldende tarieven gehanteerd door het aangestelde postverwerkingsbedrijf in het desbetreffende aanslagjaar.

Artikel 2:

Deze kosten voor het verzenden van aangetekende herinneringsbrieven naar aanleiding van de invordering van een gemeentebelasting, worden ingevorderd door de financieel directeur.

Artikel 3:

Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2020.

 

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.46.Financiën. Goedkeuring gemeentelijke opcentiemen onroerende voorheffing voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:11 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Tania Vrindts, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 stemmen tegen
10 onthoudingen: Gust Van den Bruel, Rist Heylen, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims en Katrien Monsecour

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist om voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 ten bate van de gemeente Hulshout 818,64 opcentiemen te heffen op de onroerende voorheffing.

Artikel 2:

De vestiging en de inning van de gemeentebelasting gebeuren door toedoen van de Vlaamse Belastingdienst.

Artikel 3:

Deze beslissing wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.47.Financiën. Goedkeuring belastingreglement op de leegstand van gebouwen en woningen voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:13 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Rist Heylen, Tania Vrindts, Katrien Monsecour, Geert Vermunicht en Elias De Wever
1 stem tegen: Kurt Winkelmans
7 onthoudingen: Gust Van den Bruel, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen en Stefaan Pelgrims

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist het belastingreglement op de leegstand van gebouwen en woningen voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 goed te keuren als volgt:

"Belastingreglement op de leegstand van gebouwen en woningen voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

1.ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1: Definities

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

Administratie: de personeelsleden van de gemeente die door het college van burgemeester en schepenen belast worden met de opmaak, opbouw, beheer en actualisering van het leegstandsregister en opsporing van leegstaande panden.

Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

a) een aangetekend schrijven.

b) een afgifte tegen ontvangstbewijs.

Eengezinswoning: elk bebouwd onroerend goed dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van één gezin of één alleenstaande, waarin zich geen andere woningen bevinden.

Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2, 1°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten.

Kamer:  een woning waarin een toilet, een bad of douche of een kookgelegenheid ontbreken en waarvan de bewoners voor een of meer van die voorzieningen aangewezen zijn op de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt.

Leegstaand gebouw: een gebouw waarvan meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een termijn van ten minste 12 opeenvolgende maanden. Daarbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw. De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan afgeleverde of gedane stedenbouwkundige vergunning of -melding, milieuvergunning of -melding , of uitgereikte omgevingsvergunning of meldingsakte als vermeld in artikel 6 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is, of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.

Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is.  Een gedeelte is eerst afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

In afwijking hiervan wordt een nieuw gebouw als leegstaand beschouwd indien dat gebouw binnen 7 jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning in laatste administratieve aanleg of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig het 1ste lid.

Leegstaande woning: een woning die gedurende een termijn van ten minste 12 opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met de woonfunctie.

In afwijking hiervan wordt een nieuwe woning als leegstaand beschouwd indien die woning binnen 7 jaar na de afgifte van een stedenbouwkundige vergunning in laatste administratieve aanleg of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig het 1ste lid.

Leegstandsregister: het gemeentelijk register van leegstaande gebouwen en woningen, vermeld in art 2.2.6 DGPB.

Woning: elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande.

10°Zakelijk gerechtigde: de houder van één van volgende zakelijke rechten:

a) de volle eigendom.

b) het recht van opstal of van erfpacht.

c) het vruchtgebruik.

2.HET GEMEENTELIJK LEEGSTANDSREGISTER

Artikel 2: Wijze van inventarisatie

§1. De administratie maakt een leegstandsregister van leegstaande woningen en gebouwen.

§ 2. De administratie beoordeelt de leegstand van een gebouw of woning aan de hand van volgende indicaties:

het ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister op het adres van de woning of van een aangifte als tweede verblijf.

het langdurig aanbieden van het gebouw of van de woning als “te huur” of “te koop”.

de onmogelijkheid om het gebouw of de woning te betreden, bv. door een geblokkeerde of een verzegelde toegang.

de vermindering van het kadastraal inkomen overeenkomstig artikel 15 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992.

het ontbreken van aansluitingen op nutsvoorzieningen.

een dermate laag verbruik van de nutsvoorzieningen dat een gebruik overeenkomstig de woonfunctie of de functie van het gebouw kan worden uitgesloten.

getuigenissen.

de vaststellingen ter plaatse door de onderzoeker van de gemeente Hulshout op basis van het technisch verslag leegstand.

§ 3. Een leegstaand gebouw of een leegstaande woning wordt opgenomen in het leegstandsregister aan de hand van een genummerde administratieve akte, waarbij een fotodossier en een beschrijvend verslag, met vermelding van de elementen die de leegstand staven, gevoegd worden.

De administratieve akte bevat als besluit de beslissing tot opname in het leegstandsregister. De datum van de administratieve akte geldt als de datum van de vaststelling van de leegstand.

Als uit de feitelijke indicaties niet onmiddellijk vastgesteld kan worden dat de leegstand minimaal twaalf opeenvolgende maanden aanhoudt, voert de administratie een tweede controle uit.

De administratie stelt de zakelijk gerechtigden per beveiligde zending in kennis van de beslissing tot opname van leegstaande gebouwen en woningen in het leegstandsregister. Deze kennisgeving omvat zowel de administratieve akte als het beschrijvende verslag.

Artikel 3: Verhouding tot andere inventarissen

Een gebouw dat of een woning die in aanmerking komt voor inventarisatie in de zin van hoofdstuk II van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt nooit als een leegstaand gebouw of als een leegstaande woning beschouwd.

De bedrijfsruimten die op grond van artikel 2, 1°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten worden uitgesloten van de toepassing van voormeld decreet, worden onder de aldaar vermelde voorwaarden evenmin als leegstaande gebouwen of woningen in de zin van dit reglement beschouwd.

Een gebouw dat of een woning die geïnventariseerd is als verwaarloosd, kan eveneens opgenomen worden in het leegstandsregister, en omgekeerd.

Woningen die door het Vlaamse Gewest geïnventariseerd zijn als ongeschikt en/of onbewoonbaar, worden niet opgenomen in het leegstandsregister.

Artikel 4: Beroepsprocedure en schrapping

§1. Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand op de derde werkdag volgend op de datum van verzending van de administratieve akte, of ingaand op de datum van kennisgeving van de administratieve akte, kan een zakelijk gerechtigde bij het college van burgemeester en schepenen beroep aantekenen tegen de administratieve akte met de beslissing tot opname in het leegstandsregister. Het beroep wordt per beveiligde zending ingediend.

Het beroepschrift wordt gedagtekend en bevat minimaal de volgende gegevens:

de identiteit en het adres van de indiener.

de aanwijzing van de administratieve akte en van het gebouw of de woning waarop het beroepschrift betrekking heeft.

een of meer bewijsstukken die aantonen dat het gebouw of de woning niet leegstaand is, met dien verstande dat de vaststelling van de leegstand betwist kan worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, met uitzondering van de eed.

Als het beroepschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

De indiener voegt bij het beroepschrift de overtuigingsstukken die hij nodig acht. De overtuigingsstukken worden door de indiener gebundeld en op een bijgevoegde inventaris opgenomen.

§2. Het college toetst de ontvankelijkheid van het beroepschrift. Het beroepschrift is alleen onontvankelijk in één van de volgende gevallen:

1° het beroepschrift is te laat ingediend of niet ingediend overeenkomstig de bepalingen van artikel 4, §1.

2° het beroepschrift gaat niet uit van een zakelijk gerechtigde.

3° het beroepschrift is niet ondertekend.

Als het college vaststelt dat het beroepschrift onontvankelijk is, deelt ze dat aan de indiener mee met de vermelding dat de procedure als afgehandeld beschouwd wordt.

§3.Het college onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling, of met een feitenonderzoek, dat uitgevoerd wordt door een personeelslid als vermeld in artikel 2.2.6, § 7, DGPB. Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.

Het college doet uitspraak over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, ingaand de dag na ontvangst van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending ter kennis gebracht.

§4. Als het college het beroep gegrond acht, wordt het gebouw of de woning niet opgenomen in het leegstandsregister.

Indien de beslissing tot opname in het leegstandsregister niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de zakelijk gerechtigde onontvankelijk of ongegrond is, wordt het gebouw of de woning in het leegstandsregister opgenomen vanaf de datum van de vaststelling van de leegstand in de administratieve akte.

Artikel 5: Schrapping uit het leegstandsregister

§1. Een gebouw wordt uit het leegstandsregister geschrapt als een zakelijk gerechtigde bewijst dat meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte overeenkomstig de functie, vermeld in artikel 1, 4°,  aangewend wordt gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden. Een woning wordt uit het leegstandsregister geschrapt als een zakelijk gerechtigde bewijst dat de woning gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden aangewend wordt in overeenstemming met de functie, vermeld in artikel 1, 5°. De administratie vermeldt als datum van schrapping de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de voormelde functie.

§2. Een gebouw of woning wordt uit het leegstandsregister geschrapt als een zakelijk gerechtigde bewijst dat het gebouw of de woning gesloopt werd of dat de hoofdfunctie van een gebouw of woning gewijzigd werd op grond van een niet-vervallen stedenbouwkundige vergunning, verkavelingsvergunning of omgevingsvergunning. De administratie vermeldt als datum van schrapping de eerste dag waarop het gebouw of de woning werd gesloopt of de functiewijziging werd uitgevoerd, of de eerste dag waarop door de administratie kan worden vastgesteld dat het gebouw of de woning werd gesloopt of de functiewijziging werd uitgevoerd.

§3. Voor de schrapping uit het leegstandsregister richt de zakelijk gerechtigde een gemotiveerd verzoek aan de administratie via beveiligde zending.

De administratie onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het leegstandsregister. Zij onderzoekt het verzoek tot schrapping op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling, of met een feitenonderzoek, dat uitgevoerd wordt door een personeelslid als vermeld in artikel 2.2.6, § 7, DGPB. Het verzoek wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.

De administratie neemt een beslissing over het verzoek tot schrapping binnen een termijn van 90 dagen, ingaand de dag na de ontvangst van het verzoek. De administratie brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing met een beveiligde zending.

§4.De administratie kan het gebouw of de woning ambtshalve uit het leegstandsregister schrappen, indien zij vaststelt dat aan de voorwaarden voor de schrapping, vermeld in artikel 5, §1 of §2, voldaan is.

Artikel 6: Beroep tegen het besluit tot weigering van een schrapping

§1. Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand op de derde werkdag volgend op de datum van verzending van de weigering van het verzoek tot schrapping, of ingaand op de datum van kennisgeving van de weigering van het verzoek tot schrapping, kan een zakelijk gerechtigde bij het college van burgemeester en schepenen beroep aantekenen tegen deze weigering. Het beroep wordt per beveiligde zending ingediend.

§2. Het college onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het leegstandsregister. Zij onderzoekt het verzoek tot schrapping op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling, of met een feitenonderzoek, dat uitgevoerd wordt door een personeelslid als vermeld in artikel 2.2.6, § 7, DGPB. Het verzoek wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.

Het college doet uitspraak over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, ingaand de dag na ontvangst van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending ter kennis gebracht.

§3. Als het college het beroep gegrond acht, wordt het gebouw of de woning geschrapt uit het leegstandsregister met als datum van schrapping het initiële verzoek tot schrapping.

Indien de beslissing tot weigering van het verzoek tot schrapping niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de zakelijk gerechtigde ongegrond is, blijft het gebouw of de woning in het leegstandsregister opgenomen.

3.LEEGSTANDSHEFFING

Artikel 7: Belastbare grondslag

§ 1. Voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 wordt een jaarlijkse gemeentebelasting, zijnde de leegstandsheffing, gevestigd op woningen en gebouwen die gedurende minstens 12 opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.

§ 2. De belasting voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat die woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.

Zolang het leegstaand gebouw of de leegstaande woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, is de belasting van het aanslagjaar verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt vanaf de datum van de 1ste verjaardag van de opnamedatum.

 

§3. Bij de overdracht van het zakelijk recht van een gebouw of een woning geldt de datum van de authentieke overdrachtsakte als aanvangspunt voor het berekenen van de termijnen van 12 maanden.

Artikel 8: Belastingplichtige

§ 1. De belasting is verschuldigd door de houder van het zakelijk recht betreffende het leegstaande gebouw of de leegstaande woning op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.

§ 2. Zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, is de zakelijk gerechtigde, vermeld in §1, op het ogenblik dat een nieuwe termijn van 12 maanden verstrijkt, de belastingplichtige voor de nieuwe belasting.

§ 3. Zo er meerdere belastingplichtigen zijn, zijn deze hoofdelijk gehouden tot betaling van de verschuldigde belasting.

§ 4. De overdrager van het zakelijk recht moet de verkrijger ervan in kennis stellen dat het goed is opgenomen in het leegstandsregister. Tevens moet hij per beveiligde zending een kopie van de notariële akte bezorgen aan de gemeente, binnen twee maanden na het verlijden van de notariële akte.  Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens:

         naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel.

         datum van de akte, naam en standplaats van de notaris.

         nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw.

Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, in afwijking van §1, als belastingschuldige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.

Artikel 9: Berekening van de leegstandsheffing

§ 1.  Het tarief van de belasting bedraagt € 5 per vierkante meter grondoppervlakte van de woning of het gebouw,  vermenigvuldigd met het aantal bouwlagen.

§ 2. De belastbare oppervlakte wordt steeds in volle vierkante meter uitgedrukt. De gedeelten kleiner dan een halve vierkante meter worden weggelaten. De gedeelten gelijk aan of boven een halve vierkante meter worden aangerekend als volle vierkante meter. Voor de berekening van de verschuldigde belasting worden een kelder ingericht met woonvertrekken en een ingerichte zolder als bouwlaag aanzien.

§ 3. 1° De belasting bedraagt minimum:

         € 990,00 voor een leegstaand gebouw.

         voor een leegstaande woning:

a)€ 990,00 voor een eengezinswoning.

b)€ 75,00 voor een kamer.

c)€ 300,00 voor elke andere woning dan deze vermeld onder a) en b)

De bedragen, vermeld in het eerste lid, zijn gekoppeld aan de evolutie van de ABEX-index en stemmen overeen met de index van november 2009. Ze worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan het ABEX-indexcijfer van de maand november die aan de aanpassing voorafgaat.

§ 4. Het bedrag van de heffing is gelijk aan het resultaat van volgende formule:

         Indien tarief x grondoppervlakte gebouw/woning x aantal bouwlagen < minimumbelasting: minimumbelasting x 2ABJ.

         Indien tarief x grondoppervlakte gebouw/woning x aantal bouwlagen > minimumbelasting:
€ 5,00 x grondoppervlakte gebouw/woning x aantal bouwlagen x 2ABJ.

waarbij ABJ = aantal reeds belaste jaren en maximum gelijk aan 4.

§ 5. Vanaf de tweede aanslag ten laste van eenzelfde eigenaar verhoogt de aanslagvoet van de belasting per gevestigde aanslag met 15%.

§ 6. Bij de overdracht van het zakelijk recht van een gebouw of een woning geldt de datum van de authentieke verkoopakte als aanvangspunt voor het berekenen van de termijnen van 12 maanden.

Artikel 10: Vrijstellingen

Van leegstandsheffing zijn vrijgesteld:

§ 1. Vrijstelling voor een nieuwe houder van het zakelijk recht.

Er wordt een vrijstelling van de heffing verleend gedurende een periode van 1 jaar vanaf het moment van overdracht van het zakelijk recht en dit aan de belastingplichtige die minder dan 1 jaar houder is van het zakelijk recht van de woning en/of gebouw.

Deze vrijstelling geldt niet voor overdrachten aan vennootschappen waarin de vroegere houder van het zakelijk recht participeert, rechtstreeks of onrechtstreeks, voor meer dan 10 procent van het aandeelhouderschap.

§ 2. Vrijstelling wegens het indienen van een volledig bevonden aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning.

Er wordt een vrijstelling van heffing verleend van zodra de belastingplichtige een schriftelijke bevestiging van de volledig bevonden aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning opgemaakt door een ambtenaar van de bouwdienst voorlegt.

De vrijstelling eindigt op het moment dat er een beslissing is omtrent de aanvraag.

Indien de vergunning niet wordt verleend, vervalt de vrijstelling en moet de houder van het zakelijk recht een heffing betalen zoals bepaald in artikel 6.

Indien de vergunning wordt verleend, kan de belastingplichtige aansluitend de vrijstelling zoals beschreven in artikel 7 § 4 aanvragen.

Er kan maar twee keer beroep gedaan worden op deze vrijstelling door eenzelfde belastingplichtige voor eenzelfde woning of gebouw.

§ 3. Vrijstelling voor niet-vergunningsplichtige renovatiewerken

Er wordt in een periode van 10 jaar vanaf de inventarisatiedatum aan de belastingplichtige éénmaal een vrijstelling van maximaal 3 jaar gegeven voor de renovatie van de woning en/of het gebouw, waarbij de problematische situatie ten gronde wordt aangepakt.

De geplande renovatiewerken dienen aangetoond te worden aan de hand van een gedetailleerd renovatieschema.

Het gedetailleerde renovatieschema dient de volgende stukken te bevatten:

         een tekening of schets van de woning of het gebouw met aanduiding van de werken.

         een volledige opsomming en korte beschrijving van alle werken.

         de aanvangsdatum en uitvoeringstermijn van de werkzaamheden.

         facturen van reeds uitgevoerde werken en/of aangekochte materialen.

         een fotoreportage van de gebouwdelen die gerenoveerd worden.

Het renovatieschema dient samen met de aangifte te worden ingediend. De belastingplichtigen worden er schriftelijk van verwittigd of het renovatieschema volledig is bevonden en de vrijstelling toegekend wordt.

De vrijstelling wordt verleend op voorwaarde dat de werken ook effectief worden uitgevoerd. Daarom wordt de vrijstelling verleend in schijven van één jaar.

De eerste schijf gaat in:

         in het jaar van opname: op de datum van inventarisatie.

         in de daarop volgende jaren: op de eerstvolgende inventarisatiedatum na de datum van ontvangst op de administratie van het gedetailleerd renovatieschema.

De aanvraag van de tweede en de derde schijf moet gebeuren via een schriftelijke en gemotiveerde vraag aan de administratie. In deze gemotiveerde vraag wordt onder andere een gedetailleerde stand van zaken van de werken opgenomen. Deze stand van zaken wordt onder andere aangetoond aan de hand van foto’s.

De aanvraag van de tweede schijf moet ingediend worden uiterlijk een maand voor de eerste schijf verstrijkt. Om voor de tweede schijf in aanmerking te komen, moet uit de stand van zaken blijken dat de werken gestart zijn. De toekenning van de tweede schijf kan worden voorafgegaan door een plaatsbezoek van de administratie ter controle. Indien blijkt uit de stand van zaken of uit het verslag van het plaatsbezoek dat de werken nog niet zijn gestart, dan wordt de tweede schijf geweigerd.

De aanvraag van de derde schijf moet ingediend worden uiterlijk een maand voor de tweede schijf verstrijkt. Om voor een derde schijf in aanmerking te komen, moet uit de stand van zaken blijken dat de werken uitgevoerd worden zoals gepland in het gedetailleerd renovatieschema. De toekenning van de derde schijf kan worden voorafgegaan door een plaatsbezoek van de administratie ter controle. Indien blijkt uit de stand van zaken of uit het verslag van het plaatsbezoek dat de werken niet uitgevoerd worden zoals gepland in de renovatieschema of in het gedetailleerd tijdschema, dan wordt de toekenning van de derde schijf geweigerd.

Indien een plaatsbezoek tot vaststelling van de voortgang van de werken wordt geweigerd of indien aan de administratie geen toegang wordt verleend tot de woning en/of het gebouw, dan wordt de toekenning van een tweede of derde schijf automatisch geweigerd.

§ 4. Vrijstelling voor vergunningsplichtige renovatiewerken

Er wordt in een periode van tien jaar vanaf de inventarisatiedatum aan de belastingplichtige éénmaal een vrijstelling van maximaal 3 jaar gegeven voor de renovatie van de woning en/of het gebouw, waarbij de problematische situatie ten gronde wordt aangepakt.

De geplande renovatiewerken dienen aangetoond te worden aan de hand van een stedenbouwkundige vergunning van maximaal 3 jaar oud. De stedenbouwkundige vergunning moet aangevuld worden met een gedetailleerd tijdschema waarin de fasering van de werken wordt toegelicht. Uit deze documenten moet duidelijk blijken dat de problematische situatie ten gronde zal worden aangepakt.

De vrijstelling wordt verleend op voorwaarde dat de werken ook effectief worden uitgevoerd. Daarom wordt de vrijstelling verleend in schijven van één jaar.

De eerste schijf gaat in:

         in het jaar van opname: op de datum van inventarisatie.

         in de daarop volgende jaren: op de eerstvolgende inventarisatiedatum na de datum van ontvangst op de administratie van de stedenbouwkundige vergunning en het gedetailleerd tijdschema.

De aanvraag van de tweede en de derde schijf moet gebeuren via een schriftelijke en gemotiveerde vraag aan de administratie. In deze gemotiveerde vraag wordt onder andere een gedetailleerde stand van zaken van de werken opgenomen. Deze stand van zaken wordt onder andere aangetoond aan de hand van foto’s.

De aanvraag van de tweede schijf moet ingediend worden uiterlijk een maand voor de eerste schijf verstrijkt. Om voor de tweede schijf in aanmerking te komen, moet uit de stand van zaken blijken dat de werken gestart zijn. De toekenning van de tweede schijf kan worden voorafgegaan door een plaatsbezoek van de administratie ter controle. Indien blijkt uit de stand van zaken of uit het verslag van het plaatsbezoek dat de werken nog niet zijn gestart, dan wordt de tweede schijf geweigerd.

De aanvraag van de derde schijf moet ingediend worden uiterlijk een maand voor de tweede schijf verstrijkt. Om voor een derde schijf in aanmerking te komen, moet uit de stand van zaken blijken dat de werken uitgevoerd worden zoals gepland in het gedetailleerd tijdschema. De toekenning van de derde schijf kan worden voorafgegaan door een plaatsbezoek van de administratie ter controle. Indien blijkt uit de stand van zaken of uit het verslag van het plaatsbezoek dat de werken niet uitgevoerd worden zoals gepland in de renovatienota of in het gedetailleerd tijdschema, dan wordt de toekenning van de derde schijf geweigerd.

Indien een plaatsbezoek tot vaststelling van de voortgang van de werken wordt geweigerd of indien aan de administratie geen toegang wordt verleend tot de woning en/of het gebouw, dan wordt de toekenning van een tweede of derde schijf automatisch geweigerd.

§ 5. Vrijstelling voor woningen en/of gebouwen getroffen door een ramp.

Er wordt een vrijstelling verleend aan houders van het zakelijk recht van woningen en/of gebouwen die vernield of beschadigd werden ten gevolge van een plotse ramp gedurende een periode van drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging.

§ 6.Vrijstelling voor woningen en/of gebouwen die het onderwerp vormen van een gerechtelijke procedure.

Er wordt een vrijstelling verleend voor woningen en/of gebouwen waarvan onmogelijk daadwerkelijk gebruik kan worden gemaakt omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijk onderzoek naar schade veroorzaakt door derden gedurende een periode van twee jaar volgend op de aanvang van de onmogelijkheid tot daadwerkelijk gebruik.

Deze vrijstelling moet jaarlijks opnieuw worden aangevraagd. Bij deze aanvraag moeten stukken zijn gevoegd op basis waarvan de stand van zaken van het strafrechtelijk onderzoek of de gerechtelijke procedure kan worden afgeleid.

§ 7. Uitsluitend de in het reglement opgesomde vrijstellingen worden toegepast.

Artikel 11: Aanvraag vrijstelling

§ 1. Een vrijstelling van de heffing kan worden aangevraagd door middel van een daartoe bestemd aanvraagformulier.

Artikel 12: Inkohiering

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

Artikel 13: Betaling van de belasting en regeling van geschillen

§ 1. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

§2. De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. 

Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de 3de werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Van het bezwaarschrift wordt binnen 15 dagen na de indiening ervan een ontvangstmelding afgegeven.

§3. Het bezwaarschrift wordt behandeld in overeenstemming met het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

4 . SLOTBEPALINGEN

Artikel 14:

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4 ,6  tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

Artikel 15:

De panden die op heden reeds zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister, blijven opgenomen in het leegstandsregister."

Artikel 2:

Dit belastingreglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.48.Financiën. Goedkeuring belastingreglement op bedrijfsruimten voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:11 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Tania Vrindts, Geert Vermunicht en Elias De Wever
8 stemmen tegen: Gust Van den Bruel, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen en Stefaan Pelgrims
2 onthoudingen: Rist Heylen en Katrien Monsecour
Motivatie stem tegen Kurt Winkelmans: betreffende het huidige reglement werden een aantal vragen gesteld die eveneens bij een vorige goedkeuring van een gelijkaardig reglement in 2014 werden gesteld. Er werd toen ook reeds gesteld dat dit een voorstel was van een hogere overheid en er is momenteel nog steeds geen aanpassing gebeurd op de vragen en tekortkomingen.

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist een jaarlijkse gemeentebelasting te heffen op de bedrijfsruimten voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

Artikel 2:

Onder bedrijfsruimten wordt verstaan: een ruimte geheel of gedeeltelijk gelegen op het grondgebied van de gemeente die ter beschikking is voor het uitoefenen van een hoofd- of bijkomende activiteit door:

         elke beoefenaar van een vrij beroep, elke handels-, nijverheids-, tuin- of landbouwonderneming.

         elke vennootschap, vereniging, inrichting of instelling die onderworpen is aan de vennootschapsbelasting.

Artikel 3:

De belastingplichtige is de natuurlijke of rechtspersoon die het vrij beroep beoefent, elke handels-, nijverheids-, tuin- en landbouwonderneming of elke vennootschap, vereniging of inrichting of instelling die onderworpen is aan de vennootschapsbelasting.

Artikel 4:

De belasting is ondeelbaar voor een gans aanslagjaar verschuldigd per vestiging en volgens de toestand op 1 januari van het aanslagjaar.  De belasting wordt vastgesteld als volgt:

1)      voor elke beoefenaar van een vrij beroep, elke handels-, nijverheids-, of elke vennootschap, vereniging, inrichting of instelling onderworpen aan de vennootschapsbelasting:

a)      Vrijstelling per vestiging met een bedrijfsoppervlakte tot en met 250 m²

b)      Per vestiging met een bedrijfsoppervlakte vanaf 251 m² t.e.m. 500 m²: € 165

c)       Per vestiging met een bedrijfsoppervlakte vanaf 501 m² t.e.m. 1.000 m²: € 250

d)      Per vestiging met een bedrijfsoppervlakte vanaf 1.001 m² t.e.m. 2.500 m²: € 550

e)      Per vestiging met een bedrijfsoppervlakte vanaf 2.501 m² t.e.m. 5.000 m²: € 825

f)        Per vestiging met een bedrijfsoppervlakte vanaf 5.001 m² t.e.m. 10.000 m²: € 1.100

g)       Per vestiging met een bedrijfsoppervlakte vanaf 10.001 m² t.e.m. 25.000 m²: € 1.650

h)      Per vestiging met een bedrijfsoppervlakte vanaf 25.001 m² t.e.m. 50.000 m²: € 3.300

i)        Per vestiging met een bedrijfsoppervlakte vanaf 50.001 m² t.e.m. 100.000 m²: € 6.600

j)        Per vestiging met een bedrijfsoppervlakte vanaf 100.001 m² en meer: € 8.900

2)      Voor elke tuin- en/of landbouwonderneming: een forfaitaire belasting van € 5,50 per begonnen hectare.

Artikel 5:

Zijn vrijgesteld van de belasting op bedrijfsruimten:

1)      Elke belastingplichtige die na 1 januari van het aanslagjaar is opgestart op het grondgebied van de gemeente Hulshout (de starters) en dit voor het aanslagjaar waarin de belaste activiteit aanvangt.

2)      Vennootschappen in vereffening waarvan de activiteit zich beperkt tot de vereffeningsverrichtingen.

3)      Gepensioneerde zelfstandigen en gepensioneerde uitbaters van agrarische bedrijven met beperkte bedrijfsactiviteit zijn vrijgesteld van de belasting, ongeacht de oppervlakte waarvan zij gebruik maken.

Artikel 6:

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.

De belastingplichtigen zijn verplicht spontaan aangifte te doen bij het gemeentebestuur van de gegevens van de belastbare toestand minstens 30 kalenderdagen voor aanvang van de belastbare toestand.

De laatste aangifte door de belastingplichtige blijft doorlopend gelden tot de herroeping ervan.

Van elke wijziging in de belastbare toestand in de loop van het aanslagjaar moet minstens 30 kalenderdagen voorafgaand aan de wijziging spontaan aangifte worden gedaan bij het gemeentebestuur.

Bij gebrek aan aangifte, bij niet-tijdige, onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte binnen de bovenvermelde termijn door de belastingplichtige wordt de aanslag ambtshalve door de gemeente gevestigd op grond van de beschikbare gegevens, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.

Op de ambtshalve ingekohierde belasting zal een belastingverhoging worden toegepast van 100% van de totale basisbelasting.  Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd.

In geval van weigering om een fiscale controle te laten uitvoeren of weigering om boeken of bescheiden voor te leggen aan aangestelde personeelsleden wordt een administratieve geldboete van € 500 opgelegd.  Het bedrag van de administratieve boete wordt ingekohierd.

Artikel 7:

Dit belastingreglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.49.Financiën. Goedkeuring opcentiemen op de door het Vlaamse gewest geheven heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van bedrijfsruimten voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:11 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Tania Vrindts, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 stemmen tegen
10 onthoudingen: Gust Van den Bruel, Rist Heylen, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims en Katrien Monsecour

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025, 100 opcentiemen te heffen op de heffing van het Vlaamse gewest ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, ingevoerd door het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten en ingesteld door titel 2, hoofdstuk 6 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 .

Artikel 2:

De gemeente doet een beroep op de medewerking van  het agentschap Vlaamse Belastingdienst voor de inning van deze opcentiemen.

Artikel 3:

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.50.Financiën. Goedkeuring gemeentereglement inzake het register van verwaarloosde gebouwen en woningen voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 en goedkeuring belastingreglement inzake de heffing op verwaarloosde gebouwen en woningen aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:19 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Gust Van den Bruel, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Tania Vrindts, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 stemmen tegen
2 onthoudingen: Rist Heylen en Katrien Monsecour

Enig artikel:

De gemeenteraad beslist het gemeentereglement inzake het register van verwaarloosde gebouwen en woningen voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 en het belastingreglement inzake de heffing op verwaarloosde gebouwen en woningen voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 goed te keuren als volgt:

1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1: Definities

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

1°  Administratie: de personeelsleden van de intergemeentelijke administratie die door het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid belast worden met de opmaak, opbouw, beheer en actualisering van het register van verwaarloosde gebouwen en woningen en met de opsporing van verwaarloosde panden.

Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijzen:

a) een aangetekend schrijven.

b) een afgifte tegen ontvangstbewijs.

Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitzondering van de bebouwde onroerende goederen die vallen onder de toepassing van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten. 

Gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen en woningen: het register als vermeld in artikel 25 van het Heffingsdecreet.

Gewestelijke inventaris van verwaarloosde gebouwen en/of woningen: de inventaris die t.e.m. 31 december 2016 vermeld was in art. 28, §1, eerste lid, 1° van het Heffingsdecreet.

Onafgewerkt gebouw of woning: een gebouw of woning waarvan de werken werden aangevat, maar dat niet binnen 3 jaar na de aanvang van de werken winddicht is.

Woning: elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande.

Zakelijk gerechtigde: de houder van één van volgende zakelijke rechten:

a) de volle eigendom.

b) het recht van opstal of van erfpacht.

c) het vruchtgebruik.

2. HET GEMEENTELIJK REGISTER VAN VERWAARLOOSDE GEBOUWEN EN WONINGEN

Artikel 2: Wijze van inventarisatie

§1. De administratie maakt een register van verwaarloosde gebouwen en woningen.

§2. Een gebouw, ongeacht of het dienst doet als woning, wordt beschouwd als verwaarloosd, wanneer het ernstige zichtbare en storende gebreken of tekenen van verval vertoont aan buitenmuren, voegwerk, schoorstenen, dakbedekking, dakgebinte, buitenschrijnwerk, kroonlijst of dakgoten.

Een onafgewerkt gebouw of woning wordt beschouwd als verwaarloosd.

De administratie beoordeelt de verwaarlozing van een gebouw of een woning op basis van de indicaties in het technisch verslag, dat als bijlage bij dit reglement gevoegd is.

Bij de beoordeling geldt een indicatie van categorie I voor 3 punten, van categorie II voor 9 punten, van categorie III voor 18 punten.

Het gegeven dat het gebouw of de woning onafgewerkt is, leidt tot een score van 18 punten (categorie III).

Er is sprake van verwaarlozing als de indicaties in het technisch verslag een eindscore opleveren van minimaal 18 punten.

§3. Een verwaarloosd gebouw of een verwaarloosde woning wordt opgenomen in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen, aan de hand van een administratieve akte waarbij een fotodossier en het technisch verslag, met vermelding van de elementen die de verwaarlozing  staven, gevoegd worden.

De administratieve akte bevat als besluit de beslissing tot opname in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen. De datum van de administratieve akte geldt als de datum van de vaststelling van de verwaarlozing.

De administratie stelt de zakelijk gerechtigden per beveiligde zending in kennis van de beslissing tot opname van verwaarloosde gebouwen en woningen in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen. Deze kennisgeving omvat de administratieve akte met fotodossier en  technisch  verslag.

Artikel 3: Verhouding tot andere inventarissen

Een gebouw dat of een woning die in aanmerking komt voor inventarisatie in de zin van hoofdstuk II van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt nooit als een verwaarloosd gebouw of als een verwaarloosde woning beschouwd.

De bedrijfsruimten die op grond van artikel 2, 1°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten worden uitgesloten van de toepassing van voormeld decreet, worden onder de aldaar vermelde voorwaarden evenmin als verwaarloosde gebouwen of woningen in de zin van dit reglement beschouwd.

Een gebouw dat of een woning die door de gemeente geïnventariseerd is als leegstaand, kan eveneens opgenomen worden in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen, en omgekeerd.

Woningen die door het Vlaamse Gewest geïnventariseerd zijn als ongeschikt of onbewoonbaar, kunnen eveneens worden opgenomen in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen, en omgekeerd.

Artikel 4: Beroep tegen het besluit tot opname in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen

§1. Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand op de derde werkdag volgend op de datum van verzending van de administratieve akte, of ingaand op de datum van kennisgeving van de administratieve akte, kan een zakelijk gerechtigde bij het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid beroep aantekenen tegen de administratieve akte met de beslissing tot opname in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen. Het beroep wordt per beveiligde zending ingediend.

Het beroepschrift wordt gedagtekend en bevat minimaal de volgende gegevens:

de identiteit en het adres van de indiener.

de aanwijzing van de administratieve akte en van het gebouw of de woning waarop het beroepschrift betrekking heeft.

een of meer bewijsstukken die aantonen dat het gebouw of de woning niet verwaarloosd is, met dien verstande dat de vaststelling van de verwaarlozing betwist kan worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, met uitzondering van de eed.

Als het beroepschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

De indiener voegt bij het beroepschrift de overtuigingsstukken die hij nodig acht. De overtuigingsstukken worden door de indiener gebundeld en op een bijgevoegde inventaris opgenomen.

§2. Het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid toetst de ontvankelijkheid van het beroepschrift. Het beroepschrift is alleen onontvankelijk in één van de volgende gevallen:

1° het beroepschrift is te laat ingediend of niet ingediend overeenkomstig de bepalingen van artikel 4, §1.

2° het beroepschrift gaat niet uit van een zakelijk gerechtigde.

3° het beroepschrift is niet ondertekend.

Als het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid vaststelt dat het beroepschrift onontvankelijk is, deelt ze dat aan de indiener mee met de vermelding dat de procedure als afgehandeld beschouwd wordt.

§3.Het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling, of met een feitenonderzoek, dat uitgevoerd wordt door een personeelslid als vermeld in artikel 25, §6 van het Heffingsdecreet . Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.

Het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid doet uitspraak over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, ingaand de dag na ontvangst van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending ter kennis gebracht.

§4. Als het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid het beroep gegrond acht, wordt het gebouw niet opgenomen in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen.

Indien de beslissing tot opname in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de zakelijk gerechtigde onontvankelijk of ongegrond is, wordt het gebouw of de woning in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen opgenomen vanaf de datum van de vaststelling van de verwaarlozing in de administratieve akte.

Artikel 5: Schrapping uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen

§1. Een gebouw of een woning wordt geschrapt uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen als de zakelijk gerechtigde bewijst dat de zichtbare en storende gebreken en de tekenen van verval, vermeld in artikel 2, §2, werden hersteld of verwijderd. Hiertoe dient de zakelijk gerechtigde te bewijzen dat het gebouw of de woning geen indicaties van verwaarlozing meer vertoont die op basis van het technisch verslag, vermeld in artikel 2, 18 punten of meer zouden opleveren.

De zichtbare en storende gebreken en de tekenen van verval, vermeld in het eerste lid, zijn in geval van sloop pas verwijderd als alle puin geruimd is.

Een onafgewerkt gebouw of woning wordt geschrapt uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen als de zakelijk gerechtigde bewijst dat het gebouw of de woning winddicht is gemaakt.

Een gebouw dat of een woning die op 31 december 2016 opgenomen was in de gewestelijke inventaris van verwaarloosde gebouwen en/of woningen, wordt geschrapt uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen als de zakelijk gerechtigde bewijst dat de woning of het gebouw geen andere indicaties van verwaarlozing  vertoont die op basis van het technisch verslag, vermeld in artikel 2, 18 punten of meer zouden opleveren.

De administratie vermeldt als datum van schrapping de datum van aangetekende verzending of afgifte tegen ontvangstbewijs van het gegronde verzoek tot schrapping. De administratie kan hier gemotiveerd van afwijken.

§2. Voor de schrapping uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen richt de zakelijk gerechtigde een gemotiveerd verzoek aan de administratie via beveiligde zending.

De administratie onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen. Zij onderzoekt het verzoek tot schrapping op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling, of met een feitenonderzoek, dat uitgevoerd wordt door een personeelslid als vermeld in artikel 25, §6 van het Heffingsdecreet. Het verzoek wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.

De administratie neemt een beslissing over het verzoek tot schrapping binnen een termijn van 90 dagen, ingaand de dag na de ontvangst van het verzoek. De administratie brengt de verzoeker op de hoogte van haar beslissing met een beveiligde zending.

§3.De administratie kan het gebouw of de woning ambtshalve uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen schrappen, indien zij vaststelt dat aan de voorwaarden voor de schrapping, vermeld in artikel 5, §1 voldaan is.

Artikel 6: Beroep tegen het besluit tot weigering van een schrapping

§1. Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand op de derde werkdag volgend op de datum van verzending van de weigering van het verzoek tot schrapping, of ingaand op de datum van kennisgeving van de weigering van het verzoek tot schrapping, kan een zakelijk gerechtigde bij het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid beroep aantekenen tegen deze weigering. Het beroep wordt per beveiligde zending ingediend.

§2. Het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen. Zij onderzoekt het verzoek tot schrapping op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling, of met een feitenonderzoek, dat uitgevoerd wordt door een personeelslid als vermeld in artikel 25, §6 van het Heffingsdecreet. Het verzoek wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.

Het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid doet uitspraak over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, ingaand de dag na ontvangst van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending ter kennis gebracht.

§3. Als het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid het beroep gegrond acht, wordt het gebouw of de woning geschrapt uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen met als datum van schrapping de datum van aangetekende verzending of afgifte tegen ontvangstbewijs van het initiële verzoek tot schrapping. Het beslissingsorgaan van de intergemeentelijke administratieve eenheid kan hier gemotiveerd van afwijken.

Indien de beslissing tot weigering van het verzoek tot schrapping niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de zakelijk gerechtigde ongegrond is, blijft het gebouw of de woning in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen opgenomen.

3. HEFFING OP  VERWAARLOOSDE GEBOUWEN EN WONINGEN

Artikel 7: Belastbare grondslag

§1. Er wordt voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een jaarlijkse gemeentebelasting, zijnde de heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen, gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens 12 opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen en woningen.

§2. Zolang het verwaarloosde gebouw of de verwaarloosde woning niet uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen is geschrapt, blijft de heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen verschuldigd op het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van 12 maanden vanaf de datum van de 1ste verjaardag van de opnamedatum.

§3. Bij de overdracht van het zakelijk recht van een gebouw of een woning geldt de datum van de authentieke overdrachtsakte als aanvangspunt voor het berekenen van de termijnen van 12 maanden.

Artikel 8: Belastingplichtige

§1. Belastingplichtig is diegene die op het ogenblik van het verschuldigd worden van de heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen zakelijk gerechtigde is van het verwaarloosde gebouw of de verwaarloosde woning.

§2. Zolang het gebouw of de woning niet uit het register van verwaarloosde gebouwen en woningen is geschrapt, is de zakelijk gerechtigde, vermeld in §1, op het ogenblik dat een nieuwe termijn van 12 maanden verstrijkt, de belastingplichtige voor de nieuwe belasting.

§3. Zo er meerdere belastingplichtigen zijn, zijn deze hoofdelijk gehouden tot betaling van de verschuldigde belasting.

§4. In geval van overdracht van het zakelijk recht moet de overdrager van het zakelijk recht de verkrijger, voorafgaand aan de overdracht, in kennis stellen dat de woning of het gebouw is opgenomen in het register van verwaarloosde gebouwen en woningen.

Tevens moet hij per beveiligde zending een kopie van de notariële akte bezorgen aan de gemeente, binnen 2 maanden na het verlijden van de notariële akte. Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens:

         naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel.

         datum van de akte, naam en standplaats van de notaris.

         nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw.

Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, in afwijking van §1, als belastingschuldige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.

Artikel 9: Berekening van de heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen

§1. Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld op:

1.000 euro voor een verwaarloosd gebouw.

1.000 euro voor een verwaarloosde woning.

§2. De belasting wordt vermenigvuldigd met het aantal termijnen van twaalf maanden dat het gebouw of de woning zonder onderbreking is opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen en woningen.

§3. Voor elke woning die of elk gebouw dat opgenomen is in het gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen en woningen en op 31 december 2016 nog opgenomen was in de gewestelijke inventaris van verwaarloosde gebouwen en/of woningen, wordt de belasting vermenigvuldigd met het aantal  volledige termijnen van twaalf maanden dat de woning of het gebouw in de gewestelijke inventaris van verwaarloosde gebouwen en/of woningen was opgenomen.

§4. De belasting wordt ten hoogste vermenigvuldigd met vijf, ook bij gezamenlijke toepassing van §2 en §3.

§5. Bij de overdracht van het zakelijk recht van een gebouw of een woning geldt de datum van de authentieke overdrachtsakte als aanvangspunt voor het berekenen van de termijnen van 12 maanden.

Artikel 10: Vrijstellingen

§1. Van de heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen zijn vrijgesteld:

de belastingplichtige die volle eigenaar is van 1 enkele woning, en die de woning uitsluitend gebruikt als hoofdverblijfplaats en die geen zakelijk recht heeft op een ander onroerend goed.

de belastingplichtige die maximaal 1 jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning.

§2. Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning:

gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd         onteigeningsplan.

geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld. 

vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van 3 jaar volgende op de datum van de vernieling of de beschadiging.

gerenoveerd wordt blijkens een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning voor stabiliteitswerken, renovatiewerken of sloopwerkzaamheden, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van 3 jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de stedenbouwkundige vergunning of omgevingsvergunning. 

het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met het oog op renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 18, §2, van de Vlaamse Wooncode.

het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig artikel 90 van de Vlaamse Wooncode.

Indien de belastingplichtige de verwaarlozing laat aanhouden omwille van een vreemde oorzaak die de belastingplichtige niet kan worden toegerekend, wordt eveneens een vrijstelling verleend.

Artikel 11: Inkohiering

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het College van Burgemeester en Schepenen.

Artikel 12: Betaling van de belasting

De belasting moet betaald worden binnen 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet.

Artikel 13: Bezwaar tegen de aanslag

§1. De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het College van Burgemeester en Schepenen. 

Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de 3de werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Van het bezwaarschrift wordt binnen 15 dagen na de indiening ervan een ontvangstmelding afgegeven.

§2. Het bezwaarschrift wordt behandeld in overeenstemming met het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.

4. SLOTBEPALINGEN

Artikel 14:

Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4 ,6  tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen.

Artikel 15:

De panden die op heden reeds zijn opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen, blijven opgenomen in het register van verwaarloosde woningen en gebouwen.

Artikel 16:

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020 en wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 285 tot en met 287 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.51.Financiën. Goedkeuring aanvullende belasting op de personenbelasting voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:11 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Tania Vrindts, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 stemmen tegen
10 onthoudingen: Gust Van den Bruel, Rist Heylen, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims en Katrien Monsecour

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een aanvullende belasting te vestigen ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.

Artikel 2:

De belasting wordt vastgesteld op 7% van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.

Artikel 3:

De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen.

Artikel 4:

Een afschrift van deze beslissing wordt aan de hogere overheid toegezonden.

 

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.52.Financiën. Goedkeuring belasting op kermisattracties met standplaats op het openbaar domein voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:11 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Tania Vrindts, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 stemmen tegen
10 onthoudingen: Gust Van den Bruel, Rist Heylen, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims en Katrien Monsecour

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist om voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een gemeentebelasting te heffen op de foorinrichtingen op het openbaar domein.

Artikel 2:

De belasting wordt als volgt bepaald:

         autoscooter - lunapark€ 372

         rupsmolen - zweeftoestellen€ 372

         paardenmolen - vliegertjes€ 120

         frietkraam - smoutebollenkraam€   75

         andere kramen, zoals visserij, balspel,

schietkraam, koordjetrek en andere niet

genoemde kansspelen€   50

Voor de deelgemeenten Houtvenne en Westmeerbeek worden de tarieven gedeeld door twee.

Artikel 3:

De betaling van de belasting is contant verschuldigd door de foorkramer. Bij gebrek aan contante betaling wordt de belasting ingekohierd.

Artikel 4:

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.53.Financiën. Goedkeuring belasting kermisattracties met standplaats op private eigendom langsheen de openbare weg voor de aanslagjaren 2020 tem 2025.

BESLUIT:11 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Tania Vrindts, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 stemmen tegen
10 onthoudingen: Gust Van den Bruel, Rist Heylen, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims en Katrien Monsecour

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist om voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een gemeentebelasting te heffen op de foorinrichtingen met standplaats op private eigendom gelegen langsheen het openbaar domein.

Artikel 2:

De belasting wordt bepaald als volgt:

         autoscooter - lunapark€ 186,00

         rupsmolen - zweeftoestellen€ 186,00

         paardenmolen - vliegertje€   60,00

         frietkraam - smoutebollenkraam€   37,50

         andere kramen, zoals visserij, balspel,

schietkraam, koordjetrek en andere niet

genoemde kansspelen€   25,00

Voor de deelgemeenten Houtvenne en Westmeerbeek worden de tarieven gedeeld door twee.

Artikel 3:

De betaling van de belasting is contant verschuldigd door de foorkramer. Bij gebrek aan contante betaling wordt de belasting ingekohierd.

Artikel 4:

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.54.Financiën. Goedkeuring belasting op de terreinen voor openluchtcreatieve verblijven voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:11 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Tania Vrindts, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 stemmen tegen
10 onthoudingen: Gust Van den Bruel, Rist Heylen, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims en Katrien Monsecour

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist dat er een gemeentebelasting gevestigd wordt op:

§1 de terreinen voor de openluchtrecreatieve verblijven zoals bedoeld in artikelen 2 en 3 van het decreet van 10 juli 2008 betreffende het toeristische logies voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder openluchtrecreatief terrein: een uitgerust en afgebakend terrein in centraal beheer waar minstens twee plaatsen zijn voor openluchtrecreatieve verblijven en waar minstens acht toeristen tegelijkertijd kunnen kamperen of verblijven.

De volgende toeristische logies vallen onder de noemer openluchtrecreatief terrein: camping (of kampeerterrein), minicamping, kampeerautoterrein, vakantiepark en (kampeer)verblijfpark.

§2 Dit besluit geldt niet voor:

         een openluchtrecreatieve terrein, zoals vermeld in artikel 1, § 1, waarop gedurende maximaal 75 kalenderdagen per jaar wordt gekampeerd in het kader van een evenement of door georganiseerde groepen kampeerders die onder toezicht van één of meer begeleiders staan. De exploitant van het terrein brengt de burgemeester vooraf schriftelijk op de hoogte wanneer het terrein als dusdanig wordt gebruikt.

         een inrichting die wordt gebruikt voor de werking van een door de gemeente of provincie erkend jeugdwerkinitiatief en waarin wordt verbleven of waarnaast wordt gekampeerd gedurende maximaal 60 kalenderdagen per jaar door georganiseerde jeugdgroepen die onder toezicht van een of meer begeleiders staan. De exploitant van de inrichting brengt de burgemeester vooraf schriftelijk op de hoogte wanneer de inrichting als dusdanig wordt gebruikt.

Artikel 2:

De belasting wordt vastgesteld als volgt:

- voor aanslagjaar 2020:€ 121 per vergunde plaats x 85% van het aantal vergunde plaatsen

bestemd voor het verblijf van toeristen op de kampeerterreinen en

€ 121 per perceel x 85% van het aantal vergunde plaatsen, begrepen in een kampeerverblijfpark.

- voor aanslagjaar 2021:€ 123 per vergunde plaats x 85% van het aantal vergunde plaatsen

bestemd voor het verblijf van toeristen op de kampeerterreinen en

€ 123 per perceel x 85% van het aantal vergunde plaatsen, begrepen in een kampeerverblijfpark.

- voor aanslagjaar 2022:€ 125 per vergunde plaats x 85% van het aantal vergunde plaatsen

bestemd voor het verblijf van toeristen op de kampeerterreinen en

€ 125 per perceel x 85% van het aantal vergunde plaatsen, begrepen in een kampeerverblijfpark.

- voor aanslagjaar 2023:€ 127 per vergunde plaats x 85% van het aantal vergunde plaatsen

bestemd voor het verblijf van toeristen op de kampeerterreinen en

€ 127 per perceel x 85% van het aantal vergunde plaatsen, begrepen in een kampeerverblijfpark.

- voor aanslagjaar 2024:€ 129 per vergunde plaats x 85% van het aantal vergunde plaatsen

bestemd voor het verblijf van toeristen op de kampeerterreinen en

€ 129 per perceel x 85% van het aantal vergunde plaatsen, begrepen in een kampeerverblijfpark.

- voor aanslagjaar 2025:€ 131 per vergunde plaats x 85% van het aantal vergunde plaatsen

bestemd voor het verblijf van toeristen op de kampeerterreinen en

€ 131 per perceel x 85% van het aantal vergunde plaatsen, begrepen in een kampeerverblijfpark.

Artikel 3:

De belasting is verschuldigd door de exploitant op 01 januari van het belastingjaar; de eigenaar op 01 januari van het belastingjaar is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.

Artikel 4:

De belasting wordt geïnd door middel van een kohier, dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.

Artikel 5:

De belastingsschuldigen ontvangen kosteloos een aanslagbiljet.

Artikel 6:

De belasting is betaalbaar binnen twee maanden te rekenen van de verzending van het aanslagbiljet.

Artikel 7:

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.55.Financiën. Goedkeuring belasting op de aanplakborden voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:19 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Gust Van den Bruel, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Tania Vrindts, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 stemmen tegen
2 onthoudingen: Rist Heylen en Katrien Monsecour

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist om ten behoeve van de gemeente een jaarlijkse belasting in te voeren op de aanplakborden voor publiciteitsdoeleinden voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

Artikel 2:

Onder aanplakborden wordt verstaan; elke constructie in onverschillig welk materiaal, geplaatst langs de openbare weg of op een plaats in open lucht die zichtbaar is vanaf de openbare weg, waarop reclame wordt aangebracht door aanplakking, vasthechting, schildering of door elk ander middel met inbegrip van muren of gedeelten van muren en de omheiningen, die gehuurd of gebruikt worden om er reclame op aan te brengen.

Artikel 3:

Voor de berekening van de belasting wordt de nuttige oppervlakte van het bord in aanmerking genomen, zijnde oppervlakte die door aanplakking kan worden gebruikt, met uitzondering van de omlijsting.

Voor de muren is alleen dat gedeelte van de muur belastbaar dat werkelijk voor reclame wordt gebruikt.  Hierbij dient de bedekte totale oppervlakte beschouwd te worden als één bord, ook indien er verschillende reclames op voorkomen.

Artikel 4:

Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld op € 60 per vierkante meter oppervlakte van het bord.

Artikel 5:

De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die beschikt over het recht om gebruik te maken van het aanplakbord en in bijkomende orde, als de gebruiker niet gekend is, door de eigenaar van de grond, van de muur of de omheining waarop het bord zich bevindt of reclame is aangebracht.

Artikel 6:

De belastingplichtigen zijn gehouden aangifte van de belastbare elementen te doen uiterlijk op 01 april van het aanslagjaar, volgens de toestand op 01 maart van het jaar.

De borden, geplaatst in de loop van het jaar en niet  begrepen in de aanvankelijke aangifte, dienen aangegeven te worden binnen de veertien dagen na de plaatsing.

Artikel 7:

De jaarbelasting wordt gehalveerd voor de aanplakborden die vóór 01 juli werden weggenomen of die niet vóór 01 juli geplaatst werden.

Vergroting van de borden in de loop van het jaar geeft aanleiding tot het vestigen van een belastingsupplement voor een heel of een half jaar, naargelang de vergroting al dan niet voor 01 juli tot stand kwam.

Verkleining van de borden in de loop van het belastingjaar geeft recht op een proportionele belastingvermindering voor een half jaar, indien de verkleiningswerken voor 01 juli werden uitgevoerd.

Om aanspraak te kunnen maken op belastingvermindering dient van het verwijderen of het verkleinen van de bestaande borden aangifte gedaan te worden bij het gemeentebestuur, bij voorkeur bij aangetekende zending of tegen ontvangstbewijs. De datum van ontvangst van dit bericht is de vertrekdatum voor de gebeurlijke ontheffingsperiode.

Artikel 8:

De belasting is niet verschuldigd voor:

a) de borden geplaatst door openbare besturen, openbare instellingen of instellingen van openbaar       nut, voorzover geen winstgevend doel wordt nagestreefd;

b) de borden die alleen worden gebruikt voor notariële aankondigingen;

c) de borden die alleen gebruikt worden ter gelegenheid van wettelijk voorziene verkiezingen;

d) de borden geplaatst door politieke, culturele, sociale of godsdienstige organisaties, wanneer het gaat om aankondigingen van hun eigen activiteiten op politiek, cultureel, sociaal of godsdienstig vlak, op voorwaarde dat de borden niet langer dan één maand voor de afkondiging van hun activiteit aangewend worden;

e) de borden, alhoewel zichtbaar vanaf de openbare weg, geplaatst op sportterreinen en gericht naar de plaats van de sportbeoefening;

f) de borden die alleen gebruikt worden voor aankondiging van de eigen firmanaam op de plaats waar de bedrijfsuitbating gevestigd is.

Artikel 9:

Bij gebreke van een aangifte of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belasting-plichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep zoals voorzien in het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van de provincie- en gemeentebelastingen, zoals herhaaldelijk gewijzigd. 

Artikel 10:

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan de verschuldigde belasting.  Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd.

Artikel 11:

De belasting wordt geïnd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. De belastingschuldigen ontvangen kosteloos een aanslagbiljet.

De belasting is betaalbaar binnen twee maanden te rekenen van de verzending van het aanslagbiljet.

Artikel 12:

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.56.Financiën. Goedkeuring belasting op het huis-aan-huis verspreiden van reclamedrukwerk voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.

BESLUIT:AMENDEMENT 1
10 stemmen voor: Gust Van den Bruel, Rist Heylen, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims en Katrien Monsecour
11 stemmen tegen: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Tania Vrindts, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 onthoudingen
ALGEMEEN
11 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Tania Vrindts, Geert Vermunicht en Elias De Wever
8 stemmen tegen: Gust Van den Bruel, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen en Stefaan Pelgrims
2 onthoudingen: Rist Heylen en Katrien Monsecour

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist om voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025 een belasting te heffen op het huis-aan-huis verspreiden van reclamedrukwerk en daarmee gelijkgestelde producten op het grondgebied van de gemeente Hulshout .

Artikel 2 :

Onder reclamedrukwerk wordt verstaan, elke publicatie die er toe strekt bekendheid te geven aan commerciële activiteiten, handelszaken, merknamen en andere elementen, en die erop gericht is een potentieel cliënteel er toe te bewegen gebruik te maken van de diensten en/of producten van de adverteerder.  Onder gelijkgestelde producten wordt verstaan de stalen of reclamedragers van gelijk welke aard die aanzetten tot gebruik van het aangeprezen product of de aangeboden dienst.  Onder huis-aan-huis- verspreiding wordt verstaan het systematisch achterlaten van het drukwerk zonder adressering in de brievenbussen van  woningen, zonder dat de bestemmeling hiervoor enig initiatief heeft betoond.

Artikel 3:

De belasting is verschuldigd telkenmale er een huis-aan-huis-verspreiding van reclamedrukwerk of een daarmee gelijkgesteld product plaatsvindt.

Artikel 4:

De belasting wordt vastgesteld als volgt:

- voor aanslagjaar 2020: € 3,25 per 100 verspreide exemplaren

- voor aanslagjaar 2021: € 3,30 per 100 verspreide exemplaren

- voor aanslagjaar 2022: € 3,40 per 100 verspreide exemplaren

- voor aanslagjaar 2023: € 3,45 per 100 verspreide exemplaren

- voor aanslagjaar 2024: € 3,50 per 100 verspreide exemplaren

- voor aanslagjaar 2025: € 3,60 per 100 verspreide exemplaren

Artikel 5:

De volgende publicaties zijn van de belasting vrijgesteld:

         publicaties van publiekrechtelijke personen.

         publicaties van socio-culturele en sportverenigingen.

Artikel 6:

Deze belasting is in eerste instantie verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die geldt als verantwoordelijke uitgever of de verspreider van het desbetreffende drukwerk en daarmee gelijkgestelde producten. Indien deze niet gekend is, is de belasting verschuldigd door diegene onder wiens handelsnaam, logo of embleem, de reclame wordt gevoerd.

Artikel 7:

De belastingplichtigen zijn gehouden bij het gemeentebestuur aangifte te doen van de onder artikel 2 bedoelde reclame op het daartoe voorbestemd formulier dat op verzoek aan de belastingplichtige ter beschikking wordt gesteld door het gemeentebestuur.  De aangifte dient alle inlichtingen te bevatten nodig voor het vestigen van de aanslag.

Artikel 8:

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier, opgemaakt per semester, dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. De belastingschuldigen ontvangen kosteloos een aanslagbiljet.

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.

Artikel 9:

Bij gebrek aan aangifte binnen de in de in artikel 7 gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd.

Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.

De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.

Artikel 10:

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan de verschuldigde belasting.  Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd.

Artikel 11:

Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.57.AGB Sport Hulshout. Goedkeuring aanpassing prijssubsidiereglement zwembad 2019.

BESLUIT:unaniem
 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist het aangepaste prijssubsidiereglement, vermeld in artikel 2 van huidige beslissing, ten voordele van het Autonoom Gemeentebedrijf Sport Hulshout goed te keuren.

Artikel 2:

AANPASSING PRIJSSUBSIDIEREGLEMENT ZWEMBAD AGB SPORT HULSHOUT 2019

Het Autonoom Gemeentebedrijf Sport Hulshout heeft de raming van haar inkomsten en uitgaven gecorrigeerd voor het kalenderjaar 2019. Op basis van deze ramingen heeft het Autonoom Gemeentebedrijf Sport Hulshout vastgesteld dat, voor het kalenderjaar 2019, de inkomsten uit het verlenen van recht op toegang tot het zwembad minstens 246.755,52 EUR (inclusief 6% btw) voor 2019 moeten bedragen om economisch rendabel te zijn.

Om economisch rendabel te zijn, wenst het autonoom gemeentebedrijf Sport Hulshout vanaf 1 oktober 2019 de voorziene toegangsprijzen (inclusief 6 % btw) voor recht op toegang tot het zwembad te vermenigvuldigen met  een factor 2,62.

De Gemeente Hulshout erkent dat het autonoom gemeentebedrijf Sport Hulshout, op basis van deze ramingen, de voorziene toegangsprijzen (inclusief 6% btw) voor recht op toegang tot het zwembad moet vermenigvuldigen met een factor 2,62 vanaf 1 oktober 2019 om economisch rendabel te zijn.

Rekening houdend met de sportieve en sociale functie van het gemeentelijk zwembad Hulshout, wenst de Gemeente Hulshout dat er tijdens het kalenderjaar 2019 geen prijsverhogingen doorgevoerd worden ten aanzien van gebruikers van de sportinfrastructuur. De Gemeente Hulshout wenst immers de toegangsgelden te beperken opdat het zwembad toegankelijk zijn voor iedereen. De Gemeente Hulshout verbindt er zich toe om voor de periode 1 oktober 2019 tot en met 31 december 2019 deze beperkte toegangsgelden te subsidiëren middels de toekenning van prijssubsidies.

De waarde van de prijssubsidie toegekend door de Gemeente Hulshout voor recht op toegang tot het zwembad bedraagt de prijs (inclusief 6% btw) die de bezoeker voor recht op toegang betaalt, vermenigvuldigd met een factor 1,61 vanaf 1 oktober 2019.

De gesubsidieerde toegangsgelden (inclusief 6% btw) kunnen steeds geherevalueerd worden in het kader van een periodieke evaluatie van de totale exploitatieresultaten van het Autonoom Gemeentebedrijf Sport Hulshout. In de mate er een prijssubsidieaanpassing noodzakelijk is, zal de Gemeente Hulshout deze steeds documenteren.

Het Autonoom Gemeentebedrijf Sport Hulshout moet op de 15de kalenderdag van elke maand de Gemeente Hulshout een overzicht bezorgen van het aantal gebruikers waaraan recht op toegang is verleend tijdens de voorbije maand tot gemeentelijke zwembad Hulshout. Dit overzicht dient tevens het bedrag aan te betalen prijssubsidies te bevatten. De afrekening van deze prijssubsidies zal gebeuren middels de uitreiking van een debetnota die het Autonoom Gemeentebedrijf Sport Hulshout uitreikt aan de Gemeente Hulshout. De Gemeente Hulshout dient deze debet nota te betalen aan het Autonoom Gemeentebedrijf Sport Hulshout binnen de 10 werkdagen na ontvangst.

Een nieuw prijssubsidiereglement geldig vanaf 2020 zal worden onderhandeld tussen de Gemeente Hulshout en het Autonoom Gemeentebedrijf Sport Hulshout vóór 30 januari 2020.

 

 

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.58.AGB Sport Hulshout. Goedkeuring prijssubsidiereglement zwembad 2020.

BESLUIT:unaniem
 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist het prijssubsidiereglement, vermeld in artikel 2 van huidige beslissing, ten voordele van het Autonoom Gemeentebedrijf Sport Hulshout goed te keuren.

Artikel 2:

PRIJSSUBSIDIEREGLEMENT ZWEMBAD AGB SPORT HULSHOUT 2020

Het Autonoom Gemeentebedrijf Sport Hulshout heeft haar inkomsten en uitgaven geraamd voor het kalenderjaar 2020. Op basis van deze ramingen heeft het Autonoom Gemeentebedrijf Sport Hulshout vastgesteld dat, voor het kalenderjaar 2020, de inkomsten uit het verlenen van recht op toegang tot het zwembad minstens 287.777,28 EUR (inclusief 6% btw) voor 2020 moeten bedragen om economisch rendabel te zijn.

Om economisch rendabel te zijn, wenst het autonoom gemeentebedrijf Sport Hulshout vanaf 1 januari 2020 de voorziene toegangsprijzen (inclusief 6 % btw) voor recht op toegang tot het zwembad te vermenigvuldigen met  een factor 4,49.

De Gemeente Hulshout erkent dat het autonoom gemeentebedrijf Sport Hulshout, op basis van deze ramingen, de voorziene toegangsprijzen (inclusief 6% btw) voor recht op toegang tot het zwembad moet vermenigvuldigen met een factor 4,49 vanaf 1 januari 2020 om economisch rendabel te zijn.

Rekening houdend met de sportieve en sociale functie van het gemeentelijk zwembad Hulshout, wenst de Gemeente Hulshout dat er tijdens het kalenderjaar 2020 geen prijsverhogingen doorgevoerd worden ten aanzien van gebruikers van de sportinfrastructuur. De Gemeente Hulshout wenst immers de toegangsgelden te beperken opdat het zwembad toegankelijk zijn voor iedereen. De Gemeente Hulshout verbindt er zich toe om voor de periode 1 januari 2020 tot en met 31 december 2020 deze beperkte toegangsgelden te subsidiëren middels de toekenning van prijssubsidies.

De waarde van de prijssubsidie toegekend door de Gemeente Hulshout voor recht op toegang tot het zwembad bedraagt de prijs (inclusief 6% btw) die de bezoeker voor recht op toegang betaalt, vermenigvuldigd met een factor 3,48 vanaf 1 januari 2020.

De gesubsidieerde toegangsgelden (inclusief 6% btw) kunnen steeds geherevalueerd worden in het kader van een periodieke evaluatie van de totale exploitatieresultaten van het Autonoom Gemeentebedrijf Sport Hulshout. In de mate er een prijssubsidieaanpassing noodzakelijk is, zal de Gemeente Hulshout deze steeds documenteren.

Het Autonoom Gemeentebedrijf Sport Hulshout moet op de 15de kalenderdag van elke maand de Gemeente Hulshout een overzicht bezorgen van het aantal gebruikers waaraan recht op toegang is verleend tijdens de voorbije maand tot gemeentelijke zwembad Hulshout. Dit overzicht dient tevens het bedrag aan te betalen prijssubsidies te bevatten. De afrekening van deze prijssubsidies zal gebeuren middels de uitreiking van een debetnota die het Autonoom Gemeentebedrijf Sport Hulshout uitreikt aan de Gemeente Hulshout. De Gemeente Hulshout dient deze debet nota te betalen aan het Autonoom Gemeentebedrijf Sport Hulshout binnen de 10 werkdagen na ontvangst.

Een nieuw prijssubsidiereglement geldig vanaf 2021 zal worden onderhandeld tussen de Gemeente Hulshout en het Autonoom Gemeentebedrijf Sport Hulshout vóór 30 januari 2021.

 

 

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.59.AGB Sport. Goedkeuring aanpassing leningsovereenkomst transactiekredieten investeringen 2019.

BESLUIT:unaniem
 

Enig artikel:

De gemeenteraad beslist volgende leningsovereenkomst goed te keuren:

"AANPASSING LENINGSOVEREENKOMST TRANSACTIEKREDIETEN INVESTERINGEN 2019"

Tussen:

De GEMEENTE HULSHOUT, met zetel te 2235 Hulshout, Prof. Dr. Vital Celenplein 2, hier vertegenwoordigd door:

-De voorzitter van de gemeenteraad, zijnde de heer Elias DE WEVER

-De algemeen directeur, zijnde mevrouw Anita VAN DEN EYNDE

Tot onderhavige overeenkomst gemachtigd ingevolge besluit van de gemeenteraad van 16 december 2019, waarvan een uittreksel aan deze akte wordt gehecht.

Overeenkomstig artikel 330 e.v. van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 is dit besluit van de gemeenteraad onmiddellijk uitvoerbaar doch onderworpen aan het algemeen administratief toezicht van de provinciegouverneur;

hierna genoemd ‘Uitlener’, enerzijds en

Het AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF SPORT HULSHOUT, afgekort “AGB Sport Hulshout”, met zetel te 2235 Hulshout, Prof. Dr. Vital Celenplein 2 en ondernemingsnummer 0809.823.801, hier vertegenwoordigd door de voorzitter van de raad van bestuur, zijnde Elien Bergmans,

Opgericht bij besluit van de gemeenteraad van de Gemeente Hulshout op 1 september 2008 en goedgekeurd door de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering op 19 december 2008 en de publicatie van deze beslissing in het Belgisch Staatsblad van 14 januari 2009;

De voorzitter van de raad van bestuur werd gemachtigd deze overeenkomst te ondertekenen door de Raad van Bestuur van 28 november 2019.

Overeenkomstig artikel 330 e.v. van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 is dit besluit van de raad van bestuur onmiddellijk uitvoerbaar doch onderworpen aan het algemeen administratief toezicht van de provinciegouverneur;

hierna genoemd ‘Lener’, anderzijds,

hierna samen genoemd ‘de partijen’

wordt een leningsovereenkomst gesloten met volgende voorwaarden:

Art. 1 – Voorwerp

De Uitlener verleent een lening aan de Lener, die de lening aanvaardt, gelijk aan de hoofdsom, met de duurtijd en volgens de regeling en de voorwaarden, zoals die hierna worden bepaald.

Art. 2 – Hoofdsom

De Lener erkent aan de Uitlener de som van 30.566,95 EUR verschuldigd te zijn. Dit bedrag is aangepast aan het effectief opgenomen bedrag.

Art. 3 – Doel van de lening

De lening zal uitsluitend worden aangewend voor de financiering van de transactiekredieten van de investeringen 2019.

Het bedrag van de lening wordt aan de Lener ter beschikking gesteld door opnamen via de rekening-courant tussen de Uitlener en de Lener.

Elke aanwending van het ontleende bedrag in strijd met deze overeenkomst heeft van rechtswege de onmiddellijke opeisbaarheid van het openstaande bedrag voor gevolg.

Art. 4 – Duurtijd

Deze lening is toegestaan voor een termijn tot 31 december 2051.

Tussen partijen is uitdrukkelijk overeengekomen dat al de bepalingen van de huidige overeenkomst na de vervaltijd van toepassing zullen blijven ingeval de terugbetaling, om het even welke reden, niet op de vastgestelde datum zou geschieden, en dit zonder alsdan afbreuk te doen aan de eisbaarheid.

Art. 5 - Vaststelling renteloosheid

Er is door de Lener geen enkele rente verschuldigd gedurende de volledige periode dat de lening loopt.

Art. 6 – Terugbetaling

De Lener verbindt zich er toe om het ontleende bedrag als volgt terug te betalen:

Hoofdsom

30.566,95

Rentevoet

0 %

 

 

Jaarnummer

Vervaldag

Aflossing

Intrest

Kapitaal

Uitstaand Saldo

1

31/12/2019

2.970,69

0,00

2.970,69

27.596,26

2

31/12/2020

2.970,69

0,00

2.970,69

24.625,57

3

31/12/2021

2.970,68

0,00

2.970,69

21.654,89

4

31/12/2022

2.116,17

0,00

2.116,17

19.538,72

5

31/12/2023

2.116,17

0,00

2.116,17

17.422,55

6

31/12/2024

2.116,17

0,00

2.116,17

15.306,38

7

31/12/2025

2.116,17

0,00

2.116,17

13.190,21

8

31/12/2026

2.116,17

0,00

2.116,17

11.074,04

9

31/12/2027

2.116,17

0,00

2.116,17

8.957,87

10

31/12/2028

2.116,13

0,00

2.116,13

6.841,74

11

31/12/2029

297,47

0,00

297,47

6.544,27

12

31/12/2030

297,47

0,00

297,47

6.246,80

13

31/12/2031

297,47

0,00

297,47

5.949,33

14

31/12/2032

297,47

0,00

297,47

5.651,86

15

31/12/2033

297,47

0,00

297,47

5.354,39

16

31/12/2034

297,47

0,00

297,47

5.056,92

17

31/12/2035

297,47

0,00

297,47

4.759,45

18

31/12/2036

297,47

0,00

297,47

4.461,98

19

31/12/2037

297,47

0,00

297,47

4.164,51

20

31/12/2038

297,47

0,00

297,47

3.867,04

21

31/12/2039

297,47

0,00

297,47

3.569,57

22

31/12/2040

297,47

0,00

297,47

3.272,10

23

31/12/2041

297,47

0,00

297,47

2.974,63

24

31/12/2042

297,47

0,00

297,47

2.677,16

25

31/12/2043

297,47

0,00

297,47

2.379,69

26

31/12/2044

297,47

0,00

297,47

2.082,22

27

31/12/2045

297,47

0,00

297,47

1.784,75

28

31/12/2046

297,47

0,00

297,47

1.487,28

29

31/12/2047

297,47

0,00

297,47

1.189,81

30

31/12/2048

297,47

0,00

297,47

892,34

31

31/12/2049

297,47

0,00

297,47

594,87

32

31/12/2050

297,47

0,00

297,47

297,40

33

31/12/2051

297,40

0,00

297,40

0

De eerste vervaldag is 31 december van het jaar van ingebruikname van het actief.

De terugbetaling gebeurt in eerste instantie door middel van schuldvergelijking met de prijssubsidies die door de Uitlener aan de Lener verschuldigd zijn. De Lener machtigt de Uitlener om het passende bedrag op de prijssubsidies in te houden en te boeken als schuld aan de Lener. Deze inhoudingen worden gelijk gespreid over de vier kwartalen (behoudens akkoord van het directiecomité met een afwijking op de gelijke spreiding over de kwartalen).

Indien de prijssubsidies, die door de Uitlener aan de Lener worden toegekend, niet volstaan om de terugbetalingen te voldoen, is het saldo op de vervaldag betaalbaar op rekening BE59 0910 0009 6726 van de Uitlener.

Art. 7 - Boete bij te late terugbetaling

Over te laat terugbetaalde bedragen is door de Lener bij wijze van boete rente verschuldigd tegen het op dat ogenblik geldende Euribor rentepercentage (minimaal 0,00%), verhoogd met 100 basispunten, en zulks ten belope van het aantal maanden laattijdigheid waarbij iedere begonnen maand als een volledige maand zal worden aangerekend. De Uitlener is bevoegd onmiddellijke betaling daarvan te verlangen.

Ingeval van niet betaling binnen de vijftien (15) dagen na aanmaning bij ter post aangetekende brief wordt het volledige bedrag der lening onmiddellijk opeisbaar en zal het gehele nog verschuldigde bedrag vermeerderd worden met de rente zoals in vorige alinea berekend.

Art. 8 – Opeisbaarheid

Alle uit hoofde van de lening verschuldigde bedragen kunnen met onmiddellijke ingang worden opgeëist, en de lening geldt bij opeising als opgezegd indien:

•de Lener in strijd handelt met deze overeenkomst en het verzuim niet is te herstellen.

•de Lener in strijd handelt met deze overeenkomst en de Lener niet alsnog nagekomen heeft binnen 30 dagen na sommatie per aangetekend schrijven of een langere termijn in de sommatie genoemd, zich in regel te stellen.

Bij niet-naleving door de Lener van haar verplichting(en) heeft de Uitlener het recht onverminderd alle persoonlijk vorderingen en dwangmaatregelen in het algemeen verhaal uit te oefenen op al de goederen van de Lener zowel roerende als onroerende. Alle kosten van beslag, inbegrepen van bewarend beslag, zijn ten laste van de Lener.

Art. 9 - Wijzigingen

Deze leningsovereenkomst bevat de integrale overeenkomst tussen de Uitlener en de Lener en vervangt alle andere mondelinge - of schriftelijke overeenkomsten tussen de Partijen. Deze overeenkomst kan enkel schriftelijk en via uitdrukkelijk akkoord tussen de Partijen worden gewijzigd.

Art. 10 - Niet-overdraagbaarheid

Behoudens in gevallen, vermeld in onderhavige overeenkomst, kan deze overeenkomst, noch enige rechten daarin, geheel of gedeeltelijk worden overgedragen aan derde partijen.

Art. 11 - Toepasselijk recht

Deze Leningsovereenkomst renteloze lening is onderworpen aan het Belgisch recht. Enkel de hoven en rechtbanken van de woonplaats van de Uitlener zijn bevoegd.

Art. 12 – Splitsbaarheid

De nietigheid van één der artikelen van deze overeenkomst of een deel daarvan, tast de geldigheid van de overige bepalingen van deze overeenkomst niet aan, noch van de overeenkomst in haar geheel. Hun afdwingbaarheid blijft onverminderd tot wat wettelijk toegelaten is.

Ingeval van ongeldigheid of onafdwingbaarheid van enige bepaling van de overeenkomst zullen partijen ter goeder trouw onderhandelen teneinde deze te vervangen door een bepaling die zoveel mogelijk hetzelfde effect teweegbrengt als de ongeldige of onafdwingbare bepaling.

Evenzo zullen partijen te goeder trouw onderhandelen teneinde een voor iedere partij aanvaardbare oplossing te vinden indien zich een situatie voordoet, die niet voorzien is in de overeenkomst.

Aldus opgemaakt en ondertekend te Hulshout op 16 december 2019 in twee originele exemplaren, waarvan elke partij erkent er één te hebben ontvangen

Voor de Uitlener,

De algemeen directeur,De Voorzitter van de gemeenteraad,

 

A. VAN DEN EYNDEE. DE WEVER

Voor de Lener,

 

De Voorzitter van de raad van bestuur,

 

 

E. BERGMANS

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.60.AGB Sport. Goedkeuring leningsovereenkomst transactiekredieten investeringen 2020.

BESLUIT:unaniem
 

Enig artikel:

De gemeenteraad beslist volgende leningsovereenkomst goed te keuren:

"LENINGSOVEREENKOMST TRANSACTIEKREDIETEN INVESTERINGEN 2020"

Tussen:

De GEMEENTE HULSHOUT, met zetel te 2235 Hulshout, Prof. Dr. Vital Celenplein 2, hier vertegenwoordigd door:

-De voorzitter van de gemeenteraad, zijnde de heer Elias DE WEVER

-De algemeen directeur, zijnde mevrouw Anita VAN DEN EYNDE

Tot onderhavige overeenkomst gemachtigd ingevolge besluit van de gemeenteraad van 11 februari 2019, waarvan een uittreksel aan deze akte wordt gehecht.

Overeenkomstig artikel 330 e.v. van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 is dit besluit van de gemeenteraad onmiddellijk uitvoerbaar doch onderworpen aan het algemeen administratief toezicht van de provinciegouverneur;

hierna genoemd ‘Uitlener’, enerzijds en

Het AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF SPORT HULSHOUT, afgekort “AGB Sport Hulshout”, met zetel te 2235 Hulshout, Prof. Dr. Vital Celenplein 2 en ondernemingsnummer 0809.823.801, hier vertegenwoordigd door de voorzitter van de raad van bestuur, zijnde Elien Bergmans,

Opgericht bij besluit van de gemeenteraad van de Gemeente Hulshout op 1 september 2008 en goedgekeurd door de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering op 19 december 2008 en de publicatie van deze beslissing in het Belgisch Staatsblad van 14 januari 2009;

De voorzitter van de raad van bestuur werd gemachtigd deze overeenkomst te ondertekenen door de Raad van Bestuur van 28 november 2019.

Overeenkomstig artikel 330 e.v. van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 is dit besluit van de raad van bestuur onmiddellijk uitvoerbaar doch onderworpen aan het algemeen administratief toezicht van de provinciegouverneur;

hierna genoemd ‘Lener’, anderzijds,

hierna samen genoemd ‘de partijen’

wordt een leningsovereenkomst gesloten met volgende voorwaarden:

Art. 1 – Voorwerp

De Uitlener verleent een lening aan de Lener, die de lening aanvaardt, gelijk aan de hoofdsom, met de duurtijd en volgens de regeling en de voorwaarden, zoals die hierna worden bepaald.

Art. 2 – Hoofdsom

De Lener erkent aan de Uitlener de som van 435.428,27 EUR verschuldigd te zijn. Dit bedrag wordt evenwel aangepast aan het effectief opgenomen bedrag.

Art. 3 – Doel van de lening

De lening zal uitsluitend worden aangewend voor de financiering van de transactiekredieten van de investeringen 2020.

Het bedrag van de lening wordt aan de Lener ter beschikking gesteld door opnamen via de rekening-courant tussen de Uitlener en de Lener.

Elke aanwending van het ontleende bedrag in strijd met deze overeenkomst heeft van rechtswege de onmiddellijke opeisbaarheid van het openstaande bedrag voor gevolg.

Art. 4 – Duurtijd

Deze lening is toegestaan voor een termijn tot 31 december 2052.

Tussen partijen is uitdrukkelijk overeengekomen dat al de bepalingen van de huidige overeenkomst na de vervaltijd van toepassing zullen blijven ingeval de terugbetaling, om het even welke reden, niet op de vastgestelde datum zou geschieden, en dit zonder alsdan afbreuk te doen aan de eisbaarheid.

Art. 5 - Vaststelling renteloosheid

Er is door de Lener geen enkele rente verschuldigd gedurende de volledige periode dat de lening loopt.

Art. 6 – Terugbetaling

De Lener verbindt zich er toe om het ontleende bedrag als volgt terug te betalen:

Hoofdsom

435.428,27

Rentevoet

0 %

 

 

Jaarnummer

Vervaldag

Aflossing

Intrest

Kapitaal

Uitstaand Saldo

1

31/12/2020

22.191,77

0,00

22.191,77

413 236,50

2

31/12/2021

22.191,77

0,00

22.191,77

391 044,73

3

31/12/2022

22.191,77

0,00

22.191,77

368 852,96

4

31/12/2023

22.191,77

0,00

22.191,77

346 661,19

5

31/12/2024

22.191,77

0,00

22.191,77

324 469,42

6

31/12/2025

22.191,77

0,00

22.191,77

302 277,65

7

31/12/2026

22.191,77

0,00

22.191,77

280 085,88

8

31/12/2027

22.191,77

0,00

22.191,77

257 894,11

9

31/12/2028

22.191,77

0,00

22.191,77

235 702,34

10

31/12/2029

22.191,77

0,00

22.191,77

213 510,57

11

31/12/2030

9.491,77

0,00

9.491,77

204 018,80

12

31/12/2031

9.491,77

0,00

9.491,77

194 527,03

13

31/12/2032

9.491,77

0,00

9.491,77

185 035,26

14

31/12/2033

9.491,77

0,00

9.491,77

175 543,49

15

31/12/2034

9.491,72

0,00

9.491,72

166 051,77

16

31/12/2035

9.225,10

0,00

9.225,10

156 826,67

17

31/12/2036

9.225,10

0,00

9.225,10

147 601,57

18

31/12/2037

9.225,10

0,00

9.225,10

138 376,47

19

31/12/2038

9.225,10

0,00

9.225,10

129 151,37

20

31/12/2039

9.225,10

0,00

9.225,10

119 926,27

21

31/12/2040

9.225,10

0,00

9.225,10

110 701,17

22

31/12/2041

9.225,10

0,00

9.225,10

101 476,07

23

31/12/2042

9.225,10

0,00

9.225,10

92 250,97

24

31/12/2043

9.225,10

0,00

9.225,10

83 025,87

25

31/12/2044

9.225,10

0,00

9.225,10

73 800,77

26

31/12/2045

9.225,10

0,00

9.225,10

64 575,67

27

31/12/2046

9.225,10

0,00

9.225,10

55 350,57

28

31/12/2047

9.225,10

0,00

9.225,10

46 125,47

29

31/12/2048

9.225,10

0,00

9.225,10

36 900,37

30

31/12/2049

9.225,10

0,00

9.225,10

27 675,27

31

31/12/2050

9.225,10

0,00

9.225,10

18 450,17

32

31/12/2051

9.225,10

0,00

9.225,10

9.225,10

33

31/12/2052

9.225,07

0,00

9.225,07

0

Afhankelijk van het bedrag bedrag dat effectief door de Lener wordt opgenomen, wordt de definitieve aflossingstabel opgesteld. De eerste vervaldag is 31 december van het jaar van ingebruikname van het actief.

De terugbetaling gebeurt in eerste instantie door middel van schuldvergelijking met de prijssubsidies die door de Uitlener aan de Lener verschuldigd zijn. De Lener machtigt de Uitlener om het passende bedrag op de prijssubsidies in te houden en te boeken als schuld aan de Lener. Deze inhoudingen worden gelijk gespreid over de vier kwartalen (behoudens akkoord van het directiecomité met een afwijking op de gelijke spreiding over de kwartalen).

Indien de prijssubsidies, die door de Uitlener aan de Lener worden toegekend, niet volstaan om de terugbetalingen te voldoen, is het saldo op de vervaldag betaalbaar op rekening BE59 0910 0009 6726 van de Uitlener.

Art. 7 - Boete bij te late terugbetaling

Over te laat terugbetaalde bedragen is door de Lener bij wijze van boete rente verschuldigd tegen het op dat ogenblik geldende Euribor rentepercentage (minimaal 0,00%), verhoogd met 100 basispunten, en zulks ten belope van het aantal maanden laattijdigheid waarbij iedere begonnen maand als een volledige maand zal worden aangerekend. De Uitlener is bevoegd onmiddellijke betaling daarvan te verlangen.

Ingeval van niet betaling binnen de vijftien (15) dagen na aanmaning bij ter post aangetekende brief wordt het volledige bedrag der lening onmiddellijk opeisbaar en zal het gehele nog verschuldigde bedrag vermeerderd worden met de rente zoals in vorige alinea berekend.

Art. 8 – Opeisbaarheid

Alle uit hoofde van de lening verschuldigde bedragen kunnen met onmiddellijke ingang worden opgeëist, en de lening geldt bij opeising als opgezegd indien:

•de Lener in strijd handelt met deze overeenkomst en het verzuim niet is te herstellen.

•de Lener in strijd handelt met deze overeenkomst en de Lener niet alsnog nagekomen heeft binnen 30 dagen na sommatie per aangetekend schrijven of een langere termijn in de sommatie genoemd, zich in regel te stellen.

Bij niet-naleving door de Lener van haar verplichting(en) heeft de Uitlener het recht onverminderd alle persoonlijk vorderingen en dwangmaatregelen in het algemeen verhaal uit te oefenen op al de goederen van de Lener zowel roerende als onroerende. Alle kosten van beslag, inbegrepen van bewarend beslag, zijn ten laste van de Lener.

Art. 9 - Wijzigingen

Deze leningsovereenkomst bevat de integrale overeenkomst tussen de Uitlener en de Lener en vervangt alle andere mondelinge - of schriftelijke overeenkomsten tussen de Partijen. Deze overeenkomst kan enkel schriftelijk en via uitdrukkelijk akkoord tussen de Partijen worden gewijzigd.

Art. 10 - Niet-overdraagbaarheid

Behoudens in gevallen, vermeld in onderhavige overeenkomst, kan deze overeenkomst, noch enige rechten daarin, geheel of gedeeltelijk worden overgedragen aan derde partijen.

Art. 11 - Toepasselijk recht

Deze Leningsovereenkomst renteloze lening is onderworpen aan het Belgisch recht. Enkel de hoven en rechtbanken van de woonplaats van de Uitlener zijn bevoegd.

Art. 12 – Splitsbaarheid

De nietigheid van één der artikelen van deze overeenkomst of een deel daarvan, tast de geldigheid van de overige bepalingen van deze overeenkomst niet aan, noch van de overeenkomst in haar geheel. Hun afdwingbaarheid blijft onverminderd tot wat wettelijk toegelaten is.

Ingeval van ongeldigheid of onafdwingbaarheid van enige bepaling van de overeenkomst zullen partijen ter goeder trouw onderhandelen teneinde deze te vervangen door een bepaling die zoveel mogelijk hetzelfde effect teweegbrengt als de ongeldige of onafdwingbare bepaling.

Evenzo zullen partijen te goeder trouw onderhandelen teneinde een voor iedere partij aanvaardbare oplossing te vinden indien zich een situatie voordoet, die niet voorzien is in de overeenkomst.

Aldus opgemaakt en ondertekend te Hulshout op 16 december 2019 in twee originele exemplaren, waarvan elke partij erkent er één te hebben ontvangen

Voor de Uitlener,

De algemeen directeur,De Voorzitter van de gemeenteraad,

 

A. VAN DEN EYNDEE. DE WEVER

Voor de Lener,

 

De Voorzitter van de raad van bestuur,

 

 

E. BERGMANS

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.61.AGB Sport Hulshout. Budgetwijziging BW1-2019.

BESLUIT:unaniem
 

Enig artikel:

De gemeenteraad beslist goedkeuring te verlenen aan de budgetwijziging BW 1 - 2019 van AGB Sport Hulshout.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.62.AGB Sport Hulshout. Goedkeuring meerjarenplan 2020 - 2025.

BESLUIT:unaniem
 

Enig artikel:

De gemeenteraad beslist het meerjarenplan 2020-2025 van het AGB Sport Hulshout, zoals vastgesteld door de raad van bestuur van AGB Sport Hulshout op 28 november 2019, goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.63.PZ Zuiderkempen. Begrotingswijziging 2019 nr. 1 en 10.

KENNISNAME:

De gemeenteraad neemt kennis van de goedkeuring door de politieraad van de budgetwijziging 2019 nr.1 en nr. 10 van 23 oktober 2019.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.64.PZ Zuiderkempen. Goedkeuring toelage 2020.

BESLUIT:unaniem
 

Enig artikel:

De gemeenteraad beslist de gemeentelijke toelage aan de politiezone Zuiderkempen 5365 goed te keuren, zoals vastgesteld in de politiebegroting van 23 oktober 2019 ten bedrage van 696.619,00 euro op de gewone begroting 2020 en 64.141,00 euro op de buitengewone begroting 2020 zijnde in het totaal een bedrag van 760.760,00 euro.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.65.OCMW. Budgetwijziging 2019-01 .

KENNISNAME:

De gemeenteraad neemt kennis van de goedkeuring door de raad voor maatschappelijk welzijn van de budgetwijziging 2019-1, met de wettelijke schema's van het OCMW op 16 december 2019.

Er is een effect op de gemeentelijke bijdrage van het budget 2019, de gemeentelijke bijdrage voor exploitatie daalt met 631.421,63 euro, de gemeentelijke bijdrage voor investeringen daalt met 135.456,67 euro.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.66.Financiën. Gemeente. Goedkeuring budgetwijziging BW1 - 2019.

BESLUIT:11 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Tania Vrindts, Geert Vermunicht en Elias De Wever
10 stemmen tegen: Gust Van den Bruel, Rist Heylen, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims en Katrien Monsecour
0 onthoudingen

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist goedkeuring te verlenen aan de budgetwijziging BW 1 dienstjaar 2019 met als resultaat:

JAAR

RESULTAAT OP KASBASIS

AUTOFINANCIERINGSMARGE

2019

€     5.633

€ 1.073.946  

Artikel 2:

Het vastgestelde beleidsrapport wordt in een digitaal bestand bezorgd aan de Vlaamse Regering via het digitaal loket mijn.binnenland.vlaanderen.be of via mail aan bbcgop@vlaanderen.be.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.67.Financiën. Vaststelling meerjarenplan 2020-2025 gemeente Hulshout.

BESLUIT:11 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Tania Vrindts, Geert Vermunicht en Elias De Wever
10 stemmen tegen: Gust Van den Bruel, Rist Heylen, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims en Katrien Monsecour
0 onthoudingen

Enig artikel:

De gemeenteraad stelt het gedeelte 'gemeente' van het meerjarenplan 2020-2025 vast.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.68.Financiën. Goedkeuring meerjarenplan 2020-2025 OCMW Hulshout en definitieve vaststelling meerjarenplan 2020-2025 lokaal bestuur Hulshout.

BESLUIT:11 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Tania Vrindts, Geert Vermunicht en Elias De Wever
10 stemmen tegen: Gust Van den Bruel, Rist Heylen, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims en Katrien Monsecour
0 onthoudingen

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist het gedeelte OCMW van het meerjarenplan 2020-2025 zoals vastgesteld

door de raad voor maatschappelijk welzijn, goed te keuren.

Artikel 2:

Na vaststelling door de gemeenteraad van het gedeelte gemeente vormt het méérjarenplan van het lokaal bestuur Hulshout één geïntegreerd goedgekeurd meerjarenplan.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.69.Buitenschoolse opvang. Goedkeuring aanpassing huishoudelijk reglement.

BESLUIT:11 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Tania Vrindts, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 stemmen tegen
10 onthoudingen: Gust Van den Bruel, Rist Heylen, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims en Katrien Monsecour

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist het huishoudelijk reglement van de gemeentelijke buitenschoolse opvang, zoals

vastgesteld in de zitting van 11 juni 2018 en van kracht geworden op 1 september 2018, op te heffen met

ingang op 1 januari 2020.

Artikel 2:

Het huishoudelijk reglement van de gemeentelijke opvang van schoolkinderen wordt als volgt vastgesteld, met ingang op 1 januari 2020:

"GEMEENTELIJKE OPVANG VAN SCHOOLKINDEREN

HUISHOUDELIJK REGLEMENT

1ALGEMEEN

1.1Opvanglocaties

-Het gemeentebestuur van Hulshout, Prof. Dr.Vital Celenplein 2, organiseert opvang van schoolkinderen op volgende locaties:             

         Erkende locatie Hulshout, Grote Baan 205 :0476/60.26.24

         Schoolopvang Hulshout, Strepestraat 21 :0471/81.16.25

         Erkende locatie Houtvenne, Broedersstraat 33 :0474/91.00.20

         Schoolopvang Houtvenne, Langestraat 11:0471/81.16.30

         Erkende locatie Westmeerbeek, Mgr. Raeymaekersstraat 21 :0474/91.00.09

1.2Definitie 'gezin' en 'ouders'

-Zoals in het Besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de erkenningsvoorwaarden voor buitenschoolse opvang, worden in dit reglement met 'gezin' de personen bedoeld in het thuismilieu van het opgevangen kind die de verantwoordelijkheid voor het kind dragen. In dezelfde betekenis wordt ook het woord 'ouders' gebruikt.

1.3Coördinatie

-De coördinator van de gemeentelijke opvang van schoolkinderen is te bereiken in het OCMW, Grote Baan 264 (tel.: 015/750.100,  e-mail: kinderopvang@hulshout.be). Voor een gesprek terplaatste wordt aangeraden om een afspraak te maken.

-Openingsuren OCMW :

         maandag :van 9u tot 12u en van 18u tot 20u

         dinsdag :van 9u tot 12u

         woensdag :van 9u tot 12u

         donderdag :van 9u tot 12u

         vrijdag :van 9u tot 12u

1.4Bereikbaarheid van de opvanglocaties en Kind en Gezin in noodgevallen

-Tijdens de openingsuren zijn de opvanglocaties rechtstreeks bereikbaar via de gsm-nummers vermeld onder punt 1.1.

-Buiten de openingsuren kan een bericht op de voicemail van de opvanglocaties ingesproken worden. De begeleiders beluisteren in elke opvanglocatie bij aanvang van elk opvangmoment alle boodschappen op de voicemail.

-De ouders worden verzocht om het doorgeven van boodschappen aan de begeleiding via de school te vermijden.

-Contactgegevens Kind en Gezin:

         Adres:Hallepoortlaan 27, 1060 Brussel

         Kind en Gezinlijn:078/150.100

         Contactformulier: http://www.kindengezin.be/formulieren/contact.jsp

1.5Doelgroep

-In het opvanginitiatief kunnen alle kinderen uit het basisonderwijs terecht die in Hulshout wonen of er naar school gaan. Het initiatief staat ook open voor de inclusieve opvang van kinderen met een specifieke zorgbehoefte, in de mate dat de voorhanden mogelijkheden dit toelaten, overeenkomstig de wettelijke bepalingen inzake infrastructuur en personeel.

1.6Verzekering

-Alle kinderen, alsook de begeleiders, zijn tijdens de opvang verzekerd tegen lichamelijke ongevallen en burgerlijke aansprakelijkheid (Ethias, polisnr. 45023757). De polis ligt ter inzage bij de coördinator in het OCMW. Voor de terugvordering van dokterskosten ten gevolge van een ongeval tijdens de opvanguren, kunnen de ouders op elke locatie het gebruikelijke formulier verkrijgen. Bij beschadiging of verlies van materiaal (bril, jas, speelgoed, ...) is de opvang niet aansprakelijk en kunnen bijgevolg geen kosten verhaald worden via de verzekering van de opvang.

1.7Voorrang

-Tijdens de schoolvakanties wordt voorrang gegeven aan de opvang van kinderen jonger dan  6 jaar.

1.8Openingsuren en sluitingsdagen

-openingsuren op schooldagen:

         ’s morgens:van 6.45u tot het begin van de lessen

         ’s namiddags:vanaf het einde der lessen tot 18.15u

-openingsuren op schoolvrije en vakantiedagen buiten het weekeinde en de wettelijke feestdagen:

         van 6.45u tot 18.15u

-Sluitingsdagen:

         Alle locaties zijn gesloten in de week van 21 juli, op de brugdag na Ons-Heer-Hemelvaart en van 24 december tot en met 1 januari.

         Op woensdagnamiddagen, schoolvrije en vakantiedagen kan de opvang gecentraliseerd worden in één vestigingsplaats of een beperkt aantal vestigingsplaatsen. De ouders worden hiervan tijdig op de hoogte gebracht.

         Eventuele bijkomende sluitingsdagen worden vooraf aangekondigd.

-De vermelde openingstijden gelden voor het initiatief als geheel, in die zin dat minstens één locatie open is. Het college van burgemeester en schepenen kan de opening of sluiting van de afzonderlijke locaties verder regelen naargelang de behoefte, alsook de verdeling van de kinderen over de afzonderlijke locaties op basis van de leeftijd of het leerjaar. Het college kan hiertoe ook opdracht geven aan de gemeentelijke administratie.

1.9Vragen - opmerkingen - klachten

-Met vragen of opmerkingen betreffende de opvang kan men bij de begeleiders of de coördinator terecht. Formele klachten worden bij voorkeur gemeld aan de gemeentelijke klachtenambtenaar (tel.: 015.22.94.89, e-mail: klachten@hulshout.be, burgerloket op website: www.hulshout.be). De ouders van de opgevangen of eventueel geweigerde kinderen kunnen formele klachten ten aanzien van de erkende opvanglocaties ook melden bij Kind en Gezin, Hallepoortlaan 27, 1060 Brussel (tel.: 02/533.14.14, e-mail: klachtendienst@kindengezin.be).

2INTERN WERKINGSKADER

2.1Pedagogisch beleid

-De opvang wil aan elk kind optimale kansen bieden om zich vrij te ontplooien in zijn activiteiten en zijn sociale relaties, uitgaande van de mogelijkheden en beperkingen die onder meer voortvloeien uit het kind zelf en uit het samenzijn met anderen.

-Het kind mag in de mate van het mogelijke kiezen met wie het bij voorkeur omgaat en hoe het zijn tijd op de opvang doorbrengt, bijvoorbeeld met spelen, rusten of huiswerk maken. Een gevarieerd spelaanbod en de beschikbaarheid van spelmateriaal maken een zinvolle vrijetijdsbesteding mogelijk. Er wordt blijvend toegezien op de geschiktheid, de netheid en de veiligheid van de opvanglokalen.

-Wanneer het nodig is, zal de begeleiding de kinderen stimuleren, helpen of bijsturen in hun activiteiten en in de omgang met anderen. De kinderen hebben een vorm van inspraak bij aangelegenheden die hen aanbelangen. Doch eens de begeleiding overgaat tot het stellen van grenzen of het opleggen van richtlijnen dienen deze te worden nageleefd.

-De begeleiders bieden warmte en betrokkenheid aan de kinderen. Zij dienen te beschikken over de vereiste kwalificaties bij hun aanwerving en volgen regelmatig bijscholing. De werkverdeling gebeurt zodanig dat dezelfde personen zoveel mogelijk dezelfde kinderen opvangen, waardoor een persoonlijke band kan groeien.

2.2Samenwerking met ouders

-Een goede relatie tussen het opvanginitiatief en de ouders is onontbeerlijk. Door middel van systematische bevraging wordt daarom gepeild naar de klantentevredenheid. De ouders worden geïnformeerd over de dagelijkse gang van zaken en zijn ook vertegenwoordigd in het "lokaal overleg kinderopvang" dat het gemeentebestuur adviseert. In dit overleg zetelen verenigingen zoals de Gezinsbond en de oudercomités van de scholen. Alle facetten van kinderopvang kunnen op dit forum besproken worden. Wie gedetailleerde informatie wenst over de werking van de opvang kan tevens het kwaliteitshandboek te allen tijde raadplegen in de locaties.

2.3Samenwerking met externen

-Om de kwaliteit van de dienstverlening te kunnen verzekeren wordt veelvuldig samengewerkt met derden. De gemeentelijke technische dienst zorgt voor het onderhoud en het busvervoer. Met de scholen worden de nodige afspraken gemaakt, zowel over organisatorische als pedagogische aangelegenheden. Instanties als de IOK, de brandweer en de Zorginspectie houden toezicht op de veiligheid en de kwaliteit. Met het oog op ervaringsuitwisseling zijn er geregeld contacten met andere personen en instellingen die opvang van schoolkinderen aanbieden. Voor de regelmatige bijscholing van het personeel wordt steeds een beroep gedaan op gespecialiseerde instanties zoals VDKomma en het Steunpunt Kinderopvang van de VVSG.             

3WEDERZIJDSE AFSPRAKEN TUSSEN OUDERS EN OPVANG

3.1Kennismaking

-Ouders die overwegen om van de opvang te gaan gebruik maken, kunnen samen met hun kinderen komen kennismaken met de begeleiders, de lokalen en de wijze van werken.

3.2Registratie

-Voorafgaand aan de eerste aanwezigheid moeten de kinderen geregistreerd worden door de ouders. Dit kan bij de coördinator tijdens de openingsuren van het OCMW of tijdens het spreekuur in de erkende opvanglocaties. Bij de registratie sluiten de ouders een schriftelijke overeenkomst af en vullen zij een individuele inlichtingenfiche in. Zij ontvangen een kopie van het huishoudelijk regelement en ondertekenen dit voor ontvangst en kennisname.

-Op de individuele inlichtingenfiche dienen vermeld te worden:

         naam, adres, geboortedatum en -plaats van het kind.

         naam en contactgegevens van de ouders.

         te contacteren personen in noodgevallen.

         huisarts van het kind.

         school van het kind.

         personen die het kind mogen afhalen.

         vermelding dat het kind al dan niet zonder begeleiding mag vertrekken.

         bijzonderheden over het kind i.v.m. gezondheid, medicatie, voeding.

         alle pedagogische of andere bijzonderheden i.v.m. het kind die van belang zijn voor de begeleiding.

         wijze van toezending van de facturen (per post of e-mail) en van betaling (met overschrijving of domiciliëring). 

-Wijzigingen of eenmalige afwijkingen ten opzichte van de vermeldingen op de individuele gegevensfiche moeten steeds schriftelijk worden meegedeeld.

3.3Privacy

-De persoonsgegevens van de kinderen en de gezinnen worden alleen gebruikt in het kader van de opvang. De gegevens kunnen op elk moment worden ingekeken en verbeterd door de betrokkenen. Ze worden vernietigd wanneer ze niet meer noodzakelijk zijn in functie van de naleving van de toepasselijke regelgeving. Het gemeentebestuur verbindt er zich toe om de veiligheid en het vertrouwelijke karakter van de persoonsgegevens te waarborgen.

3.4Inschrijving en afmelding

-Voor een goede organisatie is tijdig inschrijven en afmelden erg belangrijk, met name om volgende redenen:

         In erkende opvanglocaties is het aantal kindplaatsen beperkt tot de door Kind en Gezin erkende capaciteit.

         De beschikbare begeleiding wordt zo proportioneel mogelijk ingezet, rekening houdend met het verwachte aantal kinderen en de wettelijke normen.

         Bij het afhalen van de kinderen op de school dienen de begeleiders precies te weten wie ze moeten meenemen.

         De inschrijvingen voor opvang tijdens schoolvakanties worden zo georganiseerd dat in geval van plaatsgebrek voorrang kan gegeven worden bij inschrijving van kinderen jonger dan 6 jaar, zonder dat daarvoor eerdere inschrijvingen van oudere kinderen geschrapt moet worden.

         Het inschrijven vóór de schoolvakanties via het OCMW vermindert de administratieve last voor de begeleiding, zodat meer aandacht naar de kinderen kan gaan.

-Inschrijvingen en afmeldingen moeten ondubbelzinnig zijn. Bij gebrek aan een regelmatige inschrijving of afmelding wordt een toeslag aangerekend.

-Tijdstip van inschrijven en afmelden (= annuleren):

         Voor opvang buiten de schoolvakanties dienen inschrijvingen en afmeldingen via de opvanglocaties te gebeuren, uiterlijk op de voorafgaande openingsdag, vóór het sluiten van de opvang. De begeleiders kunnen dan nog de nodige regelingen treffen. Men dient er rekening mee te houden dat het sluitingsuur enigszins kan variëren, naargelang wanneer het laatste kind afgehaald wordt. Inschrijvingsformulieren worden ter beschikking gesteld op de opvanglocaties. Het gebruik van deze formulieren is vrijblijvend. Ook mondeling, telefonisch of via de voicemail inschrijven is toegelaten.

         Voor opvang tijdens de schoolvakanties moeten alle inschrijvingen en afmeldingen vóór de schoolvakantie gebeuren, tijdens de vooraf bekendgemaakte inschrijvingsdata, via de coördinator in het OCMW. Dit laat onder meer toe om voorrangen te bepalen, de inschrijvingen te bevestigen en indien nodig ouders te melden dat er geen plaats meer vrij is.  De inschrijvingsdata en de verdere inschrijvingsmodaliteiten worden geruime tijd vooraf bekendgemaakt. Het gebruik van de ter beschikking gestelde formulieren is verplicht. Ze kunnen eventueel per e-mail ingediend worden.

         Per schoolvakantie worden twee inschrijvingsperiodes gepland. Tijdens de vroegste inschrijvingsperiode hebben kinderen jonger dan 6 jaar voorrang in geval van plaatsgebrek. Om indien nodig van de chronologie van de inschrijvingsaanvragen te kunnen afwijken, worden de inschrijvingen pas aan het einde van de vroegste inschrijvingsperiode bevestigd. Tijdens de laatste inschrijvingsperiode gebeuren de inschrijvingen volledig chronologisch, in de volgorde van de aanvragen. Er geldt dan geen voorrangsregeling meer en elke inschrijving wordt onmiddellijk bevestigd.

-Afwijkingen van de inschrijvings- en afmeldingsverplichting worden toegestaan in volgende gevallen:

         Wegens ziekte die aanvangt op een dag waarvoor werd ingeschreven. Vanaf de tweede opeenvolgende ziektedag dient dit gestaafd te worden met een doktersattest.

         Wegens beroepsredenen buiten de wil van de ouders. In dit geval dient een schriftelijk bewijs van de werkgever te worden voorgelegd.

3.5Aanwezigheidsregister

-In de opvanglocatie is er een aanwezigheidsregister. Hierin wordt per dag genoteerd welk kind aanwezig is met de tijd van aankomst en vertrek. Het gezin moet de genoteerde aanwezigheid van zijn kind bevestigen.

3.6Oudercontacten

-De ouders hebben toegang tot de gebruikte lokalen tijdens de aanwezigheid van hun kinderen.

-Om veiligheidsredenen en om de noodzakelijke communicatie mogelijk te maken dient de persoon die een kind brengt of afhaalt zich in de opvang bij de begeleiding aan te melden.

-De breng- en haalcontacten met de ouders vinden op een dergelijke wijze plaats dat het wederzijds vertrouwen versterkt wordt. Hiertoe wordt de nodige tijd en ruimte vrijgemaakt. Voor een vertrouwelijk gesprek kan eventueel buiten de opvanguren afgesproken worden met de begeleiders of de coördinator, in het OCMW of een opvanglocatie.

3.7Voedingswaren

-De kinderen dienen de voedingswaren die zij nodig hebben zelf mee te brengen. Fruitsap, water en chocomelk zijn wel verkrijgbaar in de erkende locaties.

3.8Kleding

-De kinderen dienen zo mogelijk comfortabele kleding te dragen die het spelen niet belemmert. Dit geldt vooral op schoolvrije en vakantiedagen.

-Voor kindjes die nog niet helemaal zindelijk zijn, wordt aan de ouders gevraagd om zelf een reservebroekje mee te brengen. Voor kindjes die onverwacht nog een ongelukje hebben is enkel een beperkt aantal reservekledingstukken voorradig in de opvang. Na gebruik dienen deze zo snel mogelijk gewassen en terugbezorgd te worden. Bij niet teruggave binnen 4 weken wordt een toeslag aangerekend.

3.9Ziekte en ongevallen

-In geval kinderen ziek worden tijdens de opvang of wanneer er een ongeval gebeurt en dringend een dokter moet geraadpleegd worden, zijn de dokterskosten in eerste instantie ten laste van de ouders.

-Indien een kind te ziek is om naar school te gaan, kan het ook niet naar de opvang komen. Zieke kinderen worden ook niet opgevangen tijdens schoolvrije of vakantiedagen.

-Indien een kind medicatie moet gebruiken, dient deze aan de begeleiding afgegeven te worden met duidelijke, schriftelijke instructies van de behandelende geneesheer of apotheker.

-Aan de ouders wordt gevraagd medische problemen van hun kind te signaleren die een gevaar kunnen betekenen of die een bijzondere waakzaamheid vergen.

3.10Verplaatsingen - verlaten van de opvang - brengen en afhalen van kinderen

-De kinderen worden onder begeleiding door leerkrachten of opvangpersoneel van de opvang naar de school en van de school naar de opvang gevoerd. Om veiligheidsredenen is het afhalen of brengen van kinderen tijdens de verplaatsingen verboden. Er wordt een strikte discipline gehandhaafd en de begeleiders treden op als gemachtigd opzichter om ongevallen te voorkomen.

-Tijdens de schoolvakanties worden geregeld uitstappen georganiseerd. Deze worden vooraf aangekondigd in het kader van het activiteitenprogramma. Tijdens de uitstappen wordt steeds extra begeleiding voorzien door het opvangpersoneel. Er geldt een strikte taakverdeling tussen de begeleiders om het permanent toezicht op alle kinderen, de veiligheid en de goede gang van zaken te garanderen.

-Kinderen mogen de opvang slechts onbegeleid verlaten mits schriftelijke toestemming van de ouders (bvb.: om met de fiets naar school te rijden, om zich naar huis te begeven, voor deelname aan een culturele of sportactiviteit, ...).

-Kinderen kunnen enkel afgehaald worden door de ouders of door de personen die daartoe door de ouders schriftelijk zijn aangeduid.

3.11Toegangsbadges

-De erkende locaties hebben een elektronische toegangsbeveiliging. In Westmeerbeek omvat dit systeem een automatische toegangscontrole met magneetkaarten (badges). Ouders die dit wensen kunnen een persoonlijke toegangsbadge verkrijgen via de coördinator in het OCMW. Hiermee kan men de deur openen zonder tussenkomst van de begeleiding. Dit systeem werkt alleen tijdens de openingsuren. Voorwaarden en gebruiksregels:

         Ouders die als klant geregistreerd zijn kunnen een badge ontlenen en gebruiken, mits het betalen van een waarborg tegen ontvangstbewijs. De waarborg wordt terugbetaald wanneer de badge in goede staat terug is ingeleverd. De ouders kunnen zelf oordelen of het hebben van een badge in hun specifieke situatie de moeite loont.

         Per gezin worden maximum 2 badges gelijktijdig uitgeleend.

         De badge mag enkel worden gebruikt door het gezin waarvoor ze werd aangevraagd of door de personen die een schriftelijke toelating hebben om de kinderen van dit gezin af te halen.

         De badge wordt terug ingeleverd

                                                            vrijblijvend : wanneer de ouder er geen gebruik meer wenst van te maken.

                                                            verplicht : wanneer de kinderen niet meer in Hulshout wonen of naar school gaan.

                                                            verplicht : wanneer alle geregistreerde kinderen van het gezin 13 jaar geworden zijn.

         Verlies of diefstal van de badge dient meteen door de ouder gemeld te worden.  In dit geval wordt de badge gedeactiveerd om misbruik te voorkomen en wordt de waarborg ingehouden.

4GELDELIJKE BEPALINGEN

4.1Prijs voor de opvang

-De ouderbijdragenregeling is in overeenstemming met de Vlaamse regelgeving. Bij de inwerkingtreding van dit reglement is de tarifering als volgt:

         schooldagen, uitgezonderd woensdagnamiddag:

          € 1,03 per begonnen half uur

         schoolvrije en vakantiedagen:

          voor een verblijf langer dan 6 uur:€ 14,83

          voor een verblijf tussen 3 en 6 uur:€ 7,44

          voor een verblijf van minder dan 3 uur:€ 4,93

         woensdagnamiddag

          Al naargelang de duur van het verblijf wordt het goedkoopste van de vorige twee systemen toegepast.

         Bij gelijktijdige aanwezigheid van meerdere kinderen van hetzelfde gezin geldt steeds een vermindering van 25 %.

         De tarieven van de ouderbijdragen worden aangepast in functie van de index.

4.2Toeslagen

-Indien men van de opvang gebruik maakt zonder tijdig in te schrijven wordt een toeslag van € 2,50 aangerekend per kind en per dag.

-Bij laattijdig afmelden wordt € 2,50 aangerekend per kind en per dag, ongeacht de verblijfsduur waarvoor oorspronkelijk werd ingeschreven.

-Bij afhaling van kinderen na 18.15u wordt een toeslag aangerekend van € 10 per begonnen half uur laattijdigheid.

-Bij niet teruggave van reservekleding binnen 4 weken na gebruik wordt een toeslag van € 8 aangerekend per kledingstuk.

4.3Drankjes

-De kinderen kunnen op de opvang water, fruitsap en chocomelk verkrijgen. De verbruikte drankjes worden samen met de ouderbijdragen gefactureerd aan € 0,37 het stuk. Er mag ook gratis water van de kraan gedronken geworden.

4.4Toegangsbadge (magneetkaart)

-Waarborg : € 10

4.5Facturatie en betaling

-Na het einde van iedere maand wordt per gezin een factuur verzonden. De ouders kunnen ervoor kiezen om de factuur hetzij per post, hetzij via één e-mailadres te ontvangen. Bij de factuur wordt een detailopgave van de aanwezigheden, gebruikte drankjes, eventuele regularisaties, extra's en toeslagen gevoegd. Indien men meent dat er een foutieve berekening gemaakt werd, kan men hiertegen reageren binnen de 14 dagen.

-De rekening dient voldaan te worden binnen de termijn die op de factuur is vermeld. Dit kan door overschrijving op het vermelde rekeningnummer of via domiciliëring. Om achterstallige rekeningen en bijgevolg extra kosten te vermijden wordt aangeraden met domiciliëring te betalen. In dit geval wordt enkele dagen na ontvangst van elke factuur het verschuldigde bedrag automatisch van de door de ouders opgegeven bankrekening gehouden. Men kan de domiciliëring aanvragen of stopzetten via de coördinator.

-Indien de ouders niet samenwonen en zij hun kinderen beurtelings onder hun hoede hebben, kunnen zij hun opvangkosten apart laten factureren en attesteren indien gewenst. In dit geval dienen 2 afzonderlijke dossiers aangelegd te worden voor elk kind (registratiefiches, schriftelijke overeenkomsten, ... ).

-Opvolging achterstallige facturen

         Na het verstrijken van de betalingstermijn verstuurt de financiële dienst een herinnering. Hierin wordt gevraagd om de vervallen factuur binnen de 10 dagen te betalen.

         Indien er geen inlossing van de schuld gebeurt na de herinnering, zal de financiële dienst een ingebrekestelling aangetekend per post versturen. Hierin wordt nogmaals gevraagd om binnen de 30 dagen te betalen. De aanmaningskost zal aan de rekening toegevoegd worden.

         Indien er een openstaande schuld is, zal de financiële dienst van de gemeente Hulshout contact opnemen met de ouders om hen hierop attent te maken. Het gezin wordt in deze fase ingelicht over de mogelijkheid tot aflossing op termijn.

         Er kan, in geval van betalingsmoeilijkheden, steeds een afbetalingsregeling besproken worden met de financieel directeur (tel.: 015/22 94 87).

         Als na ingebrekestelling en telefonisch contact de schulden niet worden vereffend, wordt het dossier overgedragen aan een deurwaarder. De bijkomende kosten zijn ten laste van het gezin.

         Als er op alle voornoemde stappen onvoldoende positieve reactie is van een gezin met openstaande schulden, kan het college van burgemeester en schepenen overgaan tot weigering voor opvang van het gezin tot alle schulden werden betaald. De beslissing wordt met een aangetekend schrijven aan de ouders kenbaar gemaakt. Bij het desgevallend opnieuw toelaten van het gezin voor opvang wordt gevraagd om toekomstige facturen per domiciliëring te betalen.

         Voor een openstaande schuld kan geen fiscaal attest worden afgeleverd.

4.6Fiscaal attest

-De kosten voor de opvang van kinderen jonger dan 12 jaar zijn fiscaal aftrekbaar. Het gemeentebestuur van Hulshout verbindt zich tot het afleveren van een correct fiscaal attest aan de klanten van de opvang van schoolkinderen die hiervoor in aanmerking komen. De attesten worden jaarlijks toegezonden in het tweede kwartaal, voor zover de betreffende facturen betaald zijn. Een fiscaal attest loopt steeds over de periode van 1 december tot en met 30 november, die aan de verstrekking van het attest voorafgaat.

5WIJZIGING VAN HET HUISHOUDELIJK REGLEMENT

-De gemeenteraad kan het huishoudelijk reglement wijzigen. Actieve klanten ontvangen steeds een exemplaar van de gewijzigde versie. Wijzigingen in het nadeel van de ouders, bijvoorbeeld in verband met de prijsregeling, worden minimum 2 maanden vooraf schriftelijk meegedeeld.

6INWERKINGTREDING

-Dit huishoudelijk reglement treedt in werking op 1 januari 2020.

 

 

 

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.70.Gemeentelijke basisschool Hulshout. Goedkeuring opzeg contract CLB Het Kompas.

BESLUIT:unaniem
 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist de opzeg van het contract tussen de gemeentelijke basisschool Hulshout en CLB Het Kompas goed te keuren.

Artikel 2:

Het huidige contract loopt af op 31 augustus 2020 en er wordt een nieuw contract onderhandeld.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.71.Bibliotheekraad. Goedkeuring wedersamenstelling.

BESLUIT:unaniem
 

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist over te gaan tot aanduiding van de afgevaardigden van de ideologische en filosofische strekkingen in de bibliotheekraad:

Namens de neutralen:

- Verhaegen Marjan vanuit Gemeentelijke Basisschool Hulshout

- Raeymaekers Hildegarde

- Van Roosbroeck Lily vanuit De Schatkist Westmeerbeek

- Van Slooten - De Bruyn Meino

Namens de christelijke strekking:

- Van Espen Nadine vanuit Vrije Basisschool Houtvenne

- Clé Marina

- Vrindts Tania

- Mariën Ilse

Namens de Vlaams - nationalistische strekking:

- De Schutter Beatrijs

Artikel 2:

De aanstelling van de afgevaardigden van de ideologische en filosofische strekkingen geldt tot de eerstvolgende vernieuwing van de bibliotheekraad.

 

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.72.Bibliotheekraad. Goedkeuring organiek reglement.

BESLUIT:unaniem
 

Enig artikel:

De gemeenteraad beslist het organiek reglement van de bibliotheekraad goed te keuren:

ORGANIEK REGLEMENT BIBLIOTHEEKRAAD HULSHOUT

Titel I: Opdracht

Artikel 1.

Er wordt een adviesorgaan opgericht dat als opdracht krijgt de inrichtende overheid (gemeenteraad en college van burgemeester en schepenen) bij te staan bij het beheer van de gemeentelijke openbare bibliotheek.

De bevoegdheden van het adviesorgaan dienaangaande worden nader omschreven in artikel 4.

Titel II: Omvang

Artikel 2.

De gemeentelijke openbare bibliotheek omvat volgende infrastructuur:

Openbare Bibliotheek Hulshout, gelegen te Booischotseweg 1, 2235 Hulshout

Titel III: Doel

Artikel 3.

De gemeentelijke openbare bibliotheek is een basisvoorziening waar elke burger terecht kan met zijn vragen over kennis, cultuur, informatie en ontspanning, en die actief bemiddelt bij het beantwoorden van deze vragen. De openbare bibliotheek is actief inzake cultuurspreiding en cultuurparticipatie; ze werkt in een geest van objectiviteit en vrij van levensbeschouwelijke, politieke en commerciële invloeden. Deze taken worden geconcretiseerd in de strategische meerjarenplanning van de gemeente.

Titel IV: Bevoegdheden en verplichtingen

Artikel 4.

De bibliotheekraad heeft inspraak- en adviesrecht over alle aspecten van het beheer van de openbare bibliotheek (werking, verbouwingswerken, inrichting en uitrusting, het financiële beleid, het opstellen van het huishoudelijke reglement, …) en in het bijzonder over de beleidsplanning met betrekking tot de bibliotheek.

Om zijn bevoegdheden daadwerkelijk te kunnen uitoefenen heeft het adviesorgaan recht op informatie ten aanzien van alle beleidsbeslissingen van de inrichtende overheid betreffende de openbare bibliotheek.

Titel V: Samenstelling

Artikel 5.

De bibliotheekraad wordt samengesteld uit vertegenwoordigers van de gebruikers en van de verschillende strekkingen.

Artikel 6.

De toetreding tot het adviesorgaan behelst de aanvaarding van het organiek reglement [en van het huishoudelijk reglement], en houdt de verplichting in tot het nakomen ervan.

Artikel 7.

§1. De hoedanigheid van lid van de bibliotheekraad wordt verloren:

         door ontslagname van het lid. Dit ontslag dient schriftelijk aan de voorzitter van de bibliotheekraad meegedeeld te worden

         door overlijden of rechtsonbekwaamheid

         door het in dienst treden als personeelslid van de bibliotheek

§2. Na de installatie van de nieuwe gemeenteraad moet de bibliotheekraad opnieuw worden samengesteld. De vorige bibliotheekraad blijft echter in functie totdat het nieuw samengestelde adviessorgaan is geïnstalleerd. Het lidmaatschap mag dus niet langer duren dan zes jaar, maar is hernieuwbaar.

§3. Indien aan een lidmaatschap voortijdig een einde komt, door de in dit artikel vermelde redenen, wordt zo spoedig mogelijk in de opvolging voorzien door de gemeenteraad.

Titel VI: Voorzitter, Ondervoorzitter

Artikel 8.

Het adviesorgaan kiest onder zijn stemgerechtigde leden na kandidaatstelling een voorzitter en twee ondervoorzitters.

Titel VII: Secretariaat

Artikel 9.

De bibliothecaris is, zonder stemrecht, belast met het secretariaatswerk van het adviesorgaan. Hij kan zich hierbij laten bijstaan door andere personeelsleden van de bibliotheek indien de voorzitter van de bibliotheekraad hiermee akkoord gaat.

Titel VIII. Samenkomsten, huishoudelijk reglement

Artikel 10.

De bibliotheekraad komt ten minste viermaal per jaar samen en zo dikwijls als de belangen van de gemeentelijke openbare bibliotheek het vereisen.

Artikel 11.

De bibliotheekraad stelt voor het goede verloop van  de inwendige aangelegenheden een huishoudelijk reglement op dat aan de gemeenteraad ter goedkeuring dient te worden voorgelegd.

Artikel 12.

De bibliotheekraad brengt advies uit aan de gemeenteraad, resp. het College van Burgemeester en Schepenen. De gemeenteraad, resp. het College van Burgemeester en Schepenen, verplicht zich ertoe een gemotiveerd antwoord te geven indien bepaalde beslissingen van de bibliotheekraad niet worden bekrachtigd. Dit binnen een termijn van twee maanden.

Artikel 13.

Alle mandaten worden kosteloos waargenomen.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.73.Cultuurraad. Goedkeuring wedersamenstelling.

BESLUIT:unaniem
 

Enig artikel:

De gemeenteraad beslist over te gaan tot aanduiding van de afgevaardigden in de cultuurraad:

Afgevaardigden vanuit socio-culturele verenigingen:

- Born2Act

- Davidsfonds Hulshout

- Toneelkring De Stekkebijters

- Femma Hulshout

- Gezinsbond Hulshout

- Gezinsbond Houtvenne

- Heemkring Wadja

- KF De Vredegalm Houtvenne

- KF Eendracht maakt Macht Hulshout

- KF Vereenigde Vrienden Westmeerbeek

- KVLV Houtvenne

- KVLV Hulshout

- KWB Houtvenne

- KWB Hulshout

- Mattheuskoor

- Modelbouwteam Hulshout

- Okra Hulshout

- Okra Westmeerbeek

- Rode Kruis Hulshout

- Samana Houtvenne

- Samana Hulshout

- Samana Westmeerbeek

- St. Ceciliakoor

- St. Adriaankoor

- Toneel De Hulst

- Landelijke Gilde Westmeerbeek

- vzw De Kindervriendjes

Afgevaardigden vanuit culturele instellingen met beroepskrachten:

- Openbare bibliotheek Hulshout

 

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.74.Eerstelijnszone Zuiderkempen. Goedkeuring toetreding.

BESLUIT:unaniem
 

Artikel 1:

De gemeenteraad neemt kennis van de oprichting van vzw Eerstelijnszone Zuiderkempen door de voorlopig zorgraad en van de statuten van vzw Eerstelijnszone Zuiderkempen.

Artikel 2:

De gemeenteraad beslist om de doelstelling van vzw Eerstelijnszone Zuiderkempen te onderschrijven.

Artikel 3:

De gemeenteraad beslist om de gemeente Hulshout als kandidaat voor te dragen voor een toetreding als lid van vzw Eerstelijnszone Zuiderkempen en dit voor onbepaalde duur.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.75.Interlokale vereniging Tewerkstelling Zuiderkempen. Goedkeuring oprichting en aanduiding lid en plaatsvervangend lid beheerscomité.

BESLUIT:12 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Gust Van den Bruel, Tania Vrindts, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 stemmen tegen
9 onthoudingen: Rist Heylen, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims en Katrien Monsecour

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist de oprichting van de interlokale vereniging voor onbepaalde duur met ingang van 1 januari 2020 en de statuten goed te keuren.

Artikel 2:

De gemeenteraad beslist bij geheime stemming over te gaan tot de aanduiding van een lid van het beheerscomité van de interlokale vereniging Tewerkstelling Zuiderkempen voor de legislatuur 2019-2024.

Saskia Luyten bekomt 11 stemmen.

Gust Van den Bruel bekomt 9 stemmen.

Tania Vrindts bekomt 1 stem.

0 onthoudingen.

0 ongeldige stemmen.

De gemeenteraad beslist mevrouw Saskia Luyten aan te duiden als lid van het beheerscomité van de interlokale vereniging Tewerkstelling Zuiderkempen voor de legislatuur 2019-2024.

Artikel 3:

De gemeenteraad beslist bij geheime stemming over te gaan tot de aanduiding van een plaatsvervangend lid van het beheerscomité van de interlokale vereniging Tewerkstelling Zuiderkempen voor de legislatuur 2019-2024.

Elien Bergmans bekomt 11 stemmen.

Gust Van den Bruel bekomt 9 stemmen.

Katrien Monsecour bekomt 1 stem.

0 onthoudingen.

0 ongeldige stemmen.

De gemeenteraad beslist mevrouw Elien Bergmans aan te duiden als plaatsvervangend lid van het beheerscomité van de interlokale vereniging Tewerkstelling Zuiderkempen voor de legislatuur 2019-2024.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.76.Financiën. Instap Creat (Farys).

BESLUIT:19 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Gust Van den Bruel, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Tania Vrindts, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 stemmen tegen
2 onthoudingen: Rist Heylen en Katrien Monsecour

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist met ingang van 17 december 2019 toe te treden tot TMVS, volgens de modaliteiten vastgelegd in de statuten van TMVS en volgens het toetredingsdossier dat als bijlage aan onderhavig besluit wordt toegevoegd.

Artikel 2:

Gemeentebestuur Hulshout voor te dragen als lid voor de Algemene vergadering van TMVS.

Artikel 3:

Onderhavige beslissing aan TMVS mee te delen.

Artikel 4:

Het College van Burgemeester en Schepenen te gelasten met de (verdere) uitvoering van deze beslissing.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.77.AGB Sport Hulshout. Goedkeuring evaluatieverslag.

BESLUIT:19 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Gust Van den Bruel, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Tania Vrindts, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 stemmen tegen
2 onthoudingen: Rist Heylen en Katrien Monsecour

Enig artikel :

De gemeenteraad beslist het evaluatieverslag van het AGB Sport Hulshout goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.78.Projectvereniging de Merode. Goedkeuring erkenning.

BESLUIT:19 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Gust Van den Bruel, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Tania Vrindts, Laura Kunnen, Stefaan Pelgrims, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 stemmen tegen
2 onthoudingen: Rist Heylen en Katrien Monsecour

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist de aanvraag tot de aanpassing van de erkenning van de IOED de Merode, naar aanleiding van de uitstap van de stad Geel uit de IOED de Merode, goed te keuren.

Artikel 2:

De gemeenteraad beslist de geactualiseerde versie van het onroerenderfgoedbeleidsplan 2017-2020 van de IOED de Merode, naar aanleiding van de uitstap van de stad Geel uit de IOED de Merode, goed te keuren.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.79.overeenkomst GC ijzermael. - TA - Rist Heylen

VRAAG:

Indien wij correct geïnformeerd zijn, verloopt de overeenkomst met de VZW die de zaal GC Ijzermael uitbaat op 01/01/2020. Gezien een nieuwe overeenkomst een goedkeuring van de gemeenteraad vereist én het advies van de adviesraad voor socio-culturele gebouwen (is die trouwens al wedersamengesteld?) lijkt het niet mogelijk om de continuïteit van de werking van de zaal te garanderen. Indien wij ons niet vergissen, is het huidige contract niet stilzwijgend verlengbaar. Dus…Hoe zit het?

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.80.Kosten van de onderhandelingen KMZI VZW. - TA - Rist Heylen

VRAAG:

Gelet op het stilzwijgen van de schepen op deze evidente vraag op de vorige gemeenteraad, deze vragen:

         Hoeveel uren en loonkost heeft de gemeente vermorst aan de onderhandelingen met KMZI VZW?

         Hoeveel uren en loonkost heeft KMZI VZW besteed aan de onderhandelingen met de gemeente?

         Dient de gemeente een bedrag te betalen aan KMZI VZW ten gevolge de regeling op vlak van uren/loonkost? Of vice versa?

 

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.81.Investeringen ter bevorderingen van het welzijn van het personeel. - TA - Rist Heylen

VRAAG:

Naar aanleiding van een vraag op één van de vorige gemeenteraden: Welke investeringen werden ondertussen gedaan ter bevordering van een kwaliteitsvolle werkomgeving in het gemeentehuis? Welke bedragen? Welke ingrepen? Waarom?

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.82.wijkbudget. - TA - Rist Heylen

VRAAG:

Verwijzend naar de beslissing op de gemeenteraad van 27/05/2019, beslissing verzoekschrift wijkbudget, artikel 3. Kunnen wij een exemplaar van de haalbaarheidsstudie en/of ambtelijk advies en een bijkomende verduidelijking van de bevoegde schepen betreffende deze opdracht van de gemeenteraad aan het schepencollege krijgen.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.83.aan de algemeen directeur: werd de omgevingsanalyse op vraag van het schepencollege aangepast? - TA - Rist Heylen

VRAAG:

Er werd vastgesteld dat er geknoeid werd met de omgevingsanalyse. Een zeer ernstige breuk in vertrouwen met het schepencollege. De vraag aan de algemeen directeur luidt als volgt: Kreeg u van het schepencollege de opdracht om de omgevingsanalyse aan te passen?

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.84.Evenementen. Kan tijdens de gemeentelijke nieuwjaarsreceptie van 5 januari 2020 op het Dr. Vital Celenplein, door de gemeente een pendeldienst ingelegd worden met deelgemeenten Houtvenne en Westmeerbeek? - TA - Gust Van den Bruel

VRAAG:

Argumentatie: Een pendeldienst verhoogt de verkeersveiligheid, bevordert de samenhorigheid tussen de burgers, zorgt voor minder verkeer en bijgevolg minder CO2-uitstoot en minder nood aan parkeerplaatsen.

 

 

 

Publicatiedatum: 29/01/2020
Overzicht punten

Openbare zitting van GR van maandag 16 december 2019.

 

GR OZ  A.85.GC Ijzermael. Goedkeuring hernieuwing overeenkomst. - TA - Cultuur

BESLUIT:Stemming acceptatie hoogdringend punt
unaniem
11 stemmen voor: Geert Daems, Elien Bergmans, Joost Verhaegen, Hilde Van Looy, Karolien Laeremans, Saskia Luyten, Rigo Huyskens, Jos Voet, Tania Vrindts, Geert Vermunicht en Elias De Wever
0 stemmen tegen
9 onthoudingen: Gust Van den Bruel, Rist Heylen, Kurt Albert, Sofie Van Lommel, Kurt Winkelmans, Bart Ceulemans, Dorien Van Opstal, Laura Kunnen en Stefaan Pelgrims
Motivatie onthouding Sofie Van Lommel: geldt voor de ganse N-VA en Groen fractie: Wij hopen dat er in de maand januari een plan wordt gemaakt en dat er deze keuzes niet meer zo snel gemaakt moeten worden en dat er  in januari een nieuwe overeenkomst wordt gemaakt

Artikel 1:

De gemeenteraad beslist de beheersovereenkomst Gemeenschapscentrum Westmeerbeek als volgt goed te keuren:

"Beheersovereenkomst Gemeenschapscentrum Westmeerbeek

Tussen de ondergetekenden:

Lokaal Bestuur Hulshout, vertegenwoordigd door de gemeenteraad, in de persoon van Anita Van den Eynde, algemeen directeur en Elias De Wever, voorzitter gemeenteraad, hierna genoemd “de gemeente”

en

De vzw Gemeenschapscentrum Westmeerbeek, vertegenwoordigd door de raad van bestuur, in de persoon van Jan Monsecour, Gunter Vaes en Eddy Laeremans, hierna genoemd “de vzw”

wordt het volgende overeengekomen:

Artikel 1: Opdracht

De doelstelling van de vzw is inwoners van Hulshout een feest- en vergaderzaal dicht bij huis aan te bieden. De vzw draagt bij aan de socio-culturele beleving van burgers door zich in te zetten voor het lokale verenigingsleven. De vzw is in eerste instantie een plaats voor en door vrijwilligers en versterkt daardoor het sociale weefsel in zijn omgeving.

De gemeente draagt de verhuur en de volledige uitbating van het Gemeenschapscentrum Westmeerbeek over aan de vzw. Dit behelst:

- Het toekennen van het gebruik van de zalen aan de diverse gebruikers en organisaties, waarbij maximaal tegemoet gekomen wordt aan het verenigingsleven van Hulshout en omgeving.

- Het instaan voor de goede orde, de zorg voor het gebouw en het uitvoeren van kleine niet-structurele onderhoudswerkzaamheden.

- Beheer van de inkomsten als een goed huisvader.

- De vzw zal aan de gemeente een halfjaarlijkse huurprijs betalen van 2.500 euro. Dit bedrag is exclusief btw en wordt niet geïndexeerd.

De vzw verbindt zich ertoe de uitbating zelf waar te nemen. De exploitatie van het totale beheer mag geenszins worden overgedragen aan derden, tenzij mits voorafgaandelijk schriftelijk akkoord van de gemeente.

Indien door bijzondere omstandigheden het Gemeenschapscentrum Westmeerbeek niet kan gebruikt worden, zal dit artikel herbekeken dienen te worden.

Artikel 2: Toezicht

De vzw zal op elk ogenblik toegang verlenen tot het Gemeenschapscentrum Westmeerbeek aan de aangestelden van de gemeente.

Er wordt ten allen tijde 1 set van alle sleutels ter beschikking gesteld voor de gemeente.

Alle wijzigingen aan sloten moeten gebeuren volgens het sleutelplan, DC0813.

Artikel 3: Gebruik

Er zal door de vzw in overleg met de gemeente een gebruiksreglement worden opgesteld, waarin de modaliteiten van het gebruik worden omschreven.

De vaststelling en eventuele wijzigingen van het gebruiksreglement ligt binnen de 3 maanden na ingebruikname voor ter kennisname op de gemeenteraad.

De verhuurtarieven van het Gemeenschapscentrum Westmeerbeek zijn als volgt:*

Tarief 1: Leden van de vzw Gemeenschapscentum Westmeerbeek  en de gemeente.

Tarief 2: Overige huurders

Hele zaalKleine zaalVergaderlokaal (*) of keuken

Tarief 190 euro25 euro10 euro

Tarief 2140 euro50 euro30 euro

*Extra: energie, kuis, frietvet en afval (behalve bij huur vergaderlokaal)

Bij elk gebruik maakt de vzw een schriftelijk contract op, dat dient ondertekend te worden door de gebruiker. Bij ondertekening van dit contract neemt de gebruiker kennis van het gebruiksreglement.

De gebruiker ontvangt na de activiteit een duidelijke schriftelijke afrekening. De gebruikers van tarief 2 zijn gehouden vooraf een  voorschot te betalen ten bedrage van het huurtarief. De reservatie is pas definitief na betalen van  het voorschot.

De vzw zal bij de verhuur rekening houden met en verwijzen naar het fuifreglement van het Lokaal Bestuur Hulshout. De vzw zal erop toezien niet te verhuren aan verenigingen/personen, waarvan de doelstellingen niet conform zijn met de doelstelling van de vzw. 

Het beheerscomité stelt een contactpersoon aan bij brand. De contactgegevens van de verantwoordelijke worden opgenomen in het gebruiksreglement.

In de grote zaal mogen maximum 360 personen aanwezig zijn. In het gebruiksreglement worden verdere aandachtspunten voor de inrichters van activiteiten vermeld.

In uitzonderlijke gevallen en bij hoogdringendheid kan de gemeente bepaalde infrastructuur opeisen (vb. verkiezingen, rampen, …). Dit moet gebeuren in samenspraak  met de vzw.

De vzw zal met de vrije basisschool De Schatkist afspraken maken i.v.m. het gedeeld gebruik van de parking.

Artikel 4: Verzekeringen

Verzekeringen ten laste van de gemeente:

-Verzekering tegen brand, ontploffing en aanverwante gevaren voor de gebouwen, onroerende en roerende goederen die eigendom zijn van de gemeente. Ten opzichte van de vzw geldt de clausule van afstand van verhaal.

Verzekeringen ten laste van de vzw:

-Verzekering tegen brand en aanverwante gevaren voor de inboedel, eigendom van de vzw, met afstand van verhaal ten opzichte van de gebruikers

-Verzekering algemene burgerlijke aansprakelijkheid

-Verzekering van bestuurdersaansprakelijkheid en LO voor de leden van de vzw

-Verzekering algemene objectieve aansprakelijkheid

De vzw bezorgt een kopie van de afgesloten polissen aan de gemeente en bewijst jaarlijks dat de premies van de polissen betaald werden.

De VZW bezorgt jaarlijks alle wettelijk verplichte keuringsverslagen en attesten waaronder o.a. laagspanning, gasdichtheid, verwarmingsinstallatie, blusapparaten, ... aan de gemeente

Artikel 5: Onderhoud en herstellingen

Voor het onderhoud van Gemeenschapscentrum Westmeerbeek wordt verwezen naar de rechten en plichten omschreven in de huurwet.  Alle infrastructuur van perceel (Afdeling 2, sectie 2, nr. 89/02V2) is hierin begrepen: o.a.:

- Terras voor en achter

- Parking achter (kant IJzermaal)

- Grote/kleine zaal

- Technische ruimtes

- Koeling

- Vergaderlokaal

- Toiletten

- Keuken

- Parking langs de Mgr. Raeymaekersstraat

De vzw dient de gemeente zonder uitstel in kennis te stellen indien structurele onderhoudswerken (uit te voeren door de eigenaar) zich opdringen. Het is de vzw niet toegestaan aanpassingswerken (vb. schilderwerken) of verbouwingswerken uit te voeren, zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van de gemeente.

Artikel 6: Investeringen

De vzw moet middelen reserveren in hun jaarprogramma voor structurele, toekomstige investeringen.

Dit moet aangetoond kunnen worden via een jaarlijkse validatie van het investeringsplan en de meerjarenplanning door de gemeente.

Artikel 7: Duur van de overeenkomst

Deze beheersovereenkomst gaat in op 1 januari 2020 en loopt af op 30 juni 2020. Zij kan niet stilzwijgend verlengd worden. Indien er zich een andere aanbieder voor de uitbating aandient, zal de vzw Gemeenschapscentrum Westmeerbeek als laatste de kans krijgen om aan deze voorwaarden deze overeenkomst verder te zetten.

Bijkomende bepalingen:

-De gemeentelijke financiële dienst heeft ten alle tijden het recht en de mogelijkheid om de boekhouding te bekijken.

-De vzw legt zelf jaarlijks de boekhouding bij de gemeentelijke financiële dienst neer ter controle.

-De gemeente heeft het recht om de grote of kleine zaal jaarlijks 6 maal gratis te gebruiken voor gemeentelijk georganiseerde activiteiten. Dit gebeurt in afspraak met de vzw en mag de normale werking niet verstoren.

-De gemeente mag de vergaderzaal 6 maal per jaar gratis gebruiken voor gemeentelijk georganiseerde activiteiten. Dit gebeurt in afspraak met de vzw en mag de normale werking niet verstoren.

-De vzw kan de zaal aan niemand gratis ter beschikking stellen, tenzij met toestemming van de gemeente.

-Het gebruiksreglement en eventuele wijzigingen hieraan worden steeds ter kennisname voorgelegd aan de gemeenteraad."

Artikel 2:

Deze beslissing zal worden meegedeeld aan de vertegenwoordigers van vzw Gemeenschapscentrum Westmeerbeek.

 

Publicatiedatum: 29/01/2020